Nationaal en internationaal procederen – week 3 – college 2 – dinsdag 19 januari ’21
Wat hebben we gisteren gedaan?
Tiethoff-arrest: er zijn drie verschillend aspecten; wat is nou de consequentie voor een derdenbeslag – positie van de
derde-beslagene ten voer de beslagdebiteur. Je kan onderscheid maken tussen: situatie als de derde-beslagene nog niet in
verzuim was, en dat hij wel in verzuim is. Wat hier zo aardig is: als je nou een eenvoudige tekening maakt: A heeft vordering
op B en B heeft een vordering op C. en in dit arrest gaat het over B-C. C is derde-beslagene moet betalen aan B. maar door
schuldeiser van B wordt onder C beslag gelegd. Wat betekent dat voor C ten opzichte van B. wat als C nog niet in verzuim is
jegens B, maar hij kan niet betalen jegens B; want hij krijgt bevel om zaak onder zich te houden. Eerder arrest zei HR: Als
onder C beslag wordt gelegd kan C niet in verzuim raken jegens B. dit is een verhindering door nakoming dat veroorzaakt
wordt door B.
Maar in dit arrest is C al in verzuim jegens B. HR: het verzuim kan wel worden weggenomen als C te kennen had gegeven ‘Ik
wil best betalen’.
Dit arrest zie je ook terug in andere gevallen: B heeft vordering op C tot afgifte van roerende zaak. B en C woonde samen,
zijn uit elkaar gegaan en C had nog een computer onder zich van B. B is gaan procederen tegen C: Rechter wilt u C
veroordelen om die computer terug te geven. En wilt u hem veroordelen op gebeurde van een dwangsom; elke dag dat C
nalatig blijft om de computer af te geven. Vonnis wordt betekent, en A (schuldeiser van B) legt beslag onder C. In het vonnis
waar C wordt veroordeeld om B te betalen staat dat de dwangsom na 14 dagen in gaat. Door het beslag kan C niet afgeven,
en verbeurt hier nu een dwangsom? Tiethof-arrest wordt doorgetrokken: je kan niet de dwangsom executeren.
Vandaag: Opheffing van conservatoir beslag & Wet herziening beslagrecht.
Opheffing conservatoire beslag, art. 705 Rv (1)
Art. 705 Rv: vaak is het de beslagdebiteur die de opheffing vraagt, maar het kan elke belanghebbende kunnen zijn, bijv. bij
derdenbeslag de derde-beslagene. Dan moet je naar de voorzieningenrechter en 1 van de gronden van opheffing naar
voren brengen. (Meestal kort geding) Belangrijkste opheffingsgrond, lid 2.
Gronden voor opheffing, art. 705 Rv
- Het is dan ook een ondeugdelijk beslag, hoe heeft de rechter dat op? Waar let de rechter allemaal op: in
verzoekschrift worden veel feiten en omstandigheden genoemd; kan er ook nieuwe feiten relevant zijn?
Hwang/Nidera arrest: ging over beslag van afgebrand schip; HR: in kort geding kunnen feiten worden
meegewogen die in verzoekschrift niet aan de orde waren gebracht.
o Bijl/Van Baalen arrest: hoe nu als de vordering waarvoor beslag is gelegd in de hoofdzaak al is
afgewezen. Als de bodemrechter beslissing geeft; ik wijs de vordering van A jegens B af is dat argument
voor opheffing van het beslag in een kort geding procedure? HR: nee, althans niet automatisch en dat is
een afwijking van de navolgregel dat gewoonlijk de kortgedingrechter de uitspraak van de
bodemrechter volgt.
Als het dan opgeheven is, is er dan nog een aansprakelijkheid voor de beslaglegger voor de eventuele schade? Stel dan het
geen conservatoir beslag, maar faillissementsbeslag: A vraagt faillissement aan van B en dat faillissement wordt opgeheven.
Moet dan niet de lijn die de HR trekt; als het beslag uiteindelijk blijkt gelegd voor een vorering niet bestaat is er een
aansprakelijkheid. Moet dat ook niet voor faillissement gelden?
Opheffing conservatoire beslag (2)
Hoe krijg je een opheffing?
