Afwikkelingsvragen:
Civiele rechter? Het gaat om privaatrechtelijke verhouding: heel veel mensen uit Groningen. Privaatrecht is 1 op 1 verhaal;
roept problemen op. Privaatrecht heeft het geprobeerd.
Bestuursrechtelijk model? De overheid probeert het naar een bestuursrechtelijk model te trekken.
Dit wordt een privaatrechtelijke vordering in een bestuursrechtelijk model.
Materieelrechtelijke vragen: prejudiciële beslissing
Het is aardig om te zien; dit was in een tijd (tijdsverloop) en dit was een discussie een paar jaar geleden: gaan we bestuursrechtelijke
figuren optuigen of niet, blijft dan een opening voor privaatrechtelijke rechter? De Hoge Raad kreeg de vragen voorgelegd; laatste kans om
als civiele rechter daar iets over te zeggen. Een aantal vragen waren van betekenis over het algemeen
vermogensrecht/aansprakelijkheidsrecht, maar er waren ook specifieke Groningen kwesties:
- Is energiebedrijf NL aansprakelijk naast de NAM?
- Is de Staat aansprakelijk? HR: ja vanaf 2005 wel; tenzij ze passende maatregelen hebben genomen > vraag voor
feitenrechter.
- Er zit een formele rechtskracht probleem in: overheid heeft vergunningen verleend en burgers zijn er niet tegenop gekomen –
formele rechtskracht dat je er niet aan komen. HR: dat is flauw, ook t.a.v. burgers die later daar kwamen wonen en nooit iets
tegen die vergunningen iets hebben kunnen doen.
- Bewijsvermoeden van veroorzaking, artikel 6:177a BW: twijfel zaaien is niet voldoende voor tegenbewijs.
Algemene kwesties:
Vraag 1:
Maakt grondslag, artikel 6:177 of 6:162 BW, uit voor omvang?
Hoofdregel = nee, want we hebben eenvormig schadevergoedingsrecht: of de vorering gebaseerd is op wanprestaties,
risicoaansprakelijkheid, schuldaansprakelijkheid. In beginsel zelfde schadevergoedingsrecht; niet een Engels recht met torts en eigen
gevolgen. Dit schadevergoedingsrecht biedt wel mogelijkheden voor differentiatie. Je ziet dat in artikel 6:98 (causale toerekening), 100
(zelfde redelijkheidscriterium als 6:98: Tennet/ABB), 101 (maakt het uit of het een zware of lichte aansprakelijkheid), 109 BW. HR: op
zichzelf maakt het uit, maar de omvang van verplichting die berust op risicoaansprakelijkheid is niet in het algemeen kleiner of groter dan
wanneer deze op artikel 6:162 BW berust. Dat gaat de HR uitleggen: het gaat eigenlijk om de vraag: wat is de grondslag, wat zit er onder
zo’n aansprakelijkheid, wat voor bereik brengt die grondslag met zich mee?
HR: artikel 6:177 BW is gemaakt voor mijnbouwschade; daar heeft mijnbouw profijt van dus dan moet hij ook de lasten dragen. Deze
redenering zie je duidelijk terug; dat rechtvaardigd een royale toerekening.
HR nuanceert ook nog: het is niet uitgesloten dat artikel 6:162-aansprakelijkheid in concreet geval toch nog leidt tot ruimere toerekening
dan via artikel 6:177 BW. Dat is interessant, want als dat in Groningen zou spelen dan maakt het uit of je de NAM op grond van artikel
6:177 kan aanspreken of de overheid op grond van artikel 6:162 BW dan heb je een extra loket voor schadevergoeding.
Vraag 6:
Hoe zit het met de toerekening van gevolgen van kwetsbaarheid van persoon of zaak aan exploitant?
Stel je hebt iemand die is over het randje geduwd door de aardbevingsschade, maar de doorsnee Groninger is ook best stevig getroffen,
maar in bijzondere mate is iemand kwetsbaar en die raakt na de eerste aardbeving van de kaart. Daarnaast staat Groningen vol met
kwetsbare gebouwen die dit niet aan kunnen. Voor wiens risico komt deze kwetsbaarheid?
HR: Schade door mijnbouwactiviteiten moet in beginsel ook op grond van artikel 6:98 BW aan de exploitant worden toegerekend als deze
(mede) is ontstaan of verergerd door ene persoonlijke predispositie van de benadeelde. Voor toepassing van artikel 6:101 BW is slechts
onder bijzondere omstandigheden plaats. Dus eigen schuld is bijna niet aan de orde. Hoe zit dat met de zaken? Aan een onroerende
zaak die zich boven het Groningenveld bevindt kan in beginsel niet de eis worden gesteld dat zij zonder schade bodembeweging doorstaat.
De enkele omstandigheid dat een onroerende zaak niet bestand is tegen bodembeweging vormt dus geen bijzondere kwetsbaarheid van
die zaak die tot een vermindering van de omvang van de verplichting tot schadevergoeding kan leiden. Zij rechtvaardigt evenmin een
vermindering van de schadevergoedingsverplichting van de exploitant op grond van artikel 6:101 BW. Bijv. Als jij een pand hebt in
Groningen en die staat al jaren op instorten; en die beving komt en dat is het duwtje dat het gebouw instort; is dat niet direct eigen schuld
en komt in beginsel voor rekening van de mijnbouwer.
Dit gaat om grote belangen.
Vraag 7:
Stel je woont in Groningen maar je kan je huis niet verkopen/of wil dat niet; maar is wel minder waard geworden, weetje niet wat je hebt
het niet verkocht. Is dat schade? HR: daar beginnen we niet aan, want die schade kan je niet begroten. Het lastige is dat de schade morgen
anders kan zijn. Als je hem vandaag aflevert en morgen is het anders; moet je het dan terugbetalen? Als de schade zich niet heeft
verwezenlijkt kan de HR daar niets mee. Verheij: geldt het BW ook in Groningen? Morgen betaal ik jou en morgen betaal ik jou weer terug.
HR heeft hier oog voor: de omvang van de verplichting van de exploitant om de schade te vergoeden die bestaat in waardevermindering
van een woning die het gevolg is van het risico van toekomstige bodembeweging boven het Groningenveld zoals potentiele kopers dat zien
en die zich nog niet heeft gemanifesteerd bij (serieuze poging tot) verkoop van de woning kan nog niet worden begroot. De omvang van de
schade kan pas begroot worden op het moment dat sprake is van een geofysisch voldoende stabiele toestand. Dit laat onverlet dat de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittje117. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.