Samenvatting Nectar biologie V4 Hoofdstuk 2 Soorten en Populaties
1 view 0 purchase
Course
Biologie
Level
VWO / Gymnasium
Book
Nectar / Biologie 4 Havo / deel Leerboek
Dit is een samenvatting van Nectar biologie hoofdstuk 2 Soorten & populaties. Alles is super duidelijk uitgelegd met een aantal plaatjes erbij zodat het nog duidelijker wordt. Na elke paragraaf staat er een begrippenlijst met de belangrijke begrippen uit de paragraaf. Dit helpt mij altijd heel erg....
Summary chapter 6 species and populations - Nectar biology 4 vwo
All for this textbook (1)
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Biologie
4
All documents for this subject (5497)
Seller
Follow
charlottedelange
Content preview
Hoofdstuk 2 Soorten en populaties
Paragraaf 1 Definitie van een soort
Biologen hebben afgesproken dat min of meer gelijk uiterlijk tot dezelfde soort behoren als
ze vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. Een soort alleen beschrijven aan de hand van
uiterlijke kenmerken is niet voldoende. Individuen verschillen van elkaar. Niet alleen de
uiterlijke kenmerken zijn zijn belangrijk om een soort te beschrijven. Soms lijken 2 dieren
uiterlijk op elkaar, maar herkennen ze elkaar niet als soortgenoot. Het gedrag, geluid,
voedsel en leefgebied is totaal anders. Het zijn 2 verschillende soorten.
Alle soorten hebben een wetenschappelijke naam. Die bestaat uit 2 delen: de
geslachtsnaam en de soortaanduiding. Dit is de binomiale naamgeving. In de naam laten
wetenschappers soms een eigenschap van de soort zien. Domesticus heeft met huis te
maken (de huismus). Door taxonomie, de wetenschappelijke indeling van soorten, werden
duizenden dieren en planten door Linnaeus Geclassificeerd. Hij lette daarbij vooral op
overeenkomstige kenmerken, bijvoorbeeld de bouw van voortplantingsorganen van planten.
De organismen werden met deze indeling in steeds groter groepen verdeeld:
organismen → geslachten → families → orden → klassen → rijken
Bij de egel uit Oost-Europa en die uit Nederland werd lang gedacht dat ze dezelfde soort
waren. Beide eten vrijwel hetzelfde en leven in vergelijkbare gebieden. Het enige verschil is
dat de Oost-Europese egel een witte plek op zijn borst heeft. Na DNA-onderzoek bleek dat
er grote verschillen waren. Soms levert DNA-onderzoek dus verassende familierelaties op.
DNA wordt daarom om tot een betrouwbare indeling van soorten te komen.
Wij bepalen wat soorten zijn en hoeveel ze van elkaar mogen verschillen in uiterlijk en DNA.
De natuur houdt zich niet aan de menselijke regels. De grens tussen soorten is vaag. Soms
kruisen 2 soorten met elkaar en krijgen ze levensvatbare nakomeling (hybriden). Deze
hybriden helpen de familierelaties vast te stellen. 2 soorten kunnen alleen jongen krijgen als
het DNA grotendeels hetzelfde is. Meestal zijn hybride onvruchtbaar, zodat een grotere
vermenging van soorten niet optreedt.
Soort: organismen met min of meer gelijk uiterlijk die onderling kunnen voortplanten en
daarbij vruchtbare nakomelingen krijgen
Binomiale naamgeving: de wetenschappelijke naam, die bestaat uit 2 delen: de
geslachtsnaam en de soortaanduiding
Taxonomie: de wetenschappelijke indeling van soorten
Paragraaf 2 Populaties
Een groep of kolonie heet een populatie, organismen van dezelfde soort in een bepaald
gebied. Binnen een populatie paren de dieren vaker onderling dan met soortgenoten uit
andere populaties. Daardoor zijn de individuen in een populaties vaak directe familie van
elkaar. Dat maakt ze kwetsbaar voor bijvoorbeeld ziektes. Hierdoor zou de populatie ineens
kunnen verdwijnen. Door veel uitwisseling van erfelijk materiaal zou de populatie juist ook
snel kunnen groeien.
, Koolmezen maken nesten in de holle van oude bomen. In een jong bos is de
nestgelegenheid dus de beperkte factor. Op een geven moment is er voedseltekort, de
jongen vertrekken uit het leefgebied van hun ouders. Als ze in de buurt blijven, kunnen ze
proberen een eigen territorium te bemachtigen. Dan versterken ze hun oorspronkelijke
populatie. Als ze een nieuw gebied koloniseren, vormen ze een nieuwe populatie of komen
ze terecht in een bestaande populatie. Daar dragen ze bij aan de genetische diversiteit.
Planten verspreiden hun zaden via wind, water en dieren. Soms is het moeilijk te
achterhalen waarom de soort daar terecht is gekomen.
De meeste plaatsen waar populaties leven veranderen, vooral door de mens. Sommige
soorten profiteren van de bouw van wegen en huizen, maar de meeste hebben het er
moeilijk mee. Een oorzaak is dat de populaties gesplitst worden door wegen, kanalen of
woonwijken. Dat is versnippering, het opdelen van het leefgebied in kleine stukken.
Soortgenoten komen zo moeilijker met elkaar in contact.
Beleidsmakers willen de natuur een handje helpen, door bijvoorbeeld ontsnippering,
versnipperde gebieden weer met elkaar te verbinden. Ecoducten en tunnels kunnen
populaties weer met elkaar verbinden. Allerlei grote en kleine dieren maken er gebruik van.
De overlevingskans kan ook vergroot worden door gebieden zo in te richten dat soorten zich
er ‘thuis’ voelen, bijvoorbeeld door waterzuivering. Soms zetten beheerders zelf dieren uit.
Bij bevers, konikpaarden en schotse hooglanders hopen ze dat door hun kangen en grazen
hun leefgebied nog gevarieerder wordt. Een andere reden is dat het dier er thuis hoort, maar
verdwenen is.
Voor welke man een vrouwtjes reeën kiest hangt af van factoren als gewei, leeftijd en
gezondheid van de reebok. Maar ook van het territorium, het leefgebied van één dier. Er
moet variatie zijn in voedsel en schuilplaatsen en de aanwezigheid van andere vrouwtjes. Dit
zorgt dat de volgende generaties reeën behoorlijk verschillend leven. Ziektes tasten nu niet
alle dieren tegelijk aan, waardoor de populatie niet snel verdwijnt.
Populatie: groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling
voortplanten
Beperkte factor: factor die de snelheid van een proces laag houdt en die het aantal
individuen in een populatie laag houdt. bijvoorbeeld voedsel.
Versnippering: het opdelen van het leefgebied in kleine stukken
Ontsnippering: het weer samenvoegen van kleine stukken leefgebied
Territorium: gebied dat door een of meer individuen van een soort wordt bezet en tegen
binnendringende soortgenoten wordt verdedigd
Paragraaf 3 Elke soort is anders
Een leefomgeving van plant en dier, met specifieke biotische en abiotische factoren die voor
een soort belangrijk zijn, is een habitat. Dat de bodem voor een mol bijvoorbeeld belangrijk
is staat er in vermeld.
Ieder organismen krijgt te maken met een groot aantal milieufactoren, zowel biotisch als
abiotisch. Vijanden, voedsel en concurrentie van soortgenoten, maar ook water, temperatuur
en licht zijn belangrijk. Voor elke factor kent het organisme een optimum. Dat is de waarde
van de milieufactor waarbij hij het best gedijt. Voor abiotische factoren is er ook een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlottedelange. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.93. You're not tied to anything after your purchase.