100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Onderwijskunde 2.2 $8.04   Add to cart

Summary

Samenvatting Onderwijskunde 2.2

 66 views  6 purchases
  • Course
  • Institution

Zelfgestuurd werken, controlemiddelen, werkblaadjes, executieve functies, sociaal-emotionele ontwikkeling

Preview 8 out of 26  pages

  • September 14, 2021
  • 26
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
ONDERWIJSKUNDE 2.2

DEEL 1: TAAKGERICHT WERKEN IN DE KLAS
Zelfsturing // Executieve functies // Stimuleren van de werkhouding // Contractwerk // Werkblaadjes
// Stappenplan in de school // Zelfcontrolemiddelen
DEEL 2: SOCIAAL – EMOTIONELE ONTWIKKELING
Relationele vaardigheden // Omgaan met behoeften & gevoelens // Inlevingsvermogen // Seksuele
vorming bij kleuters



DEEL 1: TAAKGERICHT WERKEN IN DE KLAS

Hoofdstuk 1 Zelfsturing

Visie van CEGO
Zelfsturing is jezelf een doel opleggen, weten wat je wil en dat in handelen kunnen omzetten. Het is
een aparte competentie en gaat over de kunt van het beheren. Het benut van kansen die in een
omgeving zich voordoen, zien en vastgrijpen. Het benut is iets wat aan eigen noden, behoeften en
idealen beantwoordt. 4 componenten spelen daarbij een rol:

1. WILSKRACHT
Het vermogen om zich voor iets in te spannen, door te zetten, weerstand te bieden.
Wilskracht komt voor in het kunnen concentreren, vastberadenheid, frustratie-intolerantie,
beheersing en moed.
 Kan leiden tot eenzijdigheden: koppigheid, overdreven principieel en (bijna) niet in staat
zijn om compromissen te sluiten of teveel van jezelf eisen.

2. KUNNEN KIEZEN
Kunnen kiezen/richting kunnen geven waarom je voor een bepaald doel wilskracht nodig
hebt, waar wil ik naartoe?
Het moet overeenstemmen met je innerlijk gevoel en nagaan wat voor jou echt belang heeft.
 Als deze component misloopt: weinig initiatief nemen, kansen laten liggen, een vlak
bestaan leiden.

3. SCENARIO’S OPROEPEN EN UITVOEREN
Beelden kunnen oproepen en in staat zijn om deze om te zetten in daden, instaat zijn om een
plan te volgen
 Falend in deze component: ongeorganiseerd zijn, chaotisch overkomen. Het
enthousiasme is er vaak wel maar onderweg val je stil doordat je niet weet hoe je iets
moet aanpakken/aanvangen.

4. AFSTAND KUNNEN NEMEN
Af en toe van je traject stappen en je leven zelf in handen nemen om het geheel vanop een
afstand te beschouwen. Nagaan of je handelingen wel nog in dezelfde lijn met het
vooropgesteld doel liggen, nagaan of je wel de juiste beslissing genomen hebt.
Kunnen uit je concentratie stappen om de bredere omgeving in je op te nemen.
 Afstand nemen voegt veel toe aan je zelfsturing want er zijn meer garanties dat je je doel
zal behalen doordat je regelmatig evalueert en bijstuurt.


1

, ONDERWIJSKUNDE 2.2

Zelfsturing en andere kwaliteiten
Het is een aparte competentie die je moet verwerven. Iemand met een negatief zelfbeeld zal eerder
stuurloos in het leven staan.
- Verbeeldingskracht & creativiteit -> moeiteloos aan het doel concrete plannen hangen
- Energiek temperament -> kan heel wat op korte tijd verzetten
- Communicatief -> maakt van iemand een leider, een goede bestuurder voor anderen

Zelfsturing in de klas
Voorbeelden p. 10-12

Bevordering van zelfsturing
Creer een open organisatievorm waarbij er ruimte is tot het nemen van initiatief. Kls worden
geprikkeld en sturen hun autonomie bij. Kls die nood hebben aan sturing, voorzie je een extra
ondersteunende maatregel.

