Praktijkleren 2- Opdracht Reflectie & Ethiek (cijfer 8,5 en 8) - HU (GVE-2.PL2-17)
46 views 1 purchase
Course
Praktijkleren 2 (GVE2.PL217)
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
Cijfer 8 en 8,5 voor Praktijkleren 2, opdracht Reflectie & Ethiek. Dit verslag omvat een opdracht voor Ethiek, 2 Reflectieverslagen, Peerreview, Review op de lessen/bijeenkomsten. De opdracht is van de Hogeschool Utrecht, HBO Verpleegkunde, 2e jaars, .
1. Onderdeel A: Reflectie - verslag 1 p. 3
1. Situatiebeschrijving p. 3
2. Betekenis geven p. 3
3. Onderzoeken p. 4
4. Alternatieven formuleren p. 6
5. Verandering p. 6
6. Bronnenlijst p. 8
2. Onderdeel B: Ethiek p. 9
1. Oriëntatie p. 9
2. Analyse p. 13
3. Conclusie p. 15
4. Bronnenlijst p. 18
3. Onderdeel C: Review op de bijeenkomsten p. 19
Bijlagen
A. Peerreview p. 20
B. Reflectie - verslag 2 p. 21
Vandaag (11 februari) werk ik een dagdienst in het ziekenhuis op de afdeling Gynaecologie
Oncologie. Ik sta in de patiëntenzorg en loop deze dienst mee met mijn werkbegeleider. Mijn mentor
heeft een seniordag, wat inhoudt dat zij wel op de afdeling aanwezig is maar op kantoor werkt.
Ik heb vandaag met mijn mentor mijn beoordelingsgesprek over de opdracht Coördineren van zorg.
Deze afspraak is vorige week gemaakt toen ik voor twee laag-complexe patiënten zorgde. Ik heb de
opdracht thuis voorbereid.
Op 11 februari spreek ik in het begin van de ochtend mijn mentor aan om een tijdstip voor het
gesprek af te spreken. We gaan beiden akkoord met ‘ergens na de lunch’. Ik bespreek met mijn
werkbegeleider dat ik na de lunch een gesprekje met mijn mentor heb. Zij vindt dat goed. Na de
lunch loop ik naar mijn mentor en vraag of het gesprek haar nu uitkomt. Zij geeft aan liever om 14:15
uur. Dit vind ik prima.
Om 14.15 uur loop ik de kamer van mijn mentor binnen. Zij geeft aan nog even tien minuten iets te
willen afmaken. Ook geeft ze aan dat het niet lukt waar ze mee bezig is en dat ze die dag erg moe is.
Ik neem plaats naast haar, zet de computer aan en pak mijn uitwerking van de opdracht erbij. Ik vind
het prima om nog even te wachten, want dat geeft mij de gelegenheid om mijn opdracht door te
nemen. Ik vul mijn uitwerking aan met enkele punten die in mijn hoofd oppoppen.
De tien minuten worden vijftien minuten. Mijn mentor geeft aan dat ze zelf niet uit haar werk komt
en dat er nu een IT collega kan langskomen die kan helpen. Ze zegt dat het vijf minuten zal duren en
het haar goed uitkomt dit nu af te maken. Ze vraagt of ik het goed vind nog even te wachten. Ik zeg
ja, want ik kan mijn tijd nuttig besteden met het aanpassen van mijn POP. Iets wat ik anders thuis
moet doen. Ik check dit wel nog bij mijn werkbegeleider of het uitkomt in de patiëntenzorg dat ik
langer weg ben. Dat is prima.
De IT collega helpt mijn mentor bij haar vragen. Tijdens het gesprek merk ik op dat mijn mentor
geïrriteerd raakt over haar klus.
Uiteindelijk is het 15:30 uur (ruim een uur later) wanneer de IT collega weggaat. Mijn mentor geeft
aan dat we nu het gesprek kunnen doen. Daarop geef ik aan dat mijn voorstel is het gesprek morgen
te doen met als reden dat er nu nog maar vijftien minuten over is tot de eindevaluatie van de
dagdienst. Wat ook meespeelt (maar dit benoem ik niet) is dat ik inschat dat mijn mentor niet in
opperbeste stemming is, gezien het feit dat ze geïrriteerd raakte over haar werk. Ik schat in dat haar
stemming alleen maar nadelig kan uitpakken voor mijn beoordelingsgesprek. Mijn mentor geeft aan
het goed te vinden het gesprek te verplaatsen naar morgen.
