100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College 1 - Onrechtmatige daad $6.98
Add to cart

Class notes

College 1 - Onrechtmatige daad

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

volledig uitgeschreven colleges.

Preview 2 out of 6  pages

  • September 14, 2021
  • 6
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Lindeberg, schelhaas & hebly
  • All classes
avatar-seller
College 1 – maandag 9 november 2020 – OD 1

Onrechtmatige daad I: Eigen onrechtmatige gedraging
Wettelijk stelsels van aansprakelijkheid:
Vestiging van aansprakelijk:
1. Vaststellen wie op welke grond aansprakelijk is:
a. Contract, 6:74 BW
b. Onrechtmatige daad, art. 6:162 BW  vandaag
c. Kwalitatieve aansprakelijkheid 6:169 e.v. BW (dinsdag)
Omvang van aansprakelijkheid
 Dan is van belang: voor welke schade en tot welke omvang, dat is voor al die gevallen in art. 6:95 e.v. BW geregeld. Daar vind je wat
elementen van het schadevergoedingsrecht  Wordt vrijdag herhaald = gedeeltelijk bachelor en gedeeltelijk verdieping.
- Schadebegrip: 6:95, 96, 106 BW
- Begroting, art. 6:97, 103, 104 BW
- Causaliteit, art. 6:98, 99, 100, 101, 102 BW
- Bijzondere bepalingen letsel en overlijden, art. 6:107, 107a en 108 BW.
- Beperkingen, art. 6:109 en 110 BW
Maar ook andere vorderingen kan je instellen dan schadevergoeding, op grond van art. 3:296 BW – remedies I. (Remedie is een soort
geneesmiddel) Op grond van deze bepalingen, hebben over schadevergoeding, dit is de meest voor de hand liggende remedie. Je hebt ook
andere remedies; andere vorderingen instellen op deze gronden. Dit komt volgende week.

Elementen, art. 6:162 BW
Vijf vereisten:
1. Onrechtmatige daad: lid 2.
a. Inbreuk op een recht
b. Handelen in strijd met een wettelijke plicht
c. Handelen in strijd met ongeschreven recht
2. Welk hem kan worden toegerekend: lid 3
3. Schade, art. 6:95 e.v. BW
4. Causaal verband ‘dientengevolge’, twee stappen: 1. C.s.q.n. verband. 2. Voldoende toerekeningsverband zijn, art. 6:98 BW
5. ‘Jegens’, art. 6:163 BW  relativiteit. Rijker uitgewerkt.

Drie typen onrechtmatigheid:
1. Rechtsinbreuk  als je het terrein afrijdt en er wordt geen voorrang verleend en je breekt je been = ja, is een rechtsinbreuk,
want je hebt schade aan je been en het recht op lichamelijk integriteit.
a. Het moet gaan op aantasting van een subjectief recht: het gaat niet om het gevolg, maar om het inbreuk makende
handelen. Dus je kan niet zeggen; been is gebroken, nee kijk naar de handeling; de handeling was een aanrijding
(Feitelijke handeling) maar iemand verleend jou geen voorrang en dat zegt dat het handelen is tegen de wet;
voorrang. Wanneer is inbreuk makend handelen onrechtmatig: uitoefening in strijd met exclusieve bevoegdheid van
de rechthebbende. Voorbeeld = auteursrecht, iemand die mijn stukken publiceert. Of belemmering rechthebbende
in genot, gebruik of beschikking.  Eigendomsrechten. Een ander belemmerd jou in het gebruik, genot of
beschikking. Inbreuk categorie is in de praktijk heel erg beperkt, behalve in intellectuele eigendomssfeer of
auteursrechten. Waarom hebben we deze categorie nog? Er zijn gevallen dat deze categorie van heel zelfsprekend is,
zoals bij het kopiëren van Nike teken. Het niet enkel veroorzaken van persoons/zaakschade is niet rechtsbreuk.
2. Handelen in strijd met een wettelijke plicht (wetsschending)  veel belangrijker! De wet is heel breed: NL, EU en EVRM.
Materiële wetgeving (ook vergunningsvoorwaarden). Vooral de relativiteitstoets is hier van belang. Meestal zegt de wet. Niets
of er een privaatrechtelijke betekenis is. En of schending recht op schadevergoeding geeft.
3. Schending ongeschreven zorgvuldigheidsnorm (ongeschreven recht)  dat is een open norm het is niet geschreven dus lastig
te vinden. De rechtspraak is maatgevend, alleen als je de rechtspraak kent kan je hiermee uit de voeten komen. Het is in veel
typen gevallen te gebruiken (allesreiniger). Hier moet je iedere keer, in iedere casus afvragen of het onrechtmatig is ja of nee.
Niks staat in de wet, inbreuk helpt ook niet verder. Als je zegt dat het onrechtmatig is dan zeg je eigenlijk; had je niet moeten
doen dus is verwijtbaar. Er is dan ook relativiteit, want je beantwoord de vraag in de concrete situatie in relatie met betrokken
partijen. Betekent niet dat toerekenend en relativiteit niet belangrijk zijn, maar je beantwoord ze eigenlijk in één slag.

