Verdieping Criminologie Hoorcollege 1. Tim Boekhout van Solingen
Hoofdstuk 1 en 2 hoef je niet te lezen, maar je moet er wel wat dingen van weten (wordt
besproken in college).
Wetenschap en epistemologie:
- De waarheid bestaat niet in de wetenschap. Wetenschap is voortdurende vooruitgang:
gissen en weerleggen
- Anders gesteld: hypothesen formuleren en weerleggen, d.m.v. verificatie (vroeger) en
(thans) falsificatie (karl popper). Bijvoorbeeld: alle zwanen zijn wit
- Grote stappen in de wetenscha worden wel wetenschappelijke revoluties genoemd,
zoals door Thomas Kuhn (1962): The structure of scientific revolutions. Deze
revoluties leiden tot een ander paradigma (kan je zien als een soort hoofdstroming
bijv. aarde is het middelpunt van het universum) of paradigmaverschuiving (nu is de
zon het middelpunt van ons universum verschuiving in paradigma).
Thomas Kuhn (enkele concepten).
- De meeste wetenschappers bedrijven normale wetenschap; dwz: voortbordurend op
reeds bestaande kennis en theorieën. Kuhn vergelijkt dit met het oplossen van puzzels.
- Levert dit veel/grote kennis op? Nee, Volgens Kuhn. (zie sheet)
Wanneer kunnen we dan wel wetenschap doorgronden?
- Eigenlijk weten we dat nooit; we weten het nooit zeker. Een goede wetenschappelijke
houding is daarom altijd twijfel te behouden, en open te blijven staan voor (compleet)
andere verklaringen en theorieën.
- Tegelijkertijd vinden veel wetenschappers dit moeilijk, ze vergeten het, of nemen hun
ego en de aandacht/faam de overhand. Zij worden hierdoor minder kritisch.
Wetenschappelijke methoden:
- Wetenschap is systematisch, zoekend naar trends, oa door een systematiek, een
wetenschappelijke methode:
- Door: systematisch observeren, experimenten
- Alles bijhouden/noteren. Verantwoording van de methoden erg belangrijk in de
rapportage
- Immers: het onderzoek en zijn methoden moeten transparant en herhaalbaar zijn
- Methoden (in het algemeen, ook de criminologie): kwantitatief (criminologie aan de
VU) en kwalitatief (criminologie aan de UU). Dit zijn verschillende scholen, die
(helaas) soms op elkaar neerkijken.
- Op systematische wijze observeren.
- Kwantitatief: veel statistische gegevens verwerven is doel (breedte onderzoek)
- Kwalitatief: mindere binnen sw en criminologie. (diepte onderzoek)
Kwantitatieve methoden
- Kwantitatief (dominant): meten is weten. Cijfers produceren
- Observeren (meestal). Is sociale wetenschappen: enquête
, - Voordeel: grote aantallen, representatief (in principe); via goede steekproef uitspraken
doen over grote groepen; mogelijkheid om theorie te toetsen; anoniem en daardoor
mogelijke kennis te verkrijgen over gevoelige onderwerpen.
- Nadeel: blijft (soms) oppervlakkig, geeft niet per definitie oorzaak aan.
Kwalitatieve methoden:
- Betekent niet dat de kwaliteit beter is; betekent niets anders dan niet-kwantitief
- Voorbeelden: observaties, interviews, participerende observaties, virtuele etnografie
- Voordeel: levert meer informatie in de diepte op, achtergronden
- Nadeel: kleine(re) groepen, representativiteit onduidelijk en daardoor generalisaties
niet of moeilijker te maken. Het toetsen van hypothesen is daardoor ook moeilijker.
Criminologie = domeinwetenschap
- Geen eigen wetenschappelijke discipline
- Rechten valt in een andere categorie, omdat het doel niet kennisvermeerdering is
(maar rechtvaardigheid, een rechtvaardige samenleving). De principes en bouwstenen
zijn daarmee anders. Het al dan niet functioneren van dit systeem kan wel
systematisch worden bestudeerd.
- Micro-macro perspectief. (ertussen is meso): dit geeft het niveau aan waarop
verklaringen worden gezocht.
o Micro (individu) derde hoorcollege van timo.
o Macro (sociaal niveau) criminologie
o Meso (groeps niveau of een buurt)
Domein en methoden criminologie
- Idealiter: multidisciplinaire aanpak, maar komt in het algemeen toch weinig van de
grond.