1. LEREN KIEZEN
Werken met een keuzebord en met een kiesklok = enorme ondersteuning van het proces
‘iets leren afwegen’. Voor sommige kls moet je de keuzes gaan beperken tot 2
mogelijkheden. Op het eind van een activiteit kan het kind bij jou komen en zijn volgende
keuze al reeds maken -> leert zich bij te sturen.

2. SCENARIO’S AANREIKEN
Wanneer een spel stilvalt moet je spelimpulsen voorzien. Door bijvoorbeeld boeiende
inspiratie te geven door het vertellen van een verhaal. Je kan in bepaalde SWP’s foto’s
hangen over onderwerpen, handelingen van materialen, … die modellen zijn de
startscenario’s.

3. DOORZETTEN
In de ontwikkeling van wilskracht, speelt zelfvertrouwen een grote rol. Die basis bij kls kan je
versterken door te helpen om succeservaringen op te doen. Je achter hun bij het realiseren
van hun doel. Praat kls die willen opgeven, moed in want de ervaring dat doorzetten,
waardevolle dingen kan opleveren versterkt de wilskracht.

4. LEREN AFSTAND NEMEN
Reflecteren!
Door terug te blikken op een activiteit kan men zich bewust worden van wat er mis liep en
kunnen ze er conclusies uit trekken, zodat ze het de volgende keer anders kunnen aanpakken
= leren leren

 Doorheen de ontwikkeling van zelfsturing moet het kind
voldoening hebben van zijn kunnen, een goed beheer
hebben van tijd en mogelijkheden. Voor zichzelf en de
omgeving goed gebruik maakt van wat de omgeving te
bieden heeft = levenslust




2

, ONDERWIJSKUNDE 2.2

Ondernemingszin
Zin hebben om iets op jou te nemen, je te engageren, iets in handen te nemen. Iets in beweging
zetten, zorgen voor uitdaging en vooruitgang en soms wel eens de mist in gaan.
Om over ondernemingszin te beschikken heb je een goed ontwikkelt zelfsturing en creativiteit nodig.
Creativiteit heb je nodig om probleemoplossend te kunnen denken door scenario’s te kunnen
oproepen of even te kunnen reflecteren en te komen tot een andere aanpak.
Het is iets waarin je kan blijven groeien want elke succesvolle ervaring zal in de toekomst leiden tot
het oplossen van problemen vanuit een creatief standpunt.

Ondernemingszin bij kls bevorderen
1. LEERKRACHTSTIJL
De juf wordt een leercoach = open organisatievorm en inhouden aanpassen zodat de kls tot
meer initiatief moeten komen.
o Durf loslaten door af en toe op de achtergrond te blijven
o Indien tussenkomst -> enkel denkstimulerende vragen stellen zodat ze zelf terug op
het juiste pad terecht komen, want wanneer iets zelf lukt, stijgt het zelfvertrouwen
en de wilskracht om door te zetten
o Laat proberen en mislukken: niemand mislukt graag maar het is wel belangrijk. Van
proberen kan je leren. Durf als juf ook soms te mislukken, zodat kls leren dat je uit
fouten kan leren.

2. ORGANISATIE
Elke aanpak vraagt om een andere taak van de kls en ook de rol / interventie van de juf maar
steeds met zoveel mogelijk ruimte latend voor initiatief en ondernemingen van de kls. Zij
blijven actief!
o Verschillen in werkvormen: voorzie SWP waarbij de kls zelfredzaam moeten zijn en
die uitnodigen tot initiatief.
o Geef de kls verantwoordelijkheid door hun bijvoorbeeld zelf materialen uit de kast
te laten nemen voor een bepaald aanbod.
o Biedt structuur aan en vermijd irrelevante materialen of prenten, dit zorgt voor
minder afleiding. Als juf heb je meer tijd voor observaties en interventies. Maak
steeds duidelijke afspraken.

