100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
''Samenvatting'' Immunologie $4.80
Add to cart

Summary

''Samenvatting'' Immunologie

 390 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

De 'samenvattingen' die ik maak zijn meestal heel lang en is dus ook niet echt een samenvatting, bijna een verkort boek. Dit komt doordat ik alles er vaak op verschillende manieren meerdere keren er in heb staan, waardoor ik het sneller onthoud.

Preview 3 out of 52  pages

  • January 19, 2015
  • 52
  • 2014/2015
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Immunologie
Pathogene micro-organismen komen voor in: darm, huid, long en bloed

Pathogeen=een ziekteverwekkend lichaamsvreemd (micro)organisme (bacteriën,
virussen, fungi schimmels gisten)

In cytoplasma van cel=intracellulair

Intracellulaire pathogenen: Zijn micro-organismen die de gastheer infecteren en
veelal overleven in het cytoplasma van de gastheercellen
Extracellulaire pathogenen: Zijn micro-organismen die de gastheer infecteren en
veelal overleven buiten gastheercellen in de weefsels of bloed

Ebola: verspreid via speeksel, bloed, zweet, ontlasting->heeft eiwitten
overgenomen van mens cellen

Na infectie: fig 2.1, 2.2
- stoffen afgeven
- stoffen in cel laten opnemen


Afweerreactie vereist:
 Goede herkenning niet-lichaamseigen partikels(organismen, cellen,
stoffen), maar ook lichaamseigen
 Juiste en specifieke immuunreactie
 Goede en snelle eliminatie of neutralisatie van het lichaamsvreemde
partikel
 Goede opbouw van een immunologisch geheugen
Immunologisch geheugen: tweede keer in lichaam dan weet immuunsysteem
welke reactie die weer moet gebruiken

Afweermechanisme 3 linies: 1,2 aangeboren/innate 3
verworven/adaptief/acquired
1ste natuurlijke barrieres: huid,epitheelbarriere, epitheelcellen in logen,
slijmvliezen,
2e celtypen van immuunsysteem: dendritische cel en macrofaag komen in actie
als m-o door 1ste linie heen gaan
3e T- en B-lymfocyten van immuunsysteem: B-lymfocyt->antistoffen, krijgen info
van helper T-cellen
Cellulaire immuniteit
Helper T lymfocyten (Th), Cytotoxische T-lymfocyten
Humorale immuniteit
Antistof productie door B-lymfocyten
1,2 aangeboren/innate(aspecifiek) 3
verworven/adaptief/acquired(specifiek)

Innate immunity:
 Basale afweer mechanismen al bij geboorte aanwezig
 Snel en onmiddelijk beschikbaar/biologisch actief
 Weinig pathogeen-specifiek (“aspecifieke afweer”)
 Geen opbouw van immunologisch geheugen
-> afweerreactie is constant

,Adaptive immunity:
 Ontwikkelt zich na contact met een pathogeen
 Komt relatief traag op gang ong 10-14 dagen pas antistoffen
 Zeer pathogeen specifiek
 Wel opbouw van immunologisch geheugen
->Afweerreactie verbetert zich na elke infectie

1ste afweer: natuurlijke (fysische) barrières fig 1.5 1.6
Mechanisch: haar vermoeilijken van hechten op huid van m-o
Microbiologisch: m-o in lichaam vb in maag, alle normale flora
Chemisch: stoffen, enzymen
Lactoferrine:
- in traanvocht, speeksel, longvocht in moedermelk
- bind Fe2+ àremt metabolisme bacteriën à remt bacteriegroei
(bacteriostatisch)
Ijzer nodig voor bacterien om te groeien-> bacterien slecht groeien,
remmen groei
Lysozym:
- in traanvocht, speeksel, transpiratievocht
- afbraak peptidoglycanen in bacteriewand à doodt bacterien
(bactericide)
Defensines:
Antimicrobiële peptides
- gemaakt door (darm en huid)epitheelcellen en fagocyten
- Zeer klein positief geladen eiwitten(30-40 az)
- maken poriën in bacterieel membraan (bactericide)
Zuren:
- maagzuur
- remt bacterie groei (bacteriostatisch)
- doodt bacteriën (bactericide)

Bloedcellen:
Myeloide-> witte bloedcellen
Lymfoide-> B cel, T cel, NK cel

Cellen met een grote rol in de 2e linie van afweer:
Mestcellen
• gespecialiseerde cellen van het immuunsysteem
• in weefsels die in contact staan met buitenwereld(in bindweefsel nabij
bloedvaten, zenuwweefsel en ademhaling/spijsverteringsstelsel)
• kern is monomorf (niet gelobd)
• hebben receptor voor IgE (antistof type E)
• kunnen niet fagocyteren(niet bacteriën opeten)
• karakteristieke korrels (granulae) in het cytoplasma met stoffen die een
immuunreactie stimuleren oa:
histamine à allergie
eotaxine à trekt eosinofielen aan
Als mestcellen zich te snel en te vaak legen krijgt men last van allergie

, Noem enkele overeenkomsten en verschillen tussen de mestcel en de basofiele
granulocyt.

Granulocyten: basofiel, neutrofiel, eosinofiel
Polymorfnucleaire granulocyten (PMN’s)
Polymorfnucleair= gelobde kern-> veel vormen
Twee typen functies:
1) Fagocyterende activiteit: 2/3
- Neutrofiele granulocyten (Neutrofielen, Neutro’s)
- Eosinofiele granulocyten (Eosinofielen, Eo’s) -> voor worminfectie’s(parasiet)
2) Granulatie:
- Neutrofiele granulocyten
- Eosinofiele granulocyten
- Basofiele granulocyten (Basofielen, Baso’s)
Granulen: enzymatische eiwitten
Degranulatie: lozen bolletjes

Neutrofiele granulocyt
• 95 % van de granulocyten in bloed zijn neutrofielen
• Belangrijke fagocyterende cel bij de acute
ontstekingsreactie
• Neutrofielen hebben verschillende typen granula
– Met verteringsenzymen voor gefagocyteerde
microorganismen
– Met enzymen die afweerreactie beïnvloeden (vrij na exocytose)
Eosinofiele granulocyt
• Kan fagocyteren
• Degranulatie enzymen (exocytose):
– Enzymen voor extracellulaire vertering van parasieten (wormen
etc)
– Enzymen voor immuunregulatie (inactivatie mestcelproducten)
– Enzymen (o.a histamine) die een allergische reactie zouden kunnen
opwekken.
Basofiele granulocyt
• Functie vergelijkbaar met mestcellen (zie eerder)
• Fagocyteren niet/nauwelijks; degranuleren sterk à histamine

Mestcel-basofiel
• De mestcel ligt buiten de bloedbaan, basofielen circuleren door het bloed
• Mestcellen en basofielen hebben beiden een receptor voor de Fc staart van
IgE
• De stoffen die vrijkomen uit de granula hebben verschillende functies. Er
komen o.a. histamine, eotaxine en leukotriënen vrij die een rol spelen bij
de immuunreactie.
Twee soorten mestcellen:
1) Mucosale mestcellen (spijsverteringsstelsel, ademhalingsstelsel)
2) Bindweefsel mestcellen
• Geven o.a. histamine en eotaxine af die een rol spelen bij een
ontstekingsreactie en allergie reactie
• Hebben een receptor voor het Fc-gebied van IgE (= antistof type IgE)

Monocyten/Macrofagen en Dendritische cellen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esdie. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.80  3x  sold
  • (0)
Add to cart
Added