2. Betekenis geven
- Ik vind het lastig dat we vooraf geen tijdstip hadden afgesproken voor mijn
beoordelingsgesprek. Vanuit mijn vorige baan ben ik gewend om met afgesproken
tijdstippen te werken voor bijvoorbeeld een overleg. Dat geeft mij houvast om ergens naar
toe te werken en je geeft beiden commitment op de afspraak. Ik merkte dat het gesprek de
hele dag een beetje in mijn hoofd zat: ‘daar moet ik iets mee’.
- Door toedoen van mijn mentor is mijn beoordelingsgesprek meerdere keren uitgesteld en
vond uiteindelijk de dag erna plaats. Enerzijds vond ik dat niet erg, want ik kon mijn tijd
nuttig besteden terwijl ik wachtte op mijn mentor. Maar wat overheerste is dat ik het
vervelend vond dat mijn mentor mij liet wachten en haar eigen werk voorrang gaf. Wij
3
, hadden immers een afspraak gemaakt voor vandaag. Dit druist in tegen mijn waarde en
norm ‘respectvol met de ander omgaan’ – ‘afspraken kom je na en als dat niet lukt dan
communiceer je daar tijdig over’. Achteraf gezien voelde ik me niet serieus genomen en
vergeten. Het gedrag van mijn mentor geeft mij de indruk dat het gesprek voor haar weinig
voorstelt, terwijl het voor mij een moment van beoordeling is.
- Waar ik wel een goed gevoel bij had, is dat ik besloot om ons gesprek niet alsnog om 15:30
uur te doen. Dit gaf me een trots gevoel, omdat ik daarmee luister naar mijn eigen gevoel.
- Overigens maakte ik me geen zorgen dat door deze situatie de planning van mijn KBS’en in
de knel zou komen, want 11 februari is pas week twee van deze stageperiode.
- Ik vond het opvallend dat ik zenuwachtig was voor mijn beoordelingsgesprek, terwijl ik me
wel had voorbereid. Dit gevoel komt door onzekerheid over mijzelf en over goed willen
presteren. Ken ik de casus goed genoeg? Heb ik overal op gelet? Zijn mijn antwoorden op de
vragen wel goed genoeg?
Achteraf gezien hield ik een vervelend gevoel over aan deze situatie. Ik zit met name met de vragen:
- Waarom ga ik zover mee met mijn mentor in plaats van voor mijzelf op te komen? Waarom
uit ik mijn gevoel niet? En waarom doe ik niet eerder een voorstel voor een ander moment?
Mijn leervraag: In de toekomst wil ik zelf regie houden op een dergelijke situatie waarin de ander
onze afspraken niet nakomt en er over mijn grens wordt gegaan. Hoe kan ik dat doen?
3. Onderzoeken
Verkenning van mijn gedrag
Ad hoc werken zie je veel in de zorg. Wat doet dat met mij?
Ik vind het fijn om een planning van mijn dag te hebben. Met die planning kan ik flexibel omgaan, als
ik maar weet waar de prioriteiten liggen. Dan weet ik welke taken moeten gebeuren en dan kan ik bij
spoedjes schuiven in mijn planning. Een planning geeft mij dus zicht op waar de prioriteiten liggen.
Dit betekent voor mij dat ik in een ad hoc werkomgeving, op zoek ga naar de prioriteiten om houvast
en structuur in mijn dag te krijgen.
Gebeurt het mij vaker dat ik moeite heb mij assertief op te stellen?
Ja, dit gebeurd mij vaker. Ik vind het moeilijk om een standpunt/mening te hebben en daarbij te
blijven. Ik neig vaak naar mij aan te passen aan de ander.
Waarom? Waar ben ik bang voor? Ik ben bang dat de ander zich niet kan vinden in mijn mening of
idee. En dat de ander mij daarom stom of onaardig vindt.