Voorbeelden toepassing ongeschreven zorgvuldigheidsnormen:  veruit belangrijkste bepaling van het BW, want gaat over
maatschappelijk handelen.
- Gevaarzetting
- Profiteren van nadersmans wanprestatie
- Hinder
- Milieuaansprakelijkheid
- Bestuurdersaansprakelijkheid
- Staking
- Oneerlijke mededingen
- Perspublicaties
- Zorgplicht banken
- Toezichthouders aansprakelijkheid
- Etc. etc.

, Hoe gaat rechters hier mee om?
Je zou zeggen, open norm lekker makkelijk, een rechter kan lekker z’n gang gaan.
Smeehuijzen: De rechter zoekt houvast (HR iets gezegd? Zijn er nog maatschappelijke gebruiken?), terwijl je zou zeggen dat de rechter vrij
is. Het is in hoge mate feitelijk en oordelen naar alle omstandigheden. Rechter zoekt naar objectivering: eerst externe bronnen, daarna
eigen invulling.
Hoge Raad: gezichtspunten  Kelderluikfactoren. Dan kijkt hij naar de wet: ‘samenwerking’ & ‘reflexwerking’. Maar kijkt ook naar
maatschappelijke normvorming: protocollen, CROW (=club die bezighoudt met onderhouden van wegen/stoepen etc.), etc. Medische
protocollen zijn een mooi voorbeeld. Een protocol is misschien wel een richtlijn, maar een arts moet wel handelen volgens het protocol
tenzij arts kan uitleggen waarom hij het niet had gedaan. Artsen zijn het daar niet mee eens, want protocol is geen wet, HR zegt: dat zeg ik
niet, je moet je gewoon houden aan protocol wat je samen maakt, of je verweren op geode argumenten waarom je niet houdt aan
protocollen. Normen hebben enorme invloed op hoe onrechtmatigheidsbegrip wordt uitgelegd.
Voorbeeld: het gaat om medisch handelen, dan heb je de norm van de Hoge Raad, met een medisch protocol (wat redelijk is kan je vinden
in wat ze zelf hebben afgesproken), heeft de arts het goed gedaan? Moeilijke vragen voor de rechter, maar de tuchtrechter heeft daar vaak
wel een oordeel over. Maar de rechter kan de rechter als deskundige volgen.
MAAR: weging van concrete omstandigheden blijft beslissend.

Gevaarzetting – 1 van de categorieën van onrechtmatig handelen
Het in het leven roepen of laten voortbestaan van een onverantwoord gevaar voor personen of zaken. Wanneer is het verantwoord en
wanneer is het onverantwoord. Autorijden is heel gevaarlijk, objectief gezien. En toch vinden wij het volstrekt geaccepteerd. Dus niet al het
gevaar is onrechtmatig.
De Hoge Raad geeft sinds 1966 gezichtspunten:
 Mate van waarschijnlijkheid van onoplettendheid;
 Grootte van de kans op ongevallen daaruit;
 Mogelijke ernst van de gevolgen;
 Bezwaarlijkheid van voorzorgsmaatregelen.
Zijn geen vereisten, wel om te kijken of het onrechtmatig is. Je moet de punten tegen elkaar afwegen. Het is niet elk punt afgaan en
‘check’. De context is ook belangrijk (aard van de rechtsverhouding), niet alles is geoorloofd: sporten, autorijden is toegestaan. In de
bokspring mag je slaan in het echte leven niet.  Sport & spel (gevaarlijke gedragingen van elkaar te verwachten), terreinbeheer, zuiver
nalaten (eis: aansprakelijke partij moet het gevaar hebben gekend). Contexten bepalen de hoogte van de aansprakelijkheidsdrempel, soms
laag soms hoog.

Jansen: ‘aard gedraging?’, ‘gebruikelijkheid van voorzorgmaatregelen?’ Zijn het ook kelderluikgezichtspunten: nee, die horen er niet bij. De
Hoge Raad heeft ze niet zelf bedacht, maar is Internationale erkende gezichtspunten voor vaststelling van aansprakelijkheid.

