Blok 18 Voortplanting
Ziekteleer
• Het vrouwelijk geslachtsapparaat
• Vruchtdood en abortus
• Het mannelijke geslachtsapparaat
• Overige afwijkingen van de geslachtsorganen
Het vrouwelijk geslachtsapparaat
• Ovarium
• Uterus en cervix
• Vagina, vestibulum en vulva
Voortplanting van vrouwelijke landbouwhuisdieren is van groot economisch belang.
Koeien moeten het liefst één kalf per koe per jaar krijgen (voor vlees en melk). De dracht duurt 280
dagen met een puerperium van 6 weken (periode van herstel van de baarmoeder na de partus)
waarbij dus 6-7 weken overblijven om drachtig te worden.
Kleine herkauwers zijn seasonal breeders en komen in oestrus bij afnemende daglengte. Bij hen
wordt synchronisatie toegepast zodat het monitoren en assisteren rondom de partus efficiënt
verloopt.
Varkens hebben een graviditeitsduur (periode van partus tot partus) van 115 dagen en werpen 2,4
toom per jaar.
Paarden moeten (in de fokkerij) het liefst één veulen per merrie per jaar krijgen. De dracht duurt
330 tot 340 dagen waarbij dus 35 dagen of minder overblijft om drachtig te worden. Gelukkig
worden ze al 9 tot 11 dagen na de partus weer hengstig. Alleen zijn paarden ook seasonal breeders
en komen niet meer in oestrus bij afnemende daglengte (bovendien wil je het veulen het liefst vroeg
in het jaar en dus niet veel later).
Gezelschapsdieren zoals de hond zijn maar twee keer per jaar loops dus van belang is het bepalen
van het optimale dek- of inseminatiemoment.
Voortplanting bij vogels, fretten, konijnen en knaagdieren is belangrijk voor economie, sport of
hobby. Alle erfelijke of verkregen aandoeningen van het geslachtsapparaat, ontsporingen in de endocriene regulatie en
oestrische cyclus en abortus zijn ongewenst.
Ovarium
• Disfunctie van het ovarium
• Neoplasieën van het ovarium
Disfunctie van het ovarium
• Abnormale anoestrus
- Rund
- Varken
- Paard
- Hond
• Persisterende (pro-)oestrus bij de hond
• Persisterende oestrus bij de fret
• Cysteuze ovariële follikels bij het rund
• Persisterende di-oestrus bij het paard
,Abnormale anoestrus
De anoestrus is de rustperiode van de ovaria (waarin er dus geen oestrus en geen ovulatie
plaatsvindt). De duur verschilt per diersoort. Mono-oestrische dieren hebben maar één cyclus per
jaar. Een abnormale anoestrus is een voortplantingsstoornis waarbij de ovaria zonder fysiologische
reden inactief blijven (er komt geen cyclus, geen oestrus, geen ovulatie). Het komt bij alle (ook
polyoestrische, hebben normaal gesproken bijna geen anoestrus) diersoorten voor.
Abnormale anoestrus bij de koe
De ware abnormale anoestrus is als er geen ovariële activiteit is. Dit kan komen door een
anatomische afwijking van de ovaria of een endocriene afwijking van de hypothalamus-hypofyse-
ovarium as. Voeding, leeftijd, productie en omgevingsfactoren (huisvesting en lichtintensiteit) kunnen
de endocriene as negatief beïnvloeden. Bij andere vormen van anoestrus is er wel enige activiteit
maar geen oestrusverschijnselen, een suboestrus. Anoestrus moet niet verward worden met een
recente ovulatie maar dan is de uterus meestal nog tonisch (door geweeste oestrus).
Symptomen: er is geen oestrus en de ovaria zijn klein en hard (eventueel wel follikels, maar geen CL
behalve bij de suboestrus kan dat wel).
Diagnostiek: de ovaria zijn klein en hard bij rectaal onderzoek, kleine follikels kunnen wel aanwezig
zijn. Er is geen corpus luteum. Bij een suboestrus is er wel een corpus luteum (kan).
Therapie: de koe in betere lichamelijke conditie brengen of wachten tot volwassenheid en dan een
hormonale therapie met bijvoorbeeld progestagenen (kunstmatig luteale fase nabootsen).
Bij een suboestrus een luteolyse induceren met prostaglandine F2α tijdens de di-oestrus.
Abnormale anoestrus bij het varken
Bij het varken spreken we van anafrodisie: het niet of niet tijdig optreden of onvoldoende duidelijk
optreden van bronstig (berig) worden van een gelt of zeug op het moment waarop dit fysiologisch
gezien zou moeten.