Je moet bij art. 705 Rv terecht. De wijze waarop je opheffing krijgt wordt bepaald door hoe je als B (beslagdebiteur) zijn
petitum formuleert. Twee mogelijkheden:
1. Dat u voorzieningenrechter beslag opheft;
2. Dat u voorzieningenrechter A (beslaglegger) veroordeeld om beslag op te heffen.
In het eerste geval, als je in petitum vraagt dat voorzieningenrechter opheft, wordt dat toegewezen? Luidt het dictum: dan
ontstaat er een rechtstoestand; kortgedingrechter door deze uitspraak te doen, creëert dan een nieuwe rechtstoestand is
een constitutief vonnis. Dat is een uitzondering, want in de regel kunnen kortgedingrechter geen constitutieve en
declaratoire vonnissen doen maar hier is een uitzondering in het beslagrecht.
Let op: beslissend is hoe jij je petitum inkleedt. Vaak zal je de spoedeisendheid aantonen; vaak omdat er al een
koopcontract is gesloten en je wil dat de transactie door kan gaan. Dan maak je met een condemnatoire vonnis een gekke
indruk; als je haast hebt waarom laat je het de kortgedingrechter dan niet doen door een constitutieve uitspraak.
De bevoegde rechter is de voorzieningenrechter die het verlof heeft gegeven tot beslaglegging. Daarvoor moet je goed
lezen art. 700 Rv; geeft bepaalde keuzemogelijkheden afhankelijk van beslagobject. Veelal is het voorzieningenrechter van
woonplaats beslagdebiteur, maar als het op zaken is kan het ook zijn waar de zaak zich bevindt, maar het kan ook de derde
zijn. Je kan dus een beetje forumshoppen.
Voorbeeld: A-B-C. A legt ten laste van B beslag op een onroerende goed. Dat onroerende goed ligt in Amsterdam. B woont zelf in Alkmaar.
Welke rechter heeft verlof verleent tot het leggen van beslag op onroerend goed? Amsterdam. A begint een eis in de hoofdzaak tegen B
door middel van een incasso kortgeding. Welke rechter? Alkmaar: Noord-Holland, niet in Amsterdam. Hoe zou u nou kunnen
bewerkstelligen dat die rechter een opheffing uitspreekt? Door een reconventionele vordering (gewoon een tegenvordering) die stel je in
, bij Alkmaar. (een incidentele vordering geldt voor de duur van de procedure) De Hoge Raad: art. 705 Rv laat onverlet de bevoegdheid van
de gewone rechter, maar ook van de gewone kort gedingrechter. De in vulling ‘gewone rechter’ art. 705 lid 1 Rv; kan dus ook de
kortgedingrechter (ruim lezen). Arrest Ajax//???
Als je vaart op een constitutief vonnis (voorzieningenrechter wil u het opheffen) wanneer wordt het dan opgeheven? Als de
beslissing in kracht van gewijsde is gegaan. Als de termijn is verstreken: 4 weken (kortgeding eerste aanleg). Hoe is het als
het door het gerechtshof wordt uitgesproken? De termijn is 8 weken. Als je het vordert in een kortgeding opheffing; en je
petitum niet goed formuleert moet je 4 weken wachten. Oplossing HR: normaliter moet het in kracht van gewijsde gaan
tenzij uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dan zie je uitvoerbaar bij voorraad verklaring niet als instrument om hoger beroep
te voorkomen, maar wordt gebruikt om opheffing ter stond te laten plaatsvinden. Je hebt een opheffing door en met het
vonnis. Dit vind je in het arrest: Smokehouse/Culimer. Wie kan opheffing vorderen? Elke belanghebbende. Als dat vonnis in
hoger beroep vernietigd wordt; dan herleefd het beslag.
Opheffing conservatoire beslag (3)
Gronden voor opheffing, art. 705 lid 2 Rv zijn imperatief/niet limitatief. Arrest Hwang/Nidera: er moet een
belangenafweging moet plaatsvinden door de voorzieningenrechter. Het kan best dat hij ziet dat een grond voor opheffing
aanwezig is maar desondanks afwegende het belang van de beslaglegger bij handhaving afgezet tegen het belang van de
beslagdebiteur bij opheffing zegt; ik laat het beslag in stand.