Gezichtspunten benadering, zijn geen vereisten of criteria maar toetsstenen. Het is niet zonder problemen, maar ok niet eenvoudig beter
te sturen. Je kan er veel over zeggen, maar je kan niet goed inschatten of je een zaak hiermee kan winnen. Knigge: als je begint te snoeien
in de gezichtspunten, kan het dan makkelijk? Nee het kan niet echt makkelijk, want we hebben het over een open norm. Open norm lijkt
ideaal, Knigge zegt de gezichtspunten zijn wel heel open kan het niet wat strakker? Maar het is niet voor niets een open norm? Dit is de
spanning die in dit terrein zit.

Ongeschreven normen in te vullen met geschreven normen?
Dat laat Smeehuijzen zien, hier is publiekrechtelijke regeling belangrijk. Maar dat is publiekrechtelijke regelgeving. Het uitgangspunt
daarvan is dat het voor publiekrecht en niet voor privaatrecht. Wat is de betekenis van de publiekrechtelijke regelgeving voor de
privaatrechtelijk normstelling? Dit zie je mooi terug in de stukken van Smeehuijzen en Van Boom & Barendrehct. Zij laten zien dat in het
asbest dossier dat de overheid heel laat op gang is gekomen met publiekrechtelijke regelgeving. Als je dit zou meten aan publiekrechtelijke
regelging, zouden zij nooit aansprakelijkheid zijn geweest. HR: nee publiekrechtelijke regelgeving is niet beslissend, het gaat over
privaatrechtelijke regelgeving hoe mensen zich tegen over elkaar gedragen.
Bij publiekrechtelijke normen speelt relativiteitsvraag.

Hoe kijkt de rechter terug?
Tijdsaspect (Barendrecht & Van Boom, ook Giesen) denk aan: asbest, Effectenlease, roken, mobiele telefonie? Als dit heel schadelijk zou
zijn, zijn providers over 10 jaar aansprakelijk als telefoons heel slecht zouden zijn door die mobielen, bijv. een specifieke tumor hebben. HR:
onrechtmatige daad dat is een daad (gedrag) en gedrag beoordeel je naar het moment waarop het plaatsvindt. De HR doet dat keurig,
maar houdt het niet vol; wat als er nog geen geschreven normen zijn; dan kijken we naar de maatschappelijke opvattingen. Dit gaat over
asbest; er waren geen geschreven normen daarover en wat waren de maatschappelijke normen op dat gebied?  TOP! Goed spul, tijd van
de wederopbouw, asbest is goedkoop, brandveilig, isoleert goed, geweldig. Het kost misschien over 40 jaar mensenlevens, we hadden
begrepen dat er misschien iets mis mee zou zijn, maar we hebben wel eens gehoord dat het schadelijk zou zijn; zo was het toen met
asbest. Maar de maatschappelijke opvatting was dus dat het niet verboden was. Op basis van deze gedachte kan je nooit aansprakelijkheid
van asbestschade gronden, dat kan niet. Van Boom & Barendrecht eigenlijk moet het zo, maar het komt nu neer op slachtofferbescherming
dit is onrecht. Rechters gaan enorm knutselen en komt uiteindelijk tot aansprakelijkheid. Dat kan natuurlijk niet! Het probleem is: achteraf
zeggen dat het allemaal niet goed was. Wat als er al wel geschreven normen zijn, maar deze niet ‘bij de tijd’ zijn? Gaat het in
aansprakelijkheidsrecht wel over gedragsnormen; in theorie wel. Maar wie gaat die letselschade nou daadwerkelijk dragen? Gaan we die
mensen nog wat gunnen?  Is het een stelsel van gedragsnormering; in de letter wel want gaat om onrechtmatige daad, maar het is
dossier slachtofferbescherming geworden. Is het een verschuiving van gedragsnorm naar risicotoedeling? Hoe regel je dergelijke
problemen dan wel? Misschien moet je voor de mobiele telefonie nu een fonds maken en bespreken dat er nu een risico is en dan heb je
een fonds waar je straks uit kan putten. Gaat het werken? Moeilijk, dat risico is te onzeker om erin te gaan investeren. Je probeert vat te
krijgen op risico’s die zich niet laten grijpen. Het recht kan niet meer dan het kan.

Giesen: ‘historisch onrecht’: seksueel misbruik in de kerk (onrechtmatige daad was niet het probleem), Indonesië, klimaatschade, slavernij,
etc. Hier kan je prima met onrechtmatige daad werken: behalve klimaatschade en slavernij is best lastig.  Interessant scriptie
onderwerp!

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittje117. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.98
  • (0)
Add to cart
Added