Een verlengd interval van spenen-inseminatie zien we vooral bij zeugen die voor de eerste keer
geworpen hebben en in een negatieve energiebalans verkeren op het moment van spenen door
geringe voeropname in de kraamstal. Factoren als onvoldoende licht, te weinig beercontact en te lage
temperatuur in de dekstal kunnen ook oorzakelijk zijn. Gelten worden meestal afgevoerd.
Therapie: management optimaliseren en hormonale therapie, een combinatie van eCG en hCG
(equine and human chorionic gonadotropin). eCG stimuleert de follikelontwikkeling en hCG de
ovulatie en luteïnisatie. De hormonen mogen niet in de luteale fase gegeven worden, dan is er
kans op cysteuze ovaria!
Abnormale anoestrus bij het paard
Het kan voorkomen bij de juveniele merrie die in het anoestrus-seizoen verkeert (winter). Ook al
veulent de merrie vroeg in het seizoen, zij kan toch terugvallen in de anoestrus-periode.
Problemen met de hypofyse zoals bij Cushing kan ook en een afwijkend chromosoompatroon bij een
jonge merrie.
Symptomen: er is geen oestrus en de ovaria zijn klein en hard.
Diagnostiek: de ovaria zijn klein en hard bij rectaal onderzoek. Er is geen corpus luteum.
Therapie: een langdurig verlengd lichtregime in het anoestrus-seizoen of analogen van GnRH of
progestagenen.
Abnormale anoestrus bij de hond
Primaire anoestrus: de teef is nog nooit loops geweest op een leeftijd van 18 maanden.
Is de teef wel al een keer loops geweest? Dan is er sprake van abnormale anoestrus bij een interval
van langer dan 12 maanden of het dubbele van de voor die teef normale anoestrus-periode.
Oorzaken van een abnormale anoestrus zijn: hypothyreoïdie, stille loopsheid, slechte waarneming van
de loopsheid door de eigenaar, iatrogeen door corticosteroïden, progestagenen of ovariëctomie,
,hermafroditisme of pseudohermafroditisme bij primair. Oudere teven (vanaf 8 jaar) hebben soms een
langere anoestrus door hypercortisolisme bij Cushing (overmaat cortisol zorgt voor minder
gonadotrope hormonen).
Symptomen: er is geen oestrus (of niet te zien) en de ovaria zijn klein en hard.
Diagnostiek: uitgebreid lichamelijk en gynaecologisch onderzoek, hormoonbepaling en testen.
Therapie: afhankelijk van de oorzaak.
Persisterende (pro-)oestrus bij de hond
Een pro-oestrus van langer dan 25 dagen is te lang. Oorzaken zijn een ovulatiestoornis, cysteuze
ovariële follikels, ovariumtumoren, iatrogeen (oestrogeen) of zelden een leverafwijking. Een kort
interoestrusinterval kan een aanwijzing zijn dat ook de vorige cyclus anovulatoir is verlopen.
Het komt vooral bij jonge honden regelmatig voor tijdens de eerste of tweede loopsheid door een
ovulatiestoornis.
Symptomen: aanhoudende loopsheid, bloederige uitvloeiing, aantrekkelijkheid voor reuen.
Diagnostiek: vaginoscopisch en cytologisch beeld van oestrogeen zonder progesteron.
Therapie (ovulatiestoornis): GnRH preparaten om luteïnsatie te verkrijgen en anders de pro-
oestrus symptomen stoppen met progestagenen, oraal in lage dosering (anders kans op cysteuze
endometriumhyperplasie (CEH)). Ovariëctomie kan als de eigenaar daar voorkeur aan geeft.
Persisterende oestrus bij de fret
Fretten hebben een seizoensgebonden oestrus en een geïnduceerde ovulatie. Als fretten niet worden
gedekt blijven ze loops tijdens het hele voortplantingsseizoen (maart tot september). Het vele
oestrogeen onderdrukt het beenmerg wat tot pancytopenie kan leiden.
Symptomen: aanhoudende loopsheid, aantrekkelijkheid voor mannen en pancytopenie.
Diagnostiek: vaginoscopisch en cytologisch beeld van oestrogeen zonder progesteron.
Therapie: oestrus voorkomen bij fretten waarmee niet wordt gedekt.
Cysteuze ovariële follikels bij de koe
COF is een cysteuze ontaarding van de follikels als gevolg van een endocriene stoornis van de
hypothalamus, hypofyse, ovaria, endometrium en mogelijk ook de bijnieren. De precieze oorzaak is
nog niet opgehelderd.
Symptomen: anoestrus (meest voorkomend), nymfomanie (frequent, lang en onregelmatig tochtig).