3. EVALUATIE
Tijdens evaluatiemomenten liggen rijke kansen om kls zichzelf en hun opdracht in vraag te
laten stellen. Als juf sta je stil bij het product als het proces van de kls. Belangrijk is dat kls
een attitude ontwikkelen dat fouten maken mag, zolang je het maar probeert. Door een
klassikaal moment in te lassen, worden andere kls eveneens aangemoedigd om het ook eens
te proberen.
 Evalueren zorgt voor een nieuw startpunt. De kls krijgen nieuwe impulsen of worden
geprikkeld. Het is een moment om bij te sturen.

4. INHOUD
Creer kansen tot ondernemend gedrag door in te spelen op de leefwereld van de kls. door
hun te begeleiden met een krachtige begeleiding. Als je ziet dat er binnen een bepaald BC
veel wilskracht naar voor komt, stop dan nog niet met het aanbod. Zorg dat de inhoud steeds
voldoende gevarieerd en gedifferentieerd is om aan te sluiten bij het niveau van élk kind.


3

, ONDERWIJSKUNDE 2.2

Hoe hoeken ondernemend maken?
 Overdenk je verrijking
Zorg voor verschillende (niet samen horende) materialen, zorg voor hechtingsmateriaal,
varieer in het materiaal,
 Durf beperken
In de ruimte, in de mogelijkheden, in materiaal, in tijd
 Duidelijke opdrachten
Maak een …, verzin eens …,
 Fantasie
Symbolisch spel = een tak is een toverstaf, kledij aanbieden, …

Hoofdstuk 2 Executieve functies

 Onze EF-bril opzetten betekent dat we de kls leren stil te staan bij hun eigen emoties en
hoe ermee om te gaan.




Impulscontrole
= Inhibitie
In staat zijn enerzijds ongepast gedrag of niet-relevante prikkels te onderdrukken en anderzijds
selectief je aandacht te richten.
Drie vormen van impulscontrole:
1. OP NIVEAU VAN WAARNEMING
= Selectieve of gefocuste aandacht
2. OP NIVEAU VAN GEDACHTEN
= cognitieve inhibitie
3. OP NIVEAU VAN GEDRAG
= gedragsinhibitie

 Een sterke impulscontrole hebben als kls:
Denkt na vooraleer hij iets zegt of doet.
Wordt minder snel afgeleid door externe prikkels die er niet toe doen.
Speelt op een rustige en overdachte manier.
Is zich bewust van hoe zijn gedrag andere kls beïnvloedt of stoort.
Kan zichzelf tot rust brengen.

4

, ONDERWIJSKUNDE 2.2

Werkgeheugen
= Het werkgeheugen stelt je in staat om informatie tijdelijk vast te houden, terwijl je tegelijkertijd
andere handelingen of bewerkingen uitvoert.




 Een sterk werkgeheugen bij een kls:
Kan meerdere instructies na elkaar onthouden (meervoudige instructies).
Kan wisselende instructies gemakkelijk onthouden.
Kan alle deelopdrachten onthouden om een taak af te werken.
Kan zich concentreren tijdens spelletjes, kan zijn aandacht bij de taak houden.

Cognitieve flexibiliteit
= De cognitieve flexibiliteit verwijst naar het zich vlot kunnen aanpassen en wisselen van regels in
nieuwe situaties.
Het snel en accuraat wisselen tussen het uitvoeren van twee (of meer) verschillende taken.
Je hebt dit nodig wanneer je:
• De situatie verandert (en jij dus ook iets moet aanpassen aan je gedachten of gedragingen).
• De instructie van de leerkracht verandert.
• Je een andere aanpak moet proberen, omdat iets niet lukt of werkt zoals je verwacht had.
• Je iets vanuit een ander standpunt moet bekijken.

 Een sterk ontwikkelt cognitieve flexibiliteit bij kls:
Kan zich vlot aanpassen aan nieuwe situaties of personen.
Functioneert vlot bij veranderingen van plannen of routines.
Kan vlot van activiteit veranderen als dit van hem gevraagd wordt.
Kan zich mentaal voorbereiden op veranderingen.




5

, ONDERWIJSKUNDE 2.2

Warme en koud EF
Letterlijk: het regelen van emoties
Gaat enerzijds om de kennis die kls hebben over hun eigen emoties en anderzijds om strategieën om
deze emoties onder controle te houden.