Waardoor komt dat? Ik denk dat dit komt doordat ik niet heb geleerd om ruzie te maken. En dat ik
niet heb geleerd dat het oké is om te discussiëren op de inhoud, om het oneens te zijn en elkaar
daarin te horen en te respecteren. Vroeger mocht ik geen ruzie maken met mijn broer en zussen. De
ruzie moest zo snel mogelijk bijgelegd worden en er werd niet geluisterd naar de inhoud. Ook het
voorbeeld van discussiëren tussen mijn ouders, speelt mee. Ik nam als kind vaak de rol als
bemiddelaar aan. De discussies eindige vaak in een ruzie, terwijl mijn ouders eigenlijk dezelfde
mening deelden maar dachten van niet omdat zij niet naar elkaar luisterden. Ik hielp hen om in te
zien dat hun meningen dichterbij elkaar lagen dan zij dachten. Ik wilde niet dat het weer in een ruzie
eindigde.
Deze ervaringen van vroeger hebben er bij mij voor gezorgd dat ik zelf moeilijk een standpunt kan
innemen en vasthouden, en ik ga (mogelijke) conflicten uit de weg. Mijn gedrag is conflict vermijdend
en ik vind het moeilijk een mening/idee te vormen.
4
,Speelt de afhankelijke rolverhouding tussen mij en mijn mentor een rol (leerling versus beoordelaar)?
Ja, dat speelt een rol in deze casus. Mijn mentor beoordeelt mij en zowel haar objectieve als
subjectieve mening over mij hebben daar invloed op. Daar zit de afhankelijkheid van leerling naar
mentor. Ik merk dat ik daarom het liefst niet alleen een goede indruk maak als leerling, maar ook zo
aardig mogelijk gevonden wil worden.
Wat had ik gedaan als ik geen tijd had om te wachten?
Als bijvoorbeeld de patiëntenzorg in de knel zou komen door het uitstellen van mijn gesprek, dan had
ik dat durven zeggen tegen mijn mentor. Hier heb ik geen moeite mee, omdat de reden extern ligt in
plaats van over mijzelf gaat.
Hoe kijken andere tegen deze situatie aan?
Anderen vinden dat ik eerder voor mijzelf had mogen opkomen en daarbij mijn gevoel had kunnen
uiten. Het meerdere keren uitstellen van een afspraak tot er eigenlijk te weinig tijd over is voor de
afspraak, is niet respectvol naar mij. Het gaat hier niet om een gewoon gesprek, maar een
beoordelingsgesprek. Als ik vaker over mijn grenzen laat gaan zonder daar iets van te zeggen, dan
neem ik mijzelf niet serieus. Dit kan een energielek worden en als dat in meerdere situaties vaker
gebeurt, dan kan dat leiden tot een burn-out.
Sommigen begrijpen wel dat ik geen regie heb gepakt op de situatie vanuit angst om niet begrepen
of onaardig gevonden te worden. Zeker omdat het hier om mijn mentor gaat waar je als leerling van
afhankelijk bent voor een goede beoordeling.
Wat is de afdelingscultuur?
Wat ik opmerk is dat er in zijn algemeenheid geen open en veilige sfeer is op de afdeling. Elkaar
feedback geven zie ik weinig gebeuren. Enkele collega’s uiten wel hun mening over een ander naar
die persoon, maar dan wordt er snel op de inhoud gediscussieerd in plaats van op een juiste wijze
feedback gegeven en ontvangen. Ik hoor ook dat er geroddeld wordt over elkaar.
Wat zegt de theorie?
Conflicthanteringstijlen
Volgens de conflicthanteringstijlen van Thomas en Kilmann (Focusvaardigheden HU, 2016) ben ik de
teddybeer met de stijl toegeven.
Deze stijl is gericht op het belang van de ander en niet op het eigen belang. Kenmerkend is flexibel
gedrag, gevoelig voor argumenten / moeilijkheden / belangen van de ander, kan zich goed inleven in
de ander, maar realiseert zijn doelen niet. Dit herken ik in mijn gedachtes en gedrag in deze casus.
Omdat ik mijn belangen serieus wil nemen en mijn doelen wil realiseren, wil ik in de toekomst mijzelf
ontwikkelen naar de conflicthanteringstijl hond – exploreren / samenwerken. Hierbij ga je voor winst
voor jezelf en de ander door goed te luisteren naar wat de ander wil en zoeken naar een oplossing
die ook goed is voor jezelf.
Assertiviteit
Assertief zijn is voor jezelf opkomen en daarbij rekening houden met de ander. Dit betekent niet dat
je altijd je zin krijgt, maar je kan wel zeggen wat je voelt en denkt (Psychologen Nederland, z.d.).
Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden (V&VN, 2015)
Artikel 3.1 zegt dat je samenwerkt met teamgenoten en vakgenoten (in opleiding). “Dit betekent
onder andere dat je bewaakt dat het vragen, geven en ontvangen van feedback op de zorgverlening
open en veilig kan gebeuren” (p. 12).
5
,4. Alternatieven formuleren
De volgende ondersteunende gedachtes kunnen mij helpen mijn doel (leervraag) te bereiken:
- Ik mag er zijn. Ik ben ook belangrijk.
- Ik voel me trots als ik mijn gevoelens en gedachtes uit en mijn eigen doelen en belangen in
acht neem.
- Als ik voor mijzelf opkom, met respect voor de ander, dan zal de ander mij niet onaardig
vinden. Hij kan het wel oneens zijn met mij.
- Als de ander het oneens is met mij, dan is dat niet erg. Als we luisteren naar elkaars
opvattingen en een gesprek voeren op de inhoud, dan hebben we een discussie en geen ruzie.
- Agree to disagree is ook een uitkomst. Even goede vrienden verder.
- Ik mag een eigen mening hebben. Ik mag nee-zeggen. Dit laat zien dat ik ergens over nadenk
en aan mijzelf denk / mijzelf in bescherming neem. Anderen kunnen mij hierdoor serieuzer
gaan nemen.
5. Verandering
Gewenste verandering
In de toekomst wil ik in een soortgelijke situatie:
- feedback geven over wat het met me doet, en;
- grip houden op de situatie door assertiever te zijn (mijn eigen doel / belangen in acht
nemen).
Assertiever zijn
In deze situatie wil ik assertiever zijn door mijn doel en belang in acht te nemen. Die zijn:
- Mijn grens stellen en die kenbaar maken.
Mijn grens is bereikt bij de tweede keer uitstel van het gesprek. Hierover kan ik feedback
geven, zie volgende alinea.
- Zorgen dat mijn werkzaamheden van die middag niet in de knel komen, door toedoen van
mijn mentor.
Soms kan ik niet á la minuut reageren en dan ben ik geneigd ja te zeggen. Dus dit vraagt van
mij dat ik niet zomaar ja-zeg om maar snel een reactie te geven op haar vraag of het gesprek
nog even kan wachten. Wat ik voortaan wil doen is even bedenktijd vragen om zelf na te
gaan of mijn werk / planning niet in de knel komt. Dan zeg ik dat ik er later op terug kom.
- Binnen mijn KBS planning blijven.
Hier moet ik bewust over nadenken en nagaan in mijn planning wat de deadline is van dit
gesprek. Daarom moet dit beoordelingsgesprek binnen een week plaatsvinden.
Feedback geven
Dit doe ik volgens de regels van feedback geven:
- Spreek in de ik-vorm.
- Beschrijf concreet gedrag.
- Richt je op veranderbaar gedrag.
- Speel niet op de persoon.
- Wees eerlijk en niet emotioneel.
- Geef aan welk effect het gedrag op jou heeft.
- Vertel wat je anders zou willen.
Wat kan ik concreet zeggen:
- Ik vind het niet prettig dat mijn beoordelingsgesprek voor de tweede keer wordt uitgesteld
zodat jij je werk kan afmaken. Dit geeft mij het gevoel dat het gesprek weinig voorstelt,
6
, terwijl het voor mij belangrijk is. Ik wil het gesprek een andere keer doen, maar wel binnen
een week om mijn planning te halen. Ik hoor graag van jou wanneer het je uitkomt.
Wat betekent deze reflectie voor mij als verpleegkundige
Ik voorzie dat ik beter kan samenwerken met collega’s wat zowel de kwaliteit van de zorg ten goede
zal komen als de afdelingssfeer positief zal beïnvloeden. En nog belangrijker is dat als ik assertiever
ben, ik lekkerder in mijn vel ga zitten waardoor een burn-out wordt voorkomen.
7
,6. Bronnenlijst
Focusteam vaardigheden HU. (2016). Communicatieve vaardigheden voor
verpleegkundigen. Amsterdam: pearson.