Diagnostiek: geen corpus luteum maar op de ovaria één of meer met vocht gevulde cysten van
groter dan 2,5 cm diameter, langer dan 10 dagen. Meestal zijn ze dunwandig maar een deel heeft
een dikkere en geluteïniseerde wand. Ze produceren waarschijnlijk onvoldoende progesteron om
een uteriene prostaglandinerelease en dus luteolyse te bewerkstelligen.
Therapie: GnRh-suppletie, hCH-suppletie of progesteronsuppletie(intravaginaal), intravaginaal de
follikels aanprikken en leegzuigen waarna luteïnsatie volgt en dan prostaglandinen toedienen.
Afwachten op spontaal herstel in een fase kort na de partus.
Prognose: doorgaans gunstig.
Persisterende di-oestrus bij het paard
De meest voorkomende oorzaak van anoestrus bij het paard is het persisterende corpus luteum.
Bij 15% van de cycli persisteert dit corpus luteum door geen uterien prostaglandine F2α aan het eind
van de cyclus voor enkele maanden. Het progesteron is te hoog en dus wordt de merrie niet hengstig.
Symptomen: geen oestrus.
Diagnostiek: persisterend corpus luteum.
Therapie: exogeen prostaglandine F2α.
De persisterende anovulatoire follikel of hemorragische follikel is een follikel die niet op het juiste
moment ovuleert. Hij blijft doorgroeien en wordt geluteïniseerd.
Symptomen: geen oestrus.
, Diagnostiek: een structuur van 5-10 cm op het ovarium met een spinnenwebachtige doorsnede op
echo.
Therapie: exogeen prostaglandine F2α.
Ovariumtumoren
• Ovariumtumor bij de hond
• Ovariumtumor bij het paard
• Ovariumtumor bij de koe
• Ovariumtumor bij de kip
Ovariumtumor bij de hond
Primaire ovariumtumoren komen zelden voor bij de hond (1%) en kat (minder dan 1%).
De oorsprong is epitheliaal, stromaal of kiemcel.
Epitheliaal: adenoom, cystadenoom of carcinoom.
Stromaal: granulosacel, thecacel, luteale cel.
Kiemcel: dysgerimonen of teratomen.
De stromale tumoren worden regelmatig waargenomen na een incomplete ovariëctomie.
Symptomen: epitheliale ovariumtumoren geven ascites door obstructie van lymfevaten door de
tumor of metastase en toename buikomvang, anorexie en gewichtsverlies. De oestrische cyclus is
normaal.
Stromale ovariumtumoren produceren hormonen (oestrogeen of progesteron in lage concentraties)
en geven daardoor een persisterende pro-oestrus, verkorte interoestrusintervallen,
beenmerghypoplasie (oestrogeen), cysteuze endometriumhyperplasie, endometritis, toename van
melklierweefsel (progesteron) en symmetrisch haarverlies door het telogeniseren van de haarcyclus
en folliculaire atrofie.
Een dysgerminoom gaat uit van ongedifferentieerde kiemcellen (lijkt op serminoom van de reu) en
een teratoom gaat uit van ectoderm, mesoderm of endoderm en kan allerlei weefselstructuren
maken (zenuwweefsel, kraakbeen, bot, vet, bloedvaten, lymfoïd weefsel, klieren, tanden).
De ovariumtumoren zijn veelal eenzijdig en metastaseren zelden.
Diagnostiek: stond er niet.
Therapie: een totale ovariahysterectomie (omdat het bilateraal kan zijn, naar de uterus kan
uitbreiden en er cysteuze endometriumhyperplasie of endometritis kan zijn). Als de eigenaar nog
wil fokken kan een eenzijdige verwijdering worden gekozen. Het andere ovarium kan normaal
gaan functioneren.
Prognose: goed zonder metastase.
Ovariumtumor bij het paard
Ovariumtumoren komen niet vaak voor, 3% van de tumoren bij merries. De granulosa-thecaceltumor
is de meest voorkomende en produceert inhibine, testosteron en oestrogeen, bij uitzondering ook
progesteron.
Symptomen: de tumor is vrijwel altijd unilateraal en metastaseert niet. De tumor kan een
toevalsbevinding zijn. Het inhibine (in 90% van de gevallen hoog) zorgt door negatieve feedback op
FSH voor contralaterale ovariumatrofie en dus infertiliteit. De merrie kan nymfomaan, anoestrisch of
agressief gedrag vertonen.
Diagnostiek: stond er niet.
Therapie: unilaterale ovariëctomie waarna de merrie 1-2 seizoenen later weer een normale cyclus
heeft.
Zeer zelden komt de teratoom en carcinoom voor, aanwezig vanaf de geboorte en ontdekt als
toevalsbevinding als het paard voor de fok wordt ingezet.
Symptomen: gedrag en cyclus zijn normaal.
Diagnostiek: bot of kraakbeen in het ovarium op de echo.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller echvandoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.