- Zie sheet
Onafhankelijke wetenschap?
- De meeste criminologen stellen natuurlijk van wel
- Echter: meeste criminologen staan in dienst van de overheid, staat en handhavende
instanties; meedenken i.p.v. kritische/onafhankelijk. Dit heet gouvernementele
criminologie. Bedenkt wie betaalt, bepaalt (geldt vaak)
- Michel foucault was zeer kritisch over de criminologie
- Sinds jaren 60 en 70 ook kritische criminologie (ook in Utrecht).
- Twee beroemde criminologen van jaren 80: Louk Hulsman en Herman Bianchi beiden
nederlanders. Hulsman (heeft vastgezeten) was geen voorstander van het
rechtssysteem en geloofde daar niet in. Bianchi was een kind van Italiaanse immigratie
(heeft zelf ook gezeten ). Ze zijn beide erg kritisch ten opzichte van criminologie. Ze
noemen de meeste criminologie: gouvernementeel. Totalitaire instituties/instituten:
instituten die veel macht hebben en van alles met ‘jou’ kunnen doen (Bianchi), zoals
gevangenissen en psychiatrische inrichtingen.
Wat wordt er dan bestudeerd (in de criminologie)?
- Criminaliteit, wetsovertredend (illegaal) gedrag en/of anderszins normovertredend
gedrag.
- Het meten ervan (systematiek, trends, etc.)
, - Achtergronden en oorzaken ervan
- Beteugelen van het probleem (meedenken met politie en justitie)
- Definities zijn dan vaak bepaald door overheid en instituties, die ook totalitair,
dwingend en intellectueel simplistisch kunnen zijn (denk aan probleem van
ongehuwde moeders van de jaren 60)
- In het (amerikaans) Engels is er soms onderscheid tussen criminology/criminal justice
studies. In Europa geldt dit minder.
- Ook: sociale en institutionele reacties op wets- of normovertredend gedrag, door
studies van (straf) rechtsketen: politie (straat/beleid), OM en ZM. Elke stap kan in
principe worden bestudeerd.
- Tevens: agendering, discours (=de manier waarop erover wordt gepraat) in politiek of
media (taal-, media- en cultuurwetenschappen, of politicologie).
Definitie Sutherland:
Domein van criminologie: criminologie is de wetenschap …sheet
Theorieën van de criminologie:
- Nogmaals: micro en macro
- De meeste theorieën zijn sociaalwetenschappelijk
- In de begintijd van de criminologie (19e eeuw) was het medisch, deel van de
wetenschap
- Sinds 20e eeuw: vooral sociale wetenschappen
- Sheet
1 Lombroso: medisch delinquente mens. Gevangenis arts.
2 Bonger: marxist statistiek, cijfers zoek. Graanprijzen en criminaliteit. Als prijzen
van graan stegen, dan criminaliteit ook
3 Sociologie: Marx (kapitalisme, uitbuiting, ongelijkheid), weber (beroemde studie over
kapitalisme (mercantilisme) en protestantisme) en Durkheim (beroemde studie over
zelfmoord/. Bepaalde religies hebben hogere zelfmoordcijfers dan andere.
Macro/meso perspectief i.p.v. enkel micro)
4 WW2: Köbben (gewone mensen kunnen in beesten of moordmachines veranderen
dus de uitleg van oorlog en andere extreme situaties de invloed ervan op sociale
processen. Dit is ook belangrijk) NU: bijvoorbeeld IS, rapper in Londen, end.
5 Sociologie in criminologie:
a Jaren 30-50: Chicagoschool, instituut voor sociologie. Twee lessen: etnische
successie en het belang van de buurt
b 40: differentiële associatietheorie (Sutherland), geldt ook of vooral voor
wittenboorden
c 50: Merton straintheory
d 60/70: binding en controle theorie (Hirschi)
e 60/70: labelling, kritische, subculturen theorie (bijvoorbeeld Hells Angel, vaak
hele duidelijke uiterlijke kenmerken).
f 80: slachtofferstudies (net als in het strafrecht, was ook criminologie eerst
dadergericht). Rationale keuzeperspectief (bestond al langer, maar in de
context van het neokapitalisme werd deze theorie dominanter)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ClaasjevanHaagen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.