100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Praktisch Goederenrecht 1 $5.90
Add to cart

Summary

Samenvatting Praktisch Goederenrecht 1

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting Goederenrecht

Preview 3 out of 21  pages

  • Yes
  • September 13, 2021
  • 21
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Goederenrecht samenvatting
Hoofdstuk 1 Basisbegrippen van het goederenrecht
Het goederenrecht is het gebied dat gaat over de rechtsrelatie tussen een persoon en een goed

Het verbintenissenrecht is het rechtsgebied dat de rechtsrelatie tussen personen bestrijkt

Zaken -> de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten -> moet aan twee criteria
voldoen, namelijk:

1. Voor menselijke beheersing vatbaar (vastpakken+macht)
2. Een stoffelijk object (bepaald materiaal/stof)

Drie verschillende categorieën vermogensrechten:

1. Overdraagbaar (eigendomsrecht)
2. Stoffelijk voordeel (smartengeld)
3. In ruil voor stoffelijk voordeel (vergoeding)

Onroerende zaken zijn zaken die niets verplaatsbaar zijn

Portacabin-arrest -> onroerende zaak

Roerende zaken -> alle zaken die niet onroerend zijn, dus zaken die verplaatsbaar zijn

Bestanddeel -> alles wat volgens verkeersopvatting deel uitmaakt van een zaak -> als maatschappij
vinden wij dat het deel uitmaakt van een andere zaak

Hoofdzaak -> één zaak onderscheiden

Registergoederen -> in de eerste plaats goederen -> het tweede vereiste is dat voor de overdracht of
de vestiging van deze categorie goederen inschrijving in openbare registers noodzakelijk is

In de wet is opgenomen van welke goederen de overdracht of de vestiging in de openbare registers
moet worden ingeschreven -> onroerende zaken zijn altijd registergoederen

Het Kadaster is de instantie die de openbare registers voor onroerende zaken bijhoudt en die ervoor
zorg draagt dat de gegevens van overdracht of vestiging worden ingeschreven

Voorbeelden registergoederen:

 Een huis
Gemeenschappelijk kenmerk:
 Een bedrijfsgebouw
 Een stuk grond De overdracht ervan moet worden ingeschreven in de
 Grote schepen openbare registers
 Vliegtuigen

Niet-registergoederen -> alle goederen die geen registergoed zijn

Natuurlijke vruchten -> 1. Het zijn zaken + 2. Deze worden volgens verkeersopvatting als vruchten
van andere zaken aangemerkt

Een natuurlijk vrucht wordt een zelfstandige zaak op het moment dat deze wordt afgescheiden

Burgerlijke vruchten -> 1. Het zijn rechten + 2. Deze worden volgens verkeersopvatting als vruchten
van goederen aangemerkt

,Een burgerlijke vrucht wordt een zelfstandig recht op het moment dat deze opeisbaar wordt

Goede trouw van een persoon ontbreekt in de volgende gevallen: (je moet onderzoek doen)

1. Wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heeft kende
2. Wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heeft behoorde
te kennen

Iemand is dus te goeder trouw wanneer hij niet wist en niet hoefde te weten dat feiten of het recht
waarop zijn goede trouw betrekking heeft niet juist waren


Hoofdstuk 2 Absolute rechten en relatieve rechten
Absolute rechten -> rechten die een persoon op een goed kan hebben -> het geeft de
rechthebbende de bevoegdheid om een bepaalde heerschappij over het betreffende goed uit te
oefenen

Relatieve rechten -> rechten die slechts tegenover een bepaald persoon werken

Acht absolute rechten:

Boek 3 BW:

1. Vruchtgebruik
2. Pand
3. Hypotheek

Boek 5 BW:

4. Eigendom
5. Erfdienstbaarheid
6. Erfpacht
7. Opstal
8. Appartement

Rechtsgevolgen absolute rechten

 Zaaksgevolg (droit de suite)

Zaaksgevolg houdt in dat het absolute recht op een goed blijft bestaan, ook al bevindt dat goed
zich niet meer in de macht van de rechthebbende

 Prioriteitsbeginsel (droit de priorité)

Ingeval er meer dan één absoluut recht op een goed rust, dan gaat het eerder gevestigde absolute
recht vóór een later gevestigd absoluut recht

 Bevoorrechte positie (droit de préference)

De rechthebbende van een absoluut recht neemt een bevoorrechte positie in bij faillissement van
een ander
Volledige rechten
Absolute rechten


Beperkte rechten

, Het eigendomsrecht is het enige absolute recht dat kan worden aangemerkt als een volledig recht

Volledig recht -> eigendomsrecht, de rechthebbende kan alles doen met de zaak

Beperkt recht -> een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht

Een eigenaar mag met zijn eigendom geen hinder veroorzaken of de wet op andere wijze overtreden

Vruchtgebruik -> het recht om goederen die aan een ander toebehoren, te gebruiken en daarvan de
vruchten te genieten

Vestigen -> doen rusten op

Verjaring -> het houdt in dat een bezitter te goeder trouw een recht op roerende zaken, niet-
registergoederen, kan verkrijgen door een onafgebroken bezit van drie jaar

Pand (art. 3:227 lid 1 BW) ->

 Schuldeiser -> degene die het geld uitleent
 Schuldenaar -> degene die het geld moet terugbetalen
 Om er zeker van te zijn dat de schuldeiser zijn geld terugkrijgt, wordt een recht van pand
gevestigd op een niet-registergoed
 Pandhouder -> schuldeiser
 Pandgever -> de eigenaar van het verpande goed

Het verschil tussen pand en hypotheek is dat het pandrecht op een niet-registergoed wordt
gevestigd, terwijl een hypotheekrecht op een registergoed wordt gevestigd

Erfdienstbaarheid -> het is een last waarmee een onroerende zaak – het dienende erf – is bezwaard
ten behoeve van een andere onroerende zaak – het heersende erf

Recht van overpad -> het recht om over een stuk grond dat van een ander is heen te gaan om bij
jouw eigen erf te komen

De vestiging van een erfdienstbaarheid vindt plaats door middel van een notariële akte

Het recht van erfdienstbaarheid dient voor een periode van tien jaar onafgebroken in het bezit te zijn
van de rechthebbende te goeder trouw zijn (verjaring)

Erfdienstbaarheid wijzigen/opheffen: art. 5:78 BW

 Onvoorziene omstandigheden
 Strijd met algemeen belang

Erfpacht -> de pachter verkrijgt de bevoegdheid om een onroerende zaak van een ander te
gebruiken

De erfpachter heeft hetzelfde genot van de zaak als een eigenaar, maar hij mag de bestemming van
de onroerende zaak niet zonder toestemming van de eigenaar veranderen

Canon -> een bepaald geldbedrag dat de erfpachter moet betalen (vergoeding)

Recht van opstal -> recht om/op boven een onroerende zaak van een ander te bouwen

Retributie -> een bepaald geldbedrag dat de opstaller moet betalen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tyshiramlw. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90
  • (0)
Add to cart
Added