Macro: Microbiologie: medische
1. Algemene inleiding
Medische microbiologie
o biologie: studie van levende organismen (uitzondering: virussen ook!),
o micro: enkel organismen die waarneembaar zijn met licht-
/elektronenenmicroscoop. (uitzondering: meercellige parasieten ook!)
o medisch: enkel de micro-organismen die medisch relevant zijn binnen
vpk
Welke micro-organismen worden bestudeerd door de medische microbiologie:
Bacterien, virussen, schimmels, wormen, protozoa, planten
1.1. Het vijfrijkensysteem (van oud-nieuw) = evolutie van leven
PROKARYOTEN (geen kern) EUKARYOTEN (kern + kernmembraan)
1) Moneren 2) Protisten 3) Planten 4) Dieren 5) Zwammen
= bacterien =eencelligen a. parasitaire a. schimmels
a. Coccen Protozoa wormen b. gisten
b. Bacillen parasieten b.spinachtigen
c. Spirillen (mens) c. insecten
! VIRUS ! = geen cel, heeft geen celwand/kern/cytoplasma, celorganellen. Het bestaat uit
eiwitten en erfelijk materiaal.
! MEERCELLIGE PROKARYOTEN ! = bestaat niet, altijd eencellig
1.2. Vier grote domeinnen vd medische microbiologie
Bacteriologie= studie van bacterien, eencellige
prokaryote organismen.
Mycologie= studie van gisten en schimmels (=fungi),
meercellige eukaryote ‘’
Parasitologie= studie v parasieten, eukaryote levensvorm
die ten koste gaat van gastheer/andere levensvorm.
o Eencelligen: protozoa
o Meercelligen: Arthropoden en Helminthen
Virologie= studie van virussen, metabolsime + vermeerdering volledig
afhankelijk van gastheer.
,1.3. Micro organismen zijn verantwoordelijk voor * van infectieziekten
Infectie? het organisme zorgt voor schade of een veranderende fysiologie bij de
Mens, welke zich kan uiten in symptomen of subklinisch (geen symp)
Causaal verband tss micro-organismen en infectieziekten:
POSTULATEN VAN KOCH (3) !
1. Micro-organismen (verwekker) dient gevonden te worden bij elke patient die
aan de infectieziekte lijdt en niet bij een gezond iemand.
Uitzondering: Residente microbiota= MO die we van nature op ons lichaam
hebben.
2. MO dient geisoleerd te kunnen worden en buiten het lichaam in cultuur
gebracht te worden.
Uitzondering: Virussen= kan niet gezien w als leven organisme dus moeilijk
om buiten lichaam te kweken
3. Inbrengen van gekweekte MO dient bij proefdier tot ziekte te leiden en MO
opnieuw geisoleerd te kunnen worden uit het proefdier.
Uitzondering: Zoonosen= MO die in een dier kunnen overleven maar niet
specifiek tot ziekte leiden.
Niet elke besmetting leidt echter bij elke individu tot infectie.
- Opportunisten: enkel infectie veroorzaken bij verminderde weerstand.
(opportuniteit: kans/gelegenheid)
- Primaire pathogenen: veroorzaken bij de meeste besmette individuen
infectie. Bepalende factoren zijn:
o Aard en eigenschappen van het organisme (virulentie), maar ook van
de gastheer!
Virulentie: hoeveelheid schade die een micro-organisme in zijn
gastheer aanricht
o Immunologische (vaccinatie) en genetische factoren zullen bepalen of
de ziekte doorbreekt
, Invasie= hoe meer ziekteverwekkers Aspecifiek: stoffen en cellen die zich
aanwezig hoe groter de kans op niet specifiek richten tegen een
besmetting. ziekteverwekker.
Profileratiesnelheid= hoe sneller een Specifiek: wordt geactiveerd ter
MO zich kan delen hoe groter de kans bestrijding ve specifieke
op besmetting. ziekteverwekker.
Toxische vermogen:
- Exotoxine: MO geeft doorheen zijn
leven gif af
- Endotoxine: binnengif, gif zal enkel
naar buiten komen als MO afsterft.
Ontsnappen aan afweer
Je hebt ook nog commensale flora/residente microbiota
= zijn niet schadelijk en niet in staat om ziekte te veroorzaken, ze zijn leven-
noodzakelijk voor normaal fysiologisch functioneren
1.4. Besmettingswegen van infectieziekten
Direct contact
o Cutaan: huid
o Mucosaal: slijmvliezen
Aerogeen = druppels in de lucht= droplet/druppelinfectie
Enteraal = spijsverteringskanaal
o Oraal: speeksel
o Faeco-oraal: voedsel inname
Hematogeen = bloed
Verticale besmetting = overdracht ouder op kind
Horizontale besmetting = mensen onderling (bv klasgroep)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Apachke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.