Psychologen Nederland. (z.d.). Assertiviteit. Geraadpleegd op 9 juni 2021, van
https://www.psyned.nl/assertiviteit/
V&VN. (2015, januari). Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden. Geraadpleegd op 9 juni
2021, van https://www.venvn.nl/media/042ooa1u/de-nationale-beroepscode-voor-
verpleegkundigen-en-verzorgenden.pdf
8
, 2. Onderdeel B. Ethiek
1. Oriëntatie
1.1 Inleiding op ethiek
Ethiek betekent voor mij nadenken over je handelen. Met betrekking tot de zorg is dat nadenken
over wat is goede zorg in deze situatie. Centraal hierbij staan vragen zoals: Wat zijn mijn eigen
waarden en normen? En die van de patiënt en zijn naasten? Wat zegt de wet- en regelgeving over
deze situatie? Dit nadenken zorgt voor het streven naar de beste zorg wat per situatie verschillend
kan zijn.
Ik ben de verpleging in gegaan, omdat ik mij wil inzetten voor mensen die hulp nodig hebben en hen
de goede weg op helpen. Dat iemand hulp nodig heeft kan hem zitten in verschillende dingen,
bijvoorbeeld omdat iemand lichamelijk een beperking heeft of advies wil over zijn gezondheid. De
zingeving in dit werk zit hem voor mij in de bijdrage die ik kan leveren iemand een stukje fijner in zijn
vel te laten zitten, soms letterlijk en soms figuurlijk.
Mijn normen en waarden zijn gevormd in de loop van mijn leven. Ik heb veel meegekregen tijdens de
opvoeding van mijn ouders en de algemene mentaliteit van de inwoners van het Westland waar ik
ben opgegroeid. Mijn opvoeding was met name gericht op: goed presteren op school, je hebt zelf
veel invloed op je gezondheid door voldoende te bewegen en gezond te eten, het is belangrijker dat
je een goed betaalde baan hebt dan dat je baan je passie is, je gehoorzaamt naar je meerdere. De
mentaliteit van Westlanders is met name hard werken en niet zeuren. Later ben ik met de
mentaliteit van stedelingen in aanraking gekomen doordat ik mijn school daar voortzette en jaren in
de stad heb gewoond. Ook neem ik waarden en normen over van voorbeeldfiguren in mijn leven,
zoals van leraren van mijn sporten turnen en de dansacademie. Tevens beïnvloedt de mentaliteit en
cultuur van deze sporten je ook. Uiteindelijk zijn mijn levensgebeurtenissen – zoals de scheiding van
mijn ouders, mijn burn-out, het moeder worden en de carrière switch - ook een belangrijke bron van
reflectie en inspiratie van wat ik belangrijk vind in het leven.
Mijn belangrijkste normen en waarden met betrekking tot de zorg
- Welbevinden – als iemand niet lekker in zijn vel zit, dan heb je daar als zorgprofessional ook
aandacht voor
Ik vind het belangrijk dat een ieder goed in zijn vel zit. Dit betekent voor mij een gezond
evenwicht ervaren tussen jezelf en de buitenwereld. Natuurlijk kan er in het leven van alles
gebeuren (het overkomt je of je wordt ermee geboren) waardoor je lichamelijk of psychisch
(even) ‘iets hebt’. Ook juist dan is het haalbaar om lekkerder in je vel te komen, zodat een
ieder vanuit daar kan werken aan zijn acties en doelen in zijn (dagelijks) leven. Ik vind dat
zorgprofessionals een holistische blik moeten hebben op de patiënt. Een luisterend oor
bieden, kan dan al helpend zijn.
- Eerlijkheid – de patiënt krijgt alles te weten over zijn gezondheidssituatie, ook al is de
betekenis (nog) onzeker
Ik vind het belangrijk dat de zorgprofessionals eerlijk zijn tegen de patiënt over zijn
gezondheidssituatie. Dit betekent voor mij dat er geen feitelijke informatie wordt
achterhouden, ook al zijn er onzekerheden of onduidelijkheden vanuit de zorgprofessional.
In mijn optiek heeft de patiënt alle recht om alles te weten over zijn gezondheidstoestand en
is het aan de zorgprofessional om helder uit te leggen hoe die informatie geïnterpreteerd
moet worden.
- Privacy – tijdens lichamelijk onderzoek van ‘een intiem gebied’ bij een patiënt zijn altijd zo
min mogelijk zorgprofessionals aanwezig
9
, Neem de situatie dat er lichamelijk onderzoek moet plaatsvinden bij een patiënt die is
geopereerd aan haar vulva. Aanwezig zijn de zaalarts, coassistent, leerling verpleegkundige
en gediplomeerd verpleegkundige. In deze situatie vind ik het belangrijk dat de privacy van
de patiënt wordt geborgd door het minimum aantal personen aanwezig te laten zijn om de
juiste zorg te kunnen bieden. Dus in mijn optiek zouden de zaalarts en coassistent een
afweging moeten maken wie van hen op de patiëntenkamer is. Hetzelfde geldt voor de
leerling verpleegkundige en de gediplomeerd verpleegkundige.
