Sociaal Emotionele Ontwikkeling in Opvang en Onderwijs
Class notes
Sociaal Emotionele Ontwikkeling in Opvang en Onderwijs
161 views 0 purchase
Course
Sociaal Emotionele Ontwikkeling in Opvang en Onderwijs
Institution
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Dit zijn de aantekeningen die ik heb gemaakt bij de hoorcolleges van het vak Sociaal Emotionele Ontwikkeling in Opvang en Onderwijs. Ik ben bij alle colleges aanwezig geweest.
Sociaal Emotionele Ontwikkeling in Opvang en Onderwijs
All documents for this subject (5)
Seller
Follow
Mel94
Reviews received
Content preview
Hoorcolleges Sociaal Emotionele Ontwikkeling en het Jonge
Kind
College 1 - Introductie
Francine Jellesma
Equifinality: Twee compleet verschillende situaties komen op hetzelfde punt
uitkomen (denk aan verhaal van twee verschillende jongens die bij dezelfde baan
terecht komen).
Fight or fight response: je moet vluchten of vechten wanneer je iets negatiefs
ervaart. Hier kan je een lichamelijke klacht van krijgen ( psychisch -> lichamelijk).
1e model van verklaringen van gedrag: alles wat kinderen doen heeft een
functie: leren wat ze later moeten doen als ze groot zijn. Een voorbeeld daarvan
is: moedertje spelen.
Maar sommige gedragingen zijn daaruit niet te verklaren. Sommige dingen zijn
niet voor later, maar helpt hen nu.
2e model van verklaringen van gedrag: Het gedrag van het kind helpt het
kind om in het hier en nu te functioneren (slapen met een knuffel= nog niet zelf
durven slapen/ gekke bekken trekken=plezier)
Ontwikkeling is een complex begrip:
Aanleg-invloed: wat je met de geboorte hebt meegekregen
(temperament/genen)
Omgevingsinvloed: alles wat van buitenaf komt: opvoeding/ wat je meemaakt)
Leeftijd: Speelt ook een rol naast aanleg en omgeving. (wanneer je aanleg hebt
op schizofrenie komt dat pas naar voren in de adolescentie).
Documentaire Tsunami Japan
- Wat zijn de mogelijke invloeden van het meemaken van de ramp(en) op
het functioneren van de kinderen op school erna?
Onveilig gevoel (angststoornissen/ moeite met concentratie)
Vriendjes verloren (moeite met nieuwe banden opbouwen – op
hoede zijn -> kan nadelige effecten hebben op school zijn.
Waren op school tijdens de ramp -> moeite met naar school gaan.
Welke rol spelen aanleg, omgeving en leeftijd hierbij?
Aanleg: Kind met angstig temperament zal eerder nog angstiger
worden.
Omgeving: context binnen het gezin (conflict/ openheid). Wanneer
er weinig over gepraat wordt kan dit moeilijk zijn.
Leeftijd: bij jonge leeftijd ben je er misschien minder bewust mee
bezig (moeite met uitleggen waarom je je angstig voelt).
- Welke verschillen verwacht je tussen de kinderen die ver weg van het
rampgebied zijn gaan wonen en de kinderen die er dichtbij leven?
Mensen die ervoor kiezen kunnen erg erin blijven zitten, moeite met
het zien van de situatie. Maar mensen die ver weg zijn gaan wonen,
zullen misschien bewuster bezig zijn met de verwerking, omdat ze
er niet dagelijks mee worden geconfronteerd.
,Homogene continuïteit: Je ziet hetzelfde gedrag dat je als kind vertoond ook
later terug. (Iemand die een publiek heeft later (cabaretier): biedt makkelijk aan
voor spreekbeurt en vraagt veel de beurt als kind)
Heterogene continuïteit: Op een andere manier voordoet. Je ziet het op een
andere manier terug. Moeilijker te herkennen ook. Iemand die graag een publiek
heeft: op jonge leeftijd vaak de beurt vraagt, makkelijk zich als eerste aanbiedt
voor een spreekbeurt en later voor theaterzalen gaat staan om te presenteren. Je
ziet dus wel dat het bij elkaar past, maar een andere vorm heeft van uiten.
(Vb. Depressiviteit: Geïrriteerdheid als kind, maar als volwassene teruggetrokken
-> twee verschillende gedragingen, maar probleem is hetzelfde).