Het brein




Didactische tips
• Werk op een geïntegreerde manier aan EF
• Creëer situaties die het gebruik van EF uitdagen
• Stimuleer innerlijke spraak via scaffolding
• Maak peerregulatie mogelijk
• Zorg voor externe hulpmiddelen of tools
• Bied structuur
• Differentieer
• Creëer rust
• Laat de kleuters bewegen




6

, ONDERWIJSKUNDE 2.2

Bouwstenen EF




Activiteiten?
EF-reactiespelen in grote of kleine groep / EF-geheugenspelen / EF-gezelschapsspelen in kleine groep
EF-bewegingsspelen / EF-prentenboeken / EF-poppenspelen

Organisatie?
Vermijd visuele en auditieve overprikkeling, Introduceer buddyspel, Laat de kleuters op Montessori-
matjes werken, Stimuleer de kleine vertelkring,
Schakel zoemsessies in kies hiervoor heterogene groepen op taalniveau
- Zorg voor een afgesproken manier van beurtwisseling
- Maak visueel duidelijk welke kleuter aan het woord is
- Zorg voor een concrete aanleiding om over te vertellen (boek, ervaring, voorwerp,…)


Hoofdstuk 3 Stimuleren van de werkhouding

Aandacht -en werkhoudingsproblemen
Werkhouding is het gedrag dat een kind stelt tijdens het uitvoeren van een taak. Kan zichtbaar zijn
maar kan ook op het denkniveau zich afspelen. Er is een werkhoudingsprobleem indien het gedrag de
oorzaak is van het niet juist oplossen van een opdracht, het gedrag beïnvloedt negatief de
werkhouding.
= een foutieve leerhouding

Hoe een foutieve leerhouding ontdekken
 Handelingsgerichte observatie
fase 1: de fase waarin de instructie gegeven wordt
fase 2: de fase waarin het kind nadenkt over de oplossingsstrategie
fase 3: de fase waarin het kind de taak concreet uitvoert
fase 4: de fase waarin het kind zijn werk evalueert
 Observeren in die vier fasen + gegevens zo objectief mogelijk weer geven dan pas
interpreteren.

Rol spelende factoren
Concentratie (concentratiemoeilijkheden / concentratiestoornis)
Aandacht (gerichte aandacht / volgehouden aandacht / verdeelde aandacht)
Impulsief gedrag
Weinig analytisch werken
Moeite met zelfstandigheid
Moeite met reguleren van eigen werktempo
Weinig of geen zelfcontrole hebben



7

, ONDERWIJSKUNDE 2.2

Cognitieve gedragsmodificatie
= cognitief functioneren van een kind beïnvloeden en veranderen = werken aan de werkhouding.
 Principe van de theorie van Meichenbaum
= probleemoplossing wordt opgedeeld in 4 fasen
1. Probleem analyseren
2. Zoeken naar oplossingsstrategie
3. Werkplan uitvoeren
4. Evalueren

 Aanpak volgens de 3 principes
1. Verbaliseren
= het gehele denken verwoorden want taal brengt structuur. De juf kan door hardop
denken meevolgen in het denkproces
2. Visualiseren
= elke fase ondersteunen door een prent = de 4 beertjes. Kan je gebruiken voor
individuele aandachtspunten. Het stappenplan kan je gebruiken om de zelfsturing bij
kinderen verder te ontwikkelen. Ze leren zelfstandig en op een concrete manier een
opdracht in handen nemen volgens een bepaald structuur.
3. Model staan
= als juf heb je een belangrijke rol. Geef zelf het goede voorbeeld.
 juf verwoordt de denkstappen hardop en voert de opdracht uit. Het kind
volgt mee
 juf verwoordt de denkstappen en het kind voert de opdracht uit
 het kind verwoordt luidop en voert zelf uit
 het kind begeleidt zichzelf fluisterend en voert uit
 het kind begeleidt en stuurt zichzelf innerlijk en voert uit
 regelmatig het stappenplan en de principes herhalen zodat de kls leren leren




8

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tffny_94. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75619 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.04  6x  sold
  • (0)
  Add to cart