Alleen de hoofdstukken 2,3,5,7 en 8 zijn samengevat, omdat dit de enige hoofdstukken van het boek zijn die werden behandeld bij het vak Gezin en Samenleving. Sommige details staan in mijn andere samenvatting beter uitgelegd: Gezinnen in soorten.
Samenvatting Parenting What really counts?
Hoofdstuk 2 – Vaders Aanwezig of niet?
- In adolescentie vertellen kinderen vaak meer aan de moeder dan de
vader.
- Vaders geven vaak een gevoel van veiligheid, omdat zij de dingen
oplossen wanneer ze fout gaan en ze hebben vaak een bepaalde
autoriteit in het leven van hun kinderen.
- Vaders reageren even goed op huilen en lachen van hun baby’s als
moeders. En op schoolleeftijd kunnen ze no steeds evengoed voor
hun kinderen zorgen als moeders.
- Wanneer de vader ontbreekt heeft dit geen invloed op de sekse-rol
ontwikkeling. (jongens kiezen eerder voor jongensspeelgoed etc.)
- Kinderen die alleen worden opgevoed door de vader, zijn vaak meer
onafhankelijk, hebben meer controle op wat er met hen gebeurt,
hebben meer intellectuele mogelijkheden en zijn makkelijker over
on-traditionele rolverdelingen in een familie.
Hoofsdtuk 3: Genetische banden, verwant of niet?
Adoptie
Kinderen die geadopteerd zijn doen het beter in hun leven dan kinderen
die zijn opgevoed in een instituut. De adoptieouders gaan eerst door een
stressvolle periode (wanneer blijkt dat ze geen kinderen kunnen krijgen),
maar uiteindelijk genieten zij meer van het ouder zijn en zijn minder
gestrest dan de vrouwen die zwanger zijn geweest. Geadopteerde
kinderen zijn na 1 jaar evengoed gehecht aan de adoptiemoeder (wanneer
op jonge leeftijd wordt geadopteerd) als biologische kinderen. Het is het
beste om open te zijn naar de adoptiekinderen over hun afkomst. Zo zijn
ze zekerder over hun identiteit en het is slecht voor hun psychologisch
welzijn. Het is niet per se zo dat adoptiekinderen meer psychologische
problemen hebben. Adoptieouders gaan vaak eerder met hun kinderen
naar een psycholoog (maar vooral door vertonen van slecht gedrag/
agressie en minder voor angst/depressie). Adoptiekinderen vertonen ook
meer probleemgedrag in de jaren dat ze naar school gaan dan de periode
ervoor (omdat ze rond deze leeftijd beginnen te begrijpen dat ze anders
zijn). Niet alle adoptiekinderen hebben automatisch problemen. Dit hangt
af van verschillende factoren. Gedrag en omstandigheden van de
zwangerschap/de leeftijd bij de adoptie – hoe jonger hoe minder
problemen.
Donor inseminatie
Het verschil is dat er nu één biologische ouder is. De dokter raad ook aan
op dezelfde dag van de inseminatie nog seks te hebben, zodat er een
mogelijkheid is dat een deel van de genen van de vader toch worden
,doorgegeven.. Daarnaast wordt dit vaak verzwegen voor het kind, om
hem/haar geen pijn te doen. Maar ook omdat ze vaak niet weten op welke
leeftijd ze het moeten vertellen. De kinderen moeten ook meer kennis
hebben van wat het inhoud, maar wanneer ze ouder zijn kan het weer
hard aankomen. Vaak kan het kind er ook niets mee, omdat ze niet weten
wie de biologische vader is. De donoren zijn vaak anoniem.
Er bestaat ook IVF (in vitro fertilisation). Hierbij zijn beide ouders de
biologische ouders. De band tussen ouder en kind is bij zowel donor
inseminatie als IVF goed. Deze kinderen vertonen ook geen opmerkelijk
gedrag of psychologische problemen.
Ei-donatie
Hierbij doneren vrouwen hun eitjes, daarvoor moeten ze medicijnen
slikken en scans ondergaan waarna het eitje wordt verwijderd om
vervolgens te worden bevrucht in het laboratorium. Daarna wordt het eitje
in de moeder geplaatst. Het verschil met donor eitjes is dat degene die
doneert vaak een bekende is.
In sommige gevallen komt het voor dat zowel de vader als de moeder
onvruchtbaar is. Ze kunnen dan kiezen voor prenatale adoptie: dan
komen zowel sperma als eitje van een donor.