College 2 – Zorgen over sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen in
opvang
Katrien Helmerhorst
Kinderopvang: het is een verzamelterm voor verschillende betaalde manieren
om kinderen op te vangen, wanneer ouders niet thuis zijn. Om beide ouders de
mogelijkheid te geven om te werken.
Dagopvang: 0-4 jarigen. Half 8 tot 6. Ook wel crèche genoemd.
Gastouderopvang: Zelfde als dagopvang maar kleiner van schaal. Je huurt
iemand in die bij hem of bij jou thuis de kinderen opvangt. Maar is voor 0-12 jaar.
Buitenschoolse opvang: Na school worden kinderen opgevangen bij deze
instanties.
Peuterspeelzaal: Is al eerder bedacht. Niet met de insteek om ouders aan het
werk te krijgen, maar om kinderen voor te bereiden op school. Is ook voor 0-4
jarigen. Zodat startniveau op 4-jarige leeftijd gelijk is (dat was het idee).
De laatste jaren zijn dagopvang en peuterspeelzaal veel meer samengegaan. Ze
proberen alles samen te gooien en peuterspeelzalen binnen kinderdagverblijven
te krijgen.
In Nederland liepen we ver achter op kinderopvang. Wij vinden het hier belangrijk
dat de moeder het kind verzorgt. Daarom waren wij pas laat met de groei in
kinderopvang.
Wat is goede kinderopvang? Wat is pedagogische kwaliteit?
4 basisdoelen in de wet
1. Een gevoel van veiligheid bieden aan de kinderen: Kind heeft het
gevoel dat hij terecht kan bij de begeleidster. Zij moet een veilige haven
zijn. Geeft de kinderen waar zij behoefte aan hebben.
2. Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie:
cognitief, creatief, sociaal-emotioneel, fysiek/motorisch.
3. Ontwikkelen van sociale competentie: Leren ze in de kinderopvang al
eerder dan thuis. Ze komen sneller leeftijdsgenootjes tegen. Vereist veel
begeleiding van de pedagogisch medewerkers.
, 4. Normen, waarden en
cultuur: je melk opdrinken
en niet omgooien,
opruimen als je klaar bent
met spelen. Dus hele
simpele omgangsvormen.
Proceskwaliteit: Dagelijkse
ervaringen van
kinderen in interactie met de ped.
medewerkers, andere kinderen en
de
beschikbare materialen.
De pm-er heeft invloed op speelmateriaal, kind en andere kinderen, dus heeft
een belangrijke rol op het kind.
Structurele kenmerken: meer randvoorwaarden voor proceskwaliteit, staan
verder van het kind af. Maar kunnen wel van invloed zijn: leidster-kind ratio’s,
opleiding van pm-ers, groepsgrootte etc. (Riksen-Walraven, 2004).
Komt zeker terug in het tentamen. Niet uit je kop leren, maar wel begrijpen
(processen en termen).
Casusopdracht 1: Je bent werkzaam als opvoedadviseur. De alleenstaande
moeder heeft opgedaan dat het niet goed is om kinderen naar kinderopvang te
brengen. Ze weet niet wat ze moet.
NICHD study: Volgt meer dan 1300
kinderen (van geboorte tot 15 jaar
gevolgd). Oudervariabelen, opvang, kind-
kenmerken etc. veel verschillende
variabelen gemeten. Ze zoeken balans in
kwantiteit en kwaliteit van kinderopvang.
Selectie-effecten: opleiding van ouders,
afkomst van ouders etc.
Uit het onderzoek bleek: Gehechtheid en
agressie kwamen naar voren. Veel angstig-
vermijdende gehechtheid. En zou agressief gedrag in kleuterperiode
veroorzaken. Hierdoor ontstond de:
Day care wars: Kinderopvang zou slecht zijn voor kinderen. Ook in hele goede
crèches werd beweerd.
Hierop werd gezegd dat ze ten onrechte werden bestempeld als avoidant-
vermijdend: Deze kinderen zijn er namelijk gewoon aan gewend, dat de moeder
weg gaat (doordat dat bij de crèche ook gebeurt). Dus het is puur gewenning en
niet omdat de band met de moeder niet goed is.
Die gehechtheid doet er überhaupt niet zoveel aan toe werd ook gezegd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mel94. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.