dit is een samenvatting van het boek praktisch belastingrecht. deze wordt getoetst in semester 1.2 van het eerste leerjaar van de opleiding accountancy.
Belastingen hebben twee functies:
- Budgettaire functie (fiscaal doel)
De belastingopbrengst draagt bij aan de financiering van de collectieve goederen en
diensten.
- Instrumentele functie (niet-fiscaal doel)
Hierbij worden andere doelen nagestreefd.
De belastingheffing geschiedt niet alleen op het niveau van de centrale overheid, maar ook door
lagere overheden.
Heffingen worden onderscheiden in:
- Belastingen = dit zijn verplichte bijdragen door burgers zonder dat daar een specifieke
tegenprestatie tegenover staat.
- Retributies = vergoedingen die een burger moet betalen omdat hij bepaalde diensten van de
overheid afneemt.
Belastingen kunnen uitsluitend worden geheven op grond van een wet.
In iedere wet staan deze onderdelen:
1. Subject van heffing degene die de belasting verschuldigd is.
2. Object van heffing het bedrag waarover de belasting verschuldigd is.
3. Wijze van heffing welke manier de belasting wordt verschuldigd.
4. Het verschuldigde tarief of bedrag.
Het belastingrecht is een verzameling van wetten die zich richten op het heffen van belasting.
Belastingen:
- Directe en indirecte belastingen
Directe belastingen = de belasting wordt geheven bij degene die de belasting zelf moet
betalen.
Indirecte belastingen = de belasting wordt geheven bij een persoon die hem daarna
doorberekend aan een ander.
- Tijdstip- en tijdvakbelastingen
Tijdvakbelasting = de verschuldigde belasting die in de loop van een tijdvak is ontstaan, na
afloop van dit tijdvak worden afgedragen of voldaan.
Tijdstipbelasting = een belasting die betrekking heeft op een gebeurtenis op een specifiek
tijdstip.
- Aanslag- en aangifte belastingen
Aanslagbelasting = de inspecteur stelt de verschuldigde belasting vast nadat de
belastingplichtige de aangifte heeft gedaan.
Wanneer de belastingplichtige de aangifte niet indient legt de inspecteur de aanslag
ambtshalve op, en zal dus zelf het inkomen komen verschaften.
Aangiftebelasting = de belastingplichtige doet aangifte maar zal zelf de verschuldigde
belasting berekenen en dit bedrag voldoen aan de belastingdienst.
Voldoeningsbelasting = men is de belasting zelf verschuldigd.
Afdracht belasting = degene die de belasting afdraagt is iemand anders dan degene
die de belasting verschuldigd is.
- Subjectieve en objectieve belastingen
Subjectieve belasting = een belasting die rekening houd me persoonlijke omstandigheden.
Objectieve belasting = er wordt geen rekening gehouden met persoonlijke omstandigheden.
1
Praktisch belastingrecht
,Het belastingrecht maakt gebruik van geschreven en ongeschreven bronnen:
- Wetgeving
De Tweede en Eerste Kamer houden zich bezig met het vervaardigen van wetten op
belastinggebied. Dit is vastgelegd in de grondwet.
- Uitvoeringsregelingen en -besluiten
Delegatiebepalen, wanneer er in wetten verwezen wordt naar andere regelingen.
Uitvoeringsbesluit = wanneer in een wettekst staat dat een en ander nader geregeld is in een
algemene maatregel van bestuur.
Uitvoeringsregeling = wanneer in een wettekst staat dat een en ander nader wordt
uitgewerkt in een ministeriele regeling.
Voor het opstellen of wijzigen van een wet moet aan een aantal formaliteiten worden
voldaan, bij het opstellen van uitvoeringsbesluiten en uitvoeringsregelingen gelden minder
formele eisen.
- Europese richtlijnen
Binnen Europa worden bepaalde afspraken gemaakt die vastgelegd zijn in richtlijnen.
- Besluiten
Via een besluit kan de staatssecretaris van Financiën aangeven hoe hij denkt dat de
wetgeving moet worden uitgelegd of hij kan bepaalde tegemoetkomingen geven.
- Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
De belastingdienst moet zich bij het heffen en innen van belasting houden aan de wettelijke
regels. Bij het uitvoeren van haar taken moet de belastingdienst zich gedragen als een
behoorlijk bestuurder.
Vertrouwensbeginsel: een belastingplichtige moet erop kunnen vertrouwen dat de
belastingdienst haar toezeggingen nakomt.
Gelijkheidsbeginsel: de belastingdienst mag geen onderscheid maken bij het toepassen van
de belastingwetten.
- Rechtspraak
Wanneer een belastingplichtige het niet eens is met een opgelegde aanslag kan hij daartegen
bezwaar maken. Het bezwaarschrift wordt ingediend bij de belastingdienst. Wanneer de
inspecteur het niet eens is met het bezwaarschrift, wordt de zaak voorgelegd bij de
rechtbank. De rechter gaat uit van de wettekst bij zijn besluit. Na de rechtbank kan er nog in
hoger beroep worden gegaan, dan komt de zaak bij het gerechtshof.
De algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) gaat over de verhouding van de Belastingdienst-
belastingplichtige, en heeft betrekking op alle rijksbelastingen.
De verschuldigde belasting vloeit voort uit de heffingswet. Het behalen van de winst leidt eerst tot
een claim van de Belastingdienst die vervolgens leidt tot een betalingsplicht. Doormiddel van een
aanslag wordt geformaliseerd hoeveel belasting moet worden betaald en wanneer.
Het Burgerservicenummer (BSN-nummer) is een registratienummer voor natuurlijke personen.
Als partner wordt aangemerkt:
- De echtgenoot ( of geregistreerde partner)
- De ongehuwde meerderjarige personen, met een notarieel samenlevingscontract én die
staan ingeschreven op hetzelfde woonadres in de basisregistratie personen.
Een persoon kan op een moment slechts een partner hebben.
Wanneer een partner (huwelijk/samenlevingscontract) voor een deel van het kalenderjaar als
partner wordt aangemerkt, geldt dit ook voor de andere delen van het kalenderjaar indien hij in die
periodes ingeschreven staat op hetzelfde woonadres in de basisregistratie personen.
Einde partnerschap: verzoek tot ontbinding van het huwelijk én niet meer op hetzelfde woonadres in
de basisregistratie personen staan ingeschreven.
De woonplaats of vestigingsplaats van de belastingplichtige is van belang voor de belastingheffing.
- Natuurlijk persoon: de feitelijke omstandigheden zijn van belang, het sociale middelpunt van
zijn leven.
- Lichamen: plaats waar de werkelijke leiding van het lichaam zich bevindt.
Aanslagbelastingen = wordt vastgesteld door de inspecteur volgens de ‘heffing bij wege van aanslag’.
De belastingplichtige moet een aangifte indienen voordat de inspecteur de aanslag vaststelt.
Navorderingsaanslag = aanslagbelasting was te laag vastgesteld, hierbij moet een ‘nieuw feit’ zijn.
Aangiftebelastingen = de belastingplichtige berekent zelf zijn verschuldigde belasting, doet hiervan
aangifte en draagt het verschuldigde bedrag af aan de ontvanger.
- Voldoeningsbelastingen, degene die de belasting afdraagt, is deze ook zelf verschuldigd (OB).
- Afdrachtsbelastingen, degene die de belasting afdraagt is iemand anders dan degene die de
belasting verschuldigd is (loon- en dividendbelasting).
Naheffingsaanslag = wanneer er te weinig belasting is voldaan/afgedragen herstelt dit het.
Aangifte = een schriftelijke of digitale opgave door een burger of een lichaam van alle belastbare
feiten die voor de belastingheffing van belang zijn. Er wordt een aangifteformulier naar de
inspecteur verzonden, de Belastingdienst controleert deze doormiddel van informatie die door
derden is geleverd. Veel instanties zijn dan ook verplicht om opgave aan de Belastingdienst te doen.
3
Praktisch belastingrecht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chiarakarssemakers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.33. You're not tied to anything after your purchase.