Samenvatting literatuur Omgevingsrecht milieu & ruimte voor het tentamen van de K4 op de JHS.
Met deze samenvatting heb ik een 7,8 behaald voor het tentamen.
Wat is ruimtelijke ordening:
Het ordenen en indelen van ruimte. Er moet rekening gehouden worden met de
maatschappelijke ontwikkelingen en belangen. Denk aan milieu en welzijn. Er moet een
voldoende draagvlak zijn voor bestemmingsplannen, omgevingsvergunningen enzovoort.
Ruimtelijk bestuursrecht heeft een instrumentele functie: het recht is gericht op een doel =
inrichting van de ruimte. Rechtelijk bestuursrecht heeft ook een waarborgfunctie:
tegenwicht voor de burger tegen de ingrijpende overheid.
Plannen:
Dit is het instrument wat in het ruimtelijke ordeningsrecht gebruikt wordt. Dit betekend een
“samenhangend geheel van maatregelen om een doel te bereiken”. Er zijn twee soorten
plannen:
- Indicatief: zoals een structuurvisie: beleid, niet rechtstreeks bindend.
- Normatief: zoals een bestemmingsplan, wel bindend.
3 niveaus van plannen:
Rijk: Het minister stelt een nationale
structuurvisie vast (art. 2.3 Wro). Hierin
worden de hoofdzaken van het door het
Rijk te voeren ruimtelijk beleid vastgesteld.
Provincie De provinciale staten stellen een provinciale
structuurvisie vast (art. 2.2 Wro). Dit is ten
behoeve van de ruimtelijke ordening voor
het hele grondgebied.
Gemeente De gemeenteraad stelt een gemeenteljike
structuurvisie vast (art. 2.1 Wro). Dit is ten
behoeve van de ruimtelijke ordening voor
het hele grondgebied.
, Verder stelt de gemeenteraad voor het hele
grondgebied een bestemmingsplan vast
(art. 3.1 Wro). Hierin staat het gebruik van
de grond en de daarop staand gebouwen
vast.
Structuurvisie:
Hierin staan de hoofdpunten van voorgenomen ontwikkelingen en voorstellen over
uitvoering. De openbare lichamen zijn verplicht om een algemene structuurvisie vast te
stellen waarin ze de hoofdzaken van het ruimtelijk beleid toelichten. Ook kunnen ze
aspecten van het ruimtelijk beleid opnemen in aparte structuurvisies zoals de structuurvisies
over het leggen van buizen of windmolens. Dit is facultatief, niet verplicht!
Er zijn niet veel eisen aan de totstandkoming van zo’n structuurvisie. Er moet in ieder geval
bekend gemaakt worden dat men een nieuwe structuurvisie aan het voorbereiden is (art.
1.3.1 Bro) en er moet een paragraaf zijn opgenomen op welke wijze burgers en
maatschappelijke organisaties zijn betrokken bij de voorbereiding van zo’n structuurvisie
(art. 2.1.1. Bro). De wijze waarop is geheel vrij. Dit is dus niet hetzelfde als inspraak!
Het Rijk moet als aanvulling van de procedure wel nog overleg voeren met de Eerste en
Tweede Kamer (art. 2.3 lid 4 Wro).
De openbare lichamen zijn verplicht per structuurvisie een paragraaf op te nemen waarin
staat hoe men het wil gaan uitvoeren (lid 3 art. 2.1, 2.2, 2.3 Wro)
Een structuurvisie is geen besluit! Mensen kunnen dus geen bezwaar indienen tegen een
structuurvisie. Er is namelijk geen sprake van een rechtshandeling. Er veranderd niks in de
rechten en plichten van de mensen.
Met de nieuwe omgevingswet wordt de structuurvisie nu de omgevingsvisie. Dit reikt iets
verder dan puur het indelen van de ruimte.
Inhoud van een bestemmingsplan:
Het kernartikel hiervoor is art. 3.1 Wro. Volgens lid 1 is een bestemmingsplan verplicht voor
het hele grondgebied. De materiële eisen voor een bestemmingsplan staan in het Wro en de
formele eisen in het Bro.
Een bestemmingsplan bestaat uit 3 delen:
, a. Verbeelding (art. 1.2.1 lid 2 Bro). Dit is een kaart waarin alle plannen elektronisch
bekend worden gemaakt. Ruimtelijkeplannen.nl. Er moet ook een fysieke versie zijn
volgens art. 1.2.3 Bro. Als de fysieke en elektronische kaarten botsen, dan gaat de
elektronische kaart voor (art. 1.2.3 lid 2 Bro).
b. Regels (art. 3.1 lid 1 Wro). Hierin staan de regels die gelden binnen het
bestemmingsplan. Bijvoorbeeld waar zijn alle grijze gebieden die voor “verkeer” zijn
voor bestemd? Wat valt onder verkeersdoeleinden? Hier staat bijvoorbeeld dat er
geen gebouwen op mogen worden gebouwd. Het gaat over de bestemming (3.1
Wro), gebruik (art. 3.1.3 Bro) en uitvoerbaarheid (3.1 Wro). Uitvoerbaarheid gaat
over de specificering van plekken. Dit is een optie. Deze staan in art. 3.1.2 Bro. Zo kan
je bijvoorbeeld stellen dat op deze locatie alleen autohandelaren mogen staan
(branchering). Of dat er alleen sociale woningen komen te staan (woningbouw).
Verder kan je volgens hoofdstuk 3 van Wro zaken regelen als een
aanleg/sloopvergunning (art. 3.3 Wro).
Er zijn een aantal standaardregels die in je bestemmingsplan moeten worden
opgenomen. Deze staan in hoofdstuk 3.2 Wro. Dit gaat over zaken zoals het
overgangsrecht en hardheidsclausule.
c. Toelichting (eisen 3.1.6 Bro). Uitleg en interpretatie van de regels. Zo moet er
volgens lid 1 zijn toegelicht de verantwoording van de keuzes in het plan, watertoets
door het waterschap, overleg met andere overheden, uitkomst van het onderzoek,
inspraak van burgers en de uitvoerbaarheid van het plan. Als hier niet aan voldaan is,
dan is het besluit onzorgvuldig genomen en is het vernietigbaar. Hierom kan zo’n
plan 5 jaar duren!
Volgens lid 2 + 3 + 4 moet er voldaan zijn aan de ladder voor duurzame
verstedelijking. Volgens lid 2 moet er gemotiveerd worden, indien het plan stedelijke
ontwikkeling mogelijk maakt buiten bestaand stedelijk gebied, waarom dit niet
binnen het bestaan stedelijk gebied kan worden gebouwd.
Lid 5 gaat over archeologische monumenten en cultuurhistorische waarden. Je moet
aangeven hoe belangrijk je dit vindt en hoe je dit gaat beschermen. Dit gaat ook over
het milieu. Unesco werelderfgoed, rijksmonument, archeologisch monument.
Een toelichting in een bestemmingsplan is niet juridisch bindend! Je kunt er geen
rechten aan ontlenen!
Bestemmingsplan wijzigen:
Binnenplans wijzigen van het bestemmingsplan staat in art. 3.6 Wro, en buiten het
bestemmingsplan wijzigen staat in art. 3.8 Wro.
Overgangsrecht art. 3.2.1 jo 3.2.2. Bro:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rechtenstudentstan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.