- Vriendelijkheid/gastvrijheid – als er op de gang van jouw afdeling een patiënt/bezoeker
vragend om zich heen kijkt, dan vraag je direct of je kan helpen
Ik vind het belangrijk dat een patiënt/bezoeker van een ziekenhuis zo snel mogelijk wordt
geholpen. Dit betekent voor mij dat – ondanks dat ik op dat moment bezig ben of het mijn
patiënt niet is – ik altijd vraag of diegene geholpen wil worden.
- Lichamelijke integriteit – geen medicatie aanbieden, tenzij het echt niet anders kan
Ik ben ervan overtuigd dat alle soorten medicatie in bepaalde mate slecht zijn voor je
gezondheid. Dus mijn principe is dan ook, biedt medicatie alleen aan wanneer het
noodzakelijk is voor het herstel of het behouden van de gezondheid. Dit principe heb ik zeker
als het gaat om opiaten. Het ervaren van pijn kan het herstel in de weg zitten. Echter kan
deze pijn binnen een dag vanzelf afnemen en kan mijn inziens de patiënt even op zijn tanden
bijten om in de tussentijd te proberen te mobiliseren. Bij een lage pijnbeleving ben ik
terughoudend met het aanbieden van een opiaat. Als de patiënt erom vraagt, dan zal ik hem
informeren over de voor- en tegenargumenten en beslist de patiënt of hij de opiaat wel of
niet neemt.
- Respect voor autonomie – de wens van de patiënt zo veel mogelijk respecteren
Ieder mens is anders en vindt daarom andere dingen in het leven belangrijk. Als
zorgprofessional vind ik dat je respect moet hebben voor iemands opvattingen, keuzes en
leefwijze (met betrekking tot gezondheid en welke zorg zij wel/niet willen). Dit betekent voor
mij dat de zorgprofessional de patiënt alle informatie geeft over de behandelingen en hoe
die persoon zelf zijn gezondheid kan bevorderen. De patiënt mag hierbij zijn eigen keuzes
maken. Als zorgprofessional mag je vanuit de inhoud reageren op de opvattingen van de
patiënt die hieraan ten grondslag liggen, maar altijd met behoud van respect voor de keuze
van de patiënt.
Trots op
Ik ben trots op mijn toegevoegde waarde op de werkvloer op het vlak van
vriendelijkheid/gastvrijheid. Voor patiënten/bezoekers is een ziekenhuisbezoek of -opname altijd
spannend. Niemand kiest er vrijwillig voor om naar een ziekenhuis toe te gaan en men wil graag zo
snel mogelijk weer naar huis kunnen. Met een vriendelijke en gastvrije houding richting de
patiënt/bezoeker kan je het verschil maken tussen het gevoel van spanning versus iemand zo veel
mogelijk op zijn gemak brengen. Ik heb aan mijn collega’s laten zien dat kleine dingen bijdragen om
het bezoek van een patiënt/bezoeker zo aangenaam mogelijk te maken. Enkele voorbeelden zijn: 1)
Sluit aan op kennisniveau van de ander door vaktermen te vermijden. Vraag altijd of de ander je
begrepen heeft. 2) Als een bezoeker niet weet waar hij moet zijn, leg dan duidelijk uit hoe hij op zijn
bestemming moet komen. Het ziekenhuis is groot en iemand kan de zenuwen krijgen als hij de weg
niet kan vinden. 3) Bied iemand wat te drinken aan als hij even moet wachten. 4) Toon interesse in
de ander door bijvoorbeeld te vragen of hij een goede reis heeft gehad of hoe het voor die persoon is
om hier (in het ziekenhuis) te zijn.
1.2 Inleiding op mijn casus
In het ziekenhuis wordt mevrouw X opgenomen voor behandeling van haar vulvacarcinoom. Zij krijgt
de behandeling vulvectomie en daarbij worden haar lymfeklieren verwijderd in de linker- en
rechterlies. Enkele maanden geleden onderging mevrouw voor de eerste keer een vulvectomie
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ingekester. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.