Draagmoederschap
Er zijn twee vormen: 1. partial surrogacy: hierbij komt het sperma van de
vader en het eitje van de draagmoeder. Zij dient dit te insemineren in een
kliniek of zelf thuis. 2. Full surrogacy: hierbij komt zowel het eitje als het
sperma van de aangestelde ouders. Het gevaar bij draagmoederschap is
wanneer de draagmoeder zich na 9 maanden verlaten en depressief voelt
en soms zelfs besluit het kind te houden. Het schijnt wel goed te zijn om
het kind contact te laten hebben met de draagmoeder.
Stief-families
Het komt vaker voor dat kinderen een stiefvader krijgen, omdat ze bij hun
moeder blijven wonen. Bij meisjes werd gemeten dat zij vaak een goede
band met hun moeder opbouwden als de moeder ongehuwd bleef.
Wanneer een stiefvader in beeld komt keert zij zich vaak af tegen zowel de
stiefvader als de moeder. Bij jongens werkt dit tegenovergesteld. Zij
hebben minder problemen als hun moeder opnieuw trouwt en zijn op
sommige aspecten positief over de stiefvader. De stiefvaders die een
goede band opbouwden waren vooral degene die ondersteunend en warm
waren, pas later begonnen zij met discipline.
Bij een stiefmoeder is het nog moeilijker om een band op te bouwen,
omdat vrouwen vaak meer betrokken zijn in de dag tot dag handelingen
(vooral voor meisjes). Daarbij bouwen kinderen waarvan de ouders op
, latere leeftijd gaan scheiden niet vaak een relatie op met de stiefvader of
stiefmoeder. De kinderen worden er psychologisch niet door benadeeld,
maar je ziet vaak wel dat de ouders meer aandacht geven en betrokken
zijn bij hun biologische kind.
Hoofdstuk 5 – Kwaliteit van relaties tussen ouders en kinderen
Bowlby (gehechtheidstheorie) heeft aangetoond dat het contact van
de moeder met het kind in het eerste levensjaar cruciaal kan zijn voor het
welzijn van het kind in de toekomst. De relatie dient warm, intiem en
aanhoudend te zijn.
Later werd vastgesteld dat het niet per se de moeder hoeft te zijn, het is
de persoon waar het kind het meest mee in aanraking komt. Het kunnen
ook meerdere personen tegelijk zijn.
Bowlby heeft een onderzoek gedaan bij kinderen die werden gescheiden
van hun ouders voor lange tijd. Deze kinderen reageerden allemaal op
eenzelfde manier: eerst maken ze ophef, wanneer dat niet helpt geven ze
van wanhoop op en als laatst doen ze alsof het hen niks uitmaakt.
De gehechtheidsrelatie kan alleen binnen 6 maanden en 3 jaar tot stand
komen, dit is cruciaal (uit later onderzoek blijkt dat het wel mogelijk is,
maar de band die ze dan opbouwen is veel minder sterk – denk aan
adoptieouders – dus tussen 6 maanden en 3 jaar is ideaal, maar ze kunnen
dus wel nog een band opbouwen). Vanaf 6-7 maanden maken kinderen
zich druk wanneer de moeder uit hun buurt vandaan is. Daarbij vertonen
kinderen allerlei gedrag dat vroeger met overleving te maken had: lachen,
huilen, grijpen etc. om de aandacht van de moeder te krijgen.
Mary Ainsworth komt met een test: Strange Situation Test.
De moeder wordt met haar kind in een speelkamer geobserveerd.
Vervolgens moet zij de ruimte verlaten. Daarna wordt het kind alleen
gelaten met een vreemde en vervolgens gaat de vreemde weg en komt de
moeder weer terug.
Het gedrag van het kind wordt goed in de gaten gehouden. Hoe het kind
reageert op de moeder wanneer zij terugkomt is een indicator voor de
gehechtheidsrelatie.
Ze vond hierin 3 patronen:
- Veilig gehecht: kinderen vonden het fijn om met hun moeder te
spelen, reageerden niet erg op de vreemde persoon en waren blij
wanneer hun moeder weer terug kwam. Wanneer ze wel van streek
waren door de vreemde, waren ze al gauw weer gerustgesteld door
de moeder. (de moeder is gevoelig voor wat het kind nodig heeft).
- Onveilig – Afwerend gehecht: Het kind is extreem gestrest als de
moeder de kamer verlaat. Wanneer ze terug komt wil het kind haar
aandacht wel, maar weren contact af en zijn moeilijk gerust te
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mel94. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.