Seneca maatschappijwetenschappen vwo deel 3: de 21ste eeuw
Omdat ik heel goed begrijp dat je geen zin hebt om 7 bladzijdes per paragraaf te lezen heb ik een samenvatting van h12 uit het maatschappijwetenschappen boek Seneca deel 3 voor Vwo 6 voor je gemaakt. Bevat alle stof uit deze hoofdstukken die je moet kennen. Verbanden aangegeven. Begrippen dikgedruk...
Begrippen staan uitgelegd (of het verband) en concepten niet met definitie alleen de verbanden
PRINSJESDAG
Staatsvorming > politieke institutie Prinsjesdag
Poldermodel – conflicten worden opgelost door compromissen te sluiten in onderhandelingen (betrokken)
Hoe meer zetels partij heeft (niemand heeft absolute macht) > hoe meer macht (want meerderheid nodig)
Partijen debatteren vanuit hun overtuiging/ideologie
CULTUUR
Bij politieke socialisatie krijg je aangeleerd wat je “normaal” vindt bij politieke besluitvorming/-cultuur
Afhankelijk van dominante cultuur in een land > verschillen te verklaren door dimensies van Hofstede
DIMENSIE MACHTAFSTAND
Mate waarin minder-machtigen verwachten/accepteren dat macht ongelijk verdeeld is
DIMENSIE INDIVIDUALISTISCH VS COLLECTIVISTISCH
Belang van een individu (vrijheid/ontwikkeling) VS Belang van de samenleving (groepsgevoel/binding)
DIMENSIE MASCULIEN VS FEMINIEN
Traditionele rolverdeling VS Gelijke rol verdeling
DIMENSIE ONZEKERHEIDSVERMIJDING
Mate waarin bewoners zich bedreigd voelen door onzekere situaties > hoeveelheid (in)formele regels
DIMENSIE TERMIJNGERICHTHEID
In hoeverre zijn landen op de toekomst gericht? (sparen VS deugden)
Kritiek: Cultuur is tijd-/plaatsgebonden en dynamisch
Subculturen wijken deels af van dominante > meer afwijking? > meer uitsluiting > minder sociale cohesie
SOCIALISATIE
Omgang met groepen > beïnvloeding/cultuuroverdracht = socialisatie > internaliseren cultuur
Acculturatie (andere cultuur dan die van geboorteland) of enculturatie (cultuur van geboorteland)
Individu kan sommige elementen (bewust) niet overnemen > draagt bij aan cultuurverandering
Verschillen worden sociaal overgeërfd (verschil in maatschappelijke positie/sociale klasse > kansen)
Economisch kapitaal (bezit)/Sociaal kapitaal (connecties/respect)/Cultureel kapitaal (kennis/opvattingen)
POLITIEKE SOCIALISATIE
Sociale omgeving (onderwijs/media/economische klasse) doet aan politieke socialisatie > internaliseren
Politieke systeem draagt bij aan politieke socialisatie burgers (samenwerken/compromissen/participatie)
PARADIGMA’S OVER (POLITIEKE) SOCIALISATIE
, Functionalisme: rolverwachtingen > Socialisatie is manier om cultuur over te dragen en laten voortbestaan
Geïnternaliseerde rolverwachtingen > identiteit individu (en is dus product van samenleving)
Conflict: denkbeeld over ongelijkheid (socialisatie) > mate van ongelijkheid
Effecten van opleiding/opvoeding op ongelijke verdeling maatschappelijke posities
Politiek niveau: ongelijke participatie en hoe machthebbers emancipatiegroepen tegenwerken
Sociaal-constructivisme: socialisatie/omgeving beïnvloedt sociale werkelijkheid van ieder individu
STABILITEIT POLITIEK SYSTEEM
Legitiem politiek systeem – politiek regime is geaccepteerd door bevolking (soms door geweldmonopolie)
Legitimiteit politiek systeem Politieke bindingen
Democratische spelregels geaccepteerd omdat het makkelijk is om partij op te richten voor ontevredenen
Daling vertrouwen in rechtsspraak (onafhankelijkheid) > minder bindingen met rechtstaat
DEMOCRATIE
Democratie (volkssoevereiniteit – Volk heeft macht) heeft eisen:
1) Gekozen volksvertegenwoordigers (representatie) die regering controleren
2) Vrije/eerlijke/regelmatige verkiezingen
3) Vrijheid van meningsuiting
4) Toegang tot meerdere onafhankelijke informatiebronnen (geen censuur of monopolie voor staatsmedia)
5) Vrijheid van vereniging
6) Inclusief burgerschap (alle volwassenen hebben dezelfde rechten)
POLITIEKE COHESIE
3 problemen wat betreft politieke cohesie (binding die burgers met staat voelen):
1) Politieke betrokkenheid: binding neemt af
2) Bestuurlijke schaalvergroting: als bestuur ver weg is (EU) raken burgers los van politici
3) Gemankeerde communicatie: door gebruik van jargon verstaan burgers de politiek niet
Politieke bindingen > politieke instituties die gedrag reguleren (stabiel maar kan langzaam veranderen)
Uitvoerende organisatie (verband tussen mensen met gemeenschappelijk doel) want die hebben adres
3 visies op representativiteit/representatie:
1) Afspiegelingsmodel – vertegenwoordigers moeten lijken op de vertegenwoordigde groep (uiterlijk)
2) Rolmodel – standpunten vertegenwoordiger moeten overeenkomen met vertegenwoordigde groep
3) Partijenmodel – verschillende partijen vertegenwoordigen verschillen standpunten binnen het volk
COALITIE EN OPPOSITIE
Partijen in coalitie vormen regering en werken samen aan gezamenlijk doel: regeerakkoord uitvoeren
Moeten iets opgeven van eigen idealen > compromis
Partijen in oppositie werken niet samen want geen gemeenschappelijk doel dus ideologie voorop
Werken samen met coalitie als ze het eens zijn met plannen of met oppositie om regering af te zetten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottevanderlee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.