Betekenis afwijzing eis in de hoofdzaak:
Hoofdregel: voorzieningenrechter volgt bodemrechter
Bij opheffings-kort geding: Arrest Bijl/Van Baalen.
We weten dat als A beslag heeft gelegd ten laste van B dat A eis in de hoofdzaak moet instellen. A begint gewone procedure
bij de bodemrechter waarin hij veroordeling vraagt van de vordering waarvoor het beslag is gelegd. Als hij dat doet dan kan
het zijn dat in de procedure A-B de vordering van A wordt afgewezen door de bodemrechter. Als de bodemrechter dat
afwijst dan is dat een indicatie dat de vordering waarvoor beslag is gelegd niet deugdelijk is. zou je dan niet in het krot
geding opheffing van beslag de rechter in je voordeel hebben vanwege de hoofdregel; de voorzieningenrechter volgt de
bodemrechter. Als de bodemrechter heeft gesproken de vordering A-B wijs ik af. Moet de voorzieningenrechter dat volgen
en dan opheffing. Die navolgregel geldt niet bij een opheffingskortgeding Bijl/Van Baalen-arrest. Want het volgt ook uit
de wet, kijk naar art. 704 lid 2 Rv. Als in de bodemzaak de vordering wordt afgewezen vervalt het beslag van rechtswege,
maar alleen als de afwijzing in kracht van gewijsde is gegaan. Na 3 maanden (termijn van hoger beroep) is die in kracht van
gewijsde en vervalt het beslag van rechtswege dat onder C is gelegd.
Hoe zit het als de vordering afgewezen wordt maar de beslissing is nog niet in kracht van gewijsde gegaan. Dan heb je de
mogelijkheid om kort geding te voeren en daar heeft de Hoge Raad gezegd: dan geldt die navolgregel niet, dat blijkt ook uit
art. 704 lid 2 Rv en die voorzieningenrechter kan nog steeds een afweging maken.
Opheffing conservatoir beslag (4)
Betekenis bankgarantie
Uitgangspunt = bankgarantie stellen ter hoogte van de het bedrag waarvoor het beslag is gelegd. Waarvoor is beslag
gelegd? In de praktijk de hoofdsom + rente en kosten > zie syllabus. Nadeel: beslag legt op de kredietfaciliteit.
Het mooie van bankgarantie; er gebeurt iets geks. A heeft vordering op B, hij pakt vermogensbestanddeel van C. bij
bankgarantie komt nog een D (bank) die zelfstandige verplichting aan gaat met A uit het vermogen van D wordt het geld
betaald aan A en dat vindt een doorbreking plaats van de paritas (gelijkgerechtigdheid van schuldeiser) als B niet alleen A,
maar ook E F G als schuldeisers heeft; heb je een bepaalde rangorde en verdeling. Maar hij bankgarantie heb je daar niets
mee van doen; dus dat is een heftig middel; wordt ook als pressiemiddel gebruikt.
Zou je in kort geding ook de bankgarantie kunnen opheffen? Inmiddels in de praktijk wordt standaard bedongen dat als
omstandigheden rondom bankgarantie opheffen dan mag dat worden gedaan en wordt afweging van de rechter.
Gevolgen opheffing van conservatoir beslag
We hebben besproken:
Vonnis:
- Kort geding
- Constitutieve vs condemnatoire vonnissen
- Uitvoerbaar bij voorraad? Arrest Smokehouse/Culimer
- Gevolgenuitvoerbaarverklaring bij voorraad
Vernietiging opheffingsvonnis in appel. Consequenties?
We hebben de situatie dat in een kort geding B de eiser A de gedaagde en dat het beslag dat onder C is gelegd is
opgeheven. Onder C is beslag gelegd op een roerende zaak (voor derde beslag geldt hetzelfde). Wat gebeurt er dan? In
eerste aanleg wordt het beslag opgeheven uitvoerbaar verklaard bij voorraad. B is rechthebbende van roerende zaak en zit
geen beperking (beslag) op. In hoger beroep wordt dat vonnis houdende de opheffing vernietigd. Dan herleeft het beslag,
dan zie je dat het beslag dat A gelegd had op de roerende zaak van B dan zit dat beslag er weer op – ex nunc. En wanneer?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittje117. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.