100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Belangrijke begrippen en rijtjes Methoden voor media Analyse $3.23   Add to cart

Summary

Samenvatting Belangrijke begrippen en rijtjes Methoden voor media Analyse

 461 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Artikelen omvatten: stokes, eslaesser en buckland, long en wall, prammagiore en wallis, gomery, costera meijer, creeber, seiter, brandston, zoonen, livingstone, janovich en faire, thompson en bordwell, corner, klinger, bignell.

Preview 3 out of 10  pages

  • January 19, 2015
  • 10
  • 2014/2015
  • Summary
avatar-seller
Belangrijke begrippen en rijtjes MvMA


STOKES: how to do media & cultural studies

2 algemene paradigma’s binnen mediastudies (+ methodes): Sociale wetenschappen (empirisch,
aantallen, massacommunicatie en kwantitatief: inhoudsanalyse, enquête, economische
productieanalyse) en Geesteswetenschappen (interpretatief, betekenis, Cultural Studies en
kwalitatief: tekstanalyse, participerende observatie, interview, etnografisch onderzoek,
productieanalyse).

Stokes kijkt het liefst naar dit paradigma via twee dimensies: objectief<>interpretatief en
instrumenteel<>abstract.

Triangulation: als twee of meerdere methoden tegelijk mogelijk zijn


ESLAESSER EN BUCKLAND: studying contemporary American Film

Onderzoek moet verdeeld worden binnen filmstudies in drie delen: theorie (theorie biedt
specifieke waarden om naar een film te kijken; declaratieve kennis), methoden (procedurele
kennis) en analyse (kijken hoe een film betekenis creëert)

5 stages van het overtuigen van iemand (a.d.h.v. Aristoteles): inventio, dispositio, elocutio, actio
en memoria


LONG EN WALL: Media studies: texts, production contexts

Reden van de populariteit van mediastudies:
- glamour
- iedereen weet er wel iets van, het is alledaags



PRAMAGGIORE EN WALLIS: cinema as industry: economics/technology

Verticale integratie: als grote productiebedrijven ook distributie en vertoning in handen hebben.
Dit kreeg een tegenslag door Paramount Decree in 1948: Majors moesten theaters afstaan. Om
hun macht toch te behouden gingen de Majors investeren in onafhankelijke films.

Horizontale integratie: bedrijven breiden zich uit in de entertainmentindustrie: Merchandise en
Games.

4 trends met betrekking tot arbeidspraktijken in hedendaags Hollywood:
- Outsourcing: het van buitenaf aannemen van mensen voor bv licht en geluid.

, - Cash-break zero deals: percentage van de winst is het salaris van de ster.
- Runaway productions: filmen buiten de VS: lagere productiekosten.
- Centralization: productie van ideeën gecentraliseerd doordat de Majors grotendeels de
scriptschrijvers beheersen.

High concept film: aantrekkingskracht van sterren en genres worden gecomimbineerd met een
simpel scenario, je kunt het zien als een soort succesformule



GOMERY: economic film history

Filmwereld bestaat uit 3 sectoren: productie, distributie en vertoning.

twee benaderingen vanuit economisch perspectief:
 Marxistische: er is een basis van economische krachten (infrastructuur) en hierop staat
de superstructuur. enkele bedrijven domineren de industrie en winst gaan naar elite: zij
buit het proletariaat en de bronnen uit.
 Industriële theorie. Kijkt enkel naar een set bedrijven of instituties. Sociologie en
ideologie blijven buiten beschouwing. Schema: Performance < Conduct < Market
structuur < Basic conditions


COSTERA MEIJER: the colour of soap opera

Nadruk op productie: productie is een proces van onderhandeling waardoor tekstuele
betekenissen ontstaan.

Productieonderzoek: Betreft het bestuderen van kaders, praktijken en factoren die
mediaproducties mogelijk maken of beïnvloeden en de betekenis ervan mede bepalen. Doen we
omdat productionele kaders de schakels vormen tussen het beeld en de werkelijkheid.

- Palette repertoire: kijken of acteurs samen wel een goede combinatie van uiterlijkheden
en innerlijkheden vormen.
- Equal representation repertoire: soaps moeten een reële weergave van de samenleving zijn
- Availability repertoire: beschikbaarheid van goede (gekleurde) acteurs
- Dramatic potential repertoire: ongewone combinaties, bijvoorbeeld een moslimmeisje dat
met een blanke jongen trouwt, of een donkere vrouw die dokter wordt.
- Credibility repertoire: geloofwaardigheid is belangrijk
- Responsibility repertoire: zwart personage draagt volle burden of representation.



CREEBER: analysing television: issues and methods in textual analysis

3 stages van de ontwikkeling van tekstuele analyse:

, 1. The Classical Tradition (Leavis): Literary Studies. Bekritiseerd omdat Leavis zijn eigen
vooroordelen projecteerde en versterkte door de analyse. Hij prees hoge cultuur en haalde
populaire cultuur naar beneden.
2. Structuralisme (Barthes, Saussure, Eco). Meer rigoureuze en semiwetenschappelijke
aanpak bij de tekst. Alle teksten worden begrepen als een systeem van tekens. Trok drie
opvattingen in twijfel:
- notie van kwaliteit: tekst is niet goed of slecht, maar hoe werkt een tekst?
- Notie van canon: snobistisch
- Notie van autoritaire intentie: intentie van de auteur ontdekken geeft de échte betekenis.
3. Poststructuralisme (Hall): meervoudigheid van betekenis: tekst is een product van
interpretatie.

intentional fallacy: de intentie van de auteur is irrelevant:het gaan enkel en alleen om de tekst
zelf.
Canon: de productie van een lijst van belangrijke of memorabele teksten

Verschillende aanpakken op televisie (Hartley)
- Semiotische analyse vanuit Saussure/Barthes’ talige structuralisme
- Analyse van visuele beelden vanuit kunstkritiek en filmstudie
- Culturele analyse vanuit Birmingham Cultural Studies
- Sociaal-structurele analyse vanuit Marxisitsche sociologie
- Feministische kritiek
- Geschiedkundig onderzoek naar populaire mediavormen

semiotiek, narratologie, genre theorie, ideologische analyse, theorie van
hegemonie/subjectiviteit/vertoog, psychoanalytische theorie en inhoudsanalyse zijn methoden
voor tekstanalyse.


SEITER: Semiotics, Structuralism and television

Semiotiek: de studie van alles dat gebruikt kan worden voor communicatie: woorden beelden etc.

Structuralisme: ieder element in een cultureel systeem ontleent zijn betekenis aan relaties met
andere elementen in het systeem: binaire opposities: Levi Strauss. uitkomst is vaak een
beschrijving van een wereldbeeld/ideologie.

Kleinste eenheid van betekenis is het teken (sign), deze bestaat uit de signifier (betekenaar, object
zelf, materiële vorm) en de signified (betekende, concept dat gerepresenteerd wordt). Relatie is
arbitrair.

Referents: de echte objecten waarnaar taal verwijst. Sommige tekens hebben geen ‘echte’
objecten, zoals ‘vrijheid’ of ‘liefde’: abstracties. Bij het beschrijven van een teken, heb je altijd
een ander teken (interpretant) nodig: niets bestaat buiten taal.

Pierce maakt een onderscheid tussen Icoon (gelijkenis met het getoonde, bijv: kaart van

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RoseFrost. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23  1x  sold
  • (0)
  Add to cart