Overzicht IIER:
- 1. Basisbeginselen Europees Recht
➢ Einde aan onderlinge strijd tussen lidstaten door samenwerking.
➢ Doel = vrede en veiligheid
➢ Voor dit doel wordt een organisatie opgericht waaraan de lidstaten een gedeelte van hun
zelfstandige beslissingsbevoegdheid overdragen (supranationaal).
➢ Basisvoorwaarden:
• Loyale samenwerking: EU lidstaten houden zich aan de EU regels → artikel 4 lid 3
VEU
• Attributiebeginsel: de EU treedt alleen op als het verdrag het toelaat → artikel 5 lid 2
VEU
• Subsidiariteitsbeginsel: pas als gezamenlijk optreden nodig is treedt de EU op anders
regelt het land het zelf → artikel 5 lid 3 VEU
• Evenredigheidsbeginsel: het minst ingrijpende middel wordt ingezet → artikel 5 lid 4
VEU
• Gelijkheidsbeginsel: geen discriminatie o.g.v. nationaliteit → artikel 18 VWEU
• Wederzijdse erkenning → als een product rechtmatig in een EU-land in de handel is
gebracht dan mag dit product ook in een ander EU-land verkocht worden.
➢ Instellingen van de Europese Unie: art. 13 VEU
➢ Hoogste in hiërarchie: de Europese Raad → regeringsleiders lidstaten → beleid vormgeven
➢ EU opgericht naar democratische normen:
• Wetgevende macht:
❖ De raad: raad van ministers van lidstaten per te behandelen onderwerp
❖ Het Europees Parlement: stemmen over wetsontwerp
• Uitvoerende macht:
❖ De Europese Commissie: geeft door wetsvoorstellen uitvoering aan het
beleid gevormd door de regeringsleiders
• Rechterlijke macht:
❖ Het Europese Hof van Justitie (Luxemburg)
➢ Wetgevende instrumenten van de EU
➢ Primaire wetgeving:
• Allereerst zijn er de Europese verdragen: VEU, VWEU en het Handvest Grondrechten
EU tot stand gekomen door instemming van elke lidstaat
➢ Secundaire wetgeving:
• Art. 288 VWEU:
❖ Verordeningen
❖ Richtlijnen
❖ Besluiten
❖ Aanbevelingen en adviezen
• Kan tot stand koen door meerderheid van stemmen via de gewone
wetgevingsprocedure: art. 294 VWEU
• Secundaire wetgeving is een uitwerking van het verdrag en is daarmee ‘lex specialis’
ten opzichte van het verdrag
, - Directe werking Europees Recht
➢ Wetgevende instrumenten van de EU
➢ Verordeningen: direct werkend, algemeen binden (denk bijvoorbeeld aan de AVG)
➢ Richtlijnen: in eerste instantie niet algemeen bindend: nationale overheid moet binnen
bepaalde termijn de richtlijn omzetten in nationale wetgeving.
• Maar: indien de termijn voor omzetting overschreden wordt of de richtlijn wordt niet
op de juiste manier omgezet kan de richtlijn toch rechtstreekse werking hebben
want het is een tekortkoming van de overheid en daar mogen de burgers niet onder
lijden vindt het Hof van Justitie van de EU. Dan moet die richtlijn wel:
❖ Voldoende duidelijk zijn
❖ Rechten verlenen aan een burger
❖ En geschikt zijn voor rechtstreekse werking
➢ De richtlijn is het ideale instrument om de nationale wetgevingen van de lidstaten te
harmoniseren
➢ Als de nationale wetgevingen niet op elkaar aansluiten gaat men uit van:
• Wederzijdse erkenning: een verplichting aan de lidstaten om elkaars wetgeving te
erkennen en toe te passen.
❖ Bijvoorbeeld: een product dat rechtmatig in de handel is gebracht binnen
een lidstaat mag niet zomaar door een andere lidstaat geweigerd worden
omdat het niet aan bepaalde eisen voldoet van die lidstaat.
➔ Een belangrijk gegeven bij de vier vrijheden van de EU
➢ Directe werking EU Recht:
➢ Doorwerking:
• De manieren waarop EU-recht effecten heeft in de nationale rechtsorde
➢ Rechtstreekse werking:
• Een burger of bedrijf kan zonder tussenstap gebruik maken van de rechten en
plichten die voortvloeien uit het EU-Recht
➢ Twee arresten van belang:
• Van Gendt en Loos arrest
❖ De gemeenschap (=EU) vormt een ‘nieuwe rechtsorde waartoe niet alleen de
lidstaten maar ook de onderdanen gerechtigd zijn.
• Costa/Enel arrest
❖ Indien een lidstaat soevereiniteit heeft overgedragen kunnen lidstaten niet
meer zelf kiezen wanneer en hoe het Europees recht doorwerkt in hun
nationale rechtsorde. Het Europees recht heeft op dat gebied voorrang.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LBrouwer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.18. You're not tied to anything after your purchase.