100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Kennistoets 1: Kunstgeschiedenis samenvatting $7.93   Add to cart

Summary

Kennistoets 1: Kunstgeschiedenis samenvatting

2 reviews
 121 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting is onderdeel van de toetsstof van kennistoets 1 Jan des Bouvrie academy

Preview 3 out of 16  pages

  • No
  • Het crystal palace en het vrijheidsbeeld p. 732 t/m 733 vorm p. 721 t/m 730 art nouveau en de nieuwe
  • September 17, 2021
  • 16
  • 2020/2021
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: brittvanderaa51 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: schwarzeva442 • 3 year ago

avatar-seller
Samenvatting kunstgeschiedenis Honour & Fleming

Vorm

Art Nouveau en de nieuwe bouwkunst
 In 1896 werd de eerste tentoonstelling van Munch in Parijs gehouden.  Art Nouveau.
Ontworpen door de Belg Henry van de Velde. Dit was 3 jaar na De Schreeuw van Edvard
Munch. De glijdende, golvende plantaardige, grillige gevormde patronen van interieur van
Hotel Tassel (Victor Horta bouwde in zelfde jaar huis voor Tassel)is erg kenmerkend voor de
Art Nouveau door verwantschap met de golvende, kronkelende lijnen.
 Overeenkomst tussen symbolisme en Art Nouveau gaat niet verder dan formele gelijkenis.
De schreeuw suggestief en expressief. Hotel Tassel glad, ontspannen en zuiver decoratief.
 De Art Nouveau was een positieve ontwikkeling.  geen imiterende stijl
 Historicisme  herleving van historische stijlen. Vraag naar stijl van de 19 e eeuw.
 Gebouwen als het Crystal Palace werden zelfden als architectuur gezien. Er waren hiervoor
nieuwe industriële materialen en methoden gebruikt en die trachtten te voorzien in de roep
om eigentijdsheid die door realisten van de romantici was overgenomen.
 Art Nouveau was de eerste bewuste en geslaagde poging om de opeenvolging van
historische herlevingen een halt toe te roepen. Geen verbindingen met het verleden. (Wel
wat keltische en rococo-ornamenten en sporen van Arts-and-Crafts-beweging). Het was een
nieuwe stijl.
 Bij de stroming hoort  Antoní Gaudí. Extravagante en willekeurige vormen  weergaloze
organische wisselwerking tussen exterieur en interieur.
 Door Kunsttijdschriften kwam er een sneller verbreiding van Art Nouveau in heel Europa.
Reproductietechnieken volgden op de uitvinding van de fotografie.
o Schotse Art Nouveau architect Charles Rennie hierdoor meer bekendheid in Wenen
dan Glasgow.

Sullivan en de wolkenkrabber
 In VS kwam er een eigen type decoratieve proto-art nouveau door Louis Henry Sullivan
o Zou volgens hem beter zijn om het gebruik van versieringen weg te halen en ons
volledig te concentreren op het maken van gebouwen die in hun naaktheid gevormd
en geschapen zijn.
 Sullivan werkte in Chicago. Door een grote brand in 1871 kwam er veel nieuwbouw en dit
werd door Sullivan tot een hoogtepunt gebracht. Letterlijk.
o Ontwikkeling op gebied van staal kwam door Wiliam Le Baron Jenney.
 Sullivan gebruikte dit: Het Guaranty (Prudential) Building in Buffalo. Het onderliggende
raster van het structurele frame domineert en bepaalt het hele ontwerp en staat los van
iedere historische stijl.  Vorm volgt uit functie.

Het Crystal Palace en het vrijheidsbeeld
 Metaal vergemakkelijkte de massaproductie van onderdelen voor de bouw  er ontstonden
gietijzer-wijken.
 De grootste gebeurtenis in de geschiedenis van zowel het bouwen in metaal als het bouwen
met geprefabriceerde elementen was de constructie in 1851 van het Crystal Palace in
Londen door Joseph Paxton. (tuinman en ontwerper van kassen)
 Was bedoeld als tijdelijke behuizing voor de Grote tentoonstelling van nijverheidsproducten
aller landen
 Crystal Palace  geheel van gietijzer en glas. Hij was van geprefabriceerde onderdelen.
(werden in serie vervaardigd en ter plaatse in elkaar gezet  minder geschoolde
ambachtslieden nodig en sneller klaar.

,  Het werd na afloop van de tentoonstelling weer afgebroken en op een andere plek in Londen
weer opgebouwd.
 Er was weinig waardering voor het gebouw. Werd niet gezien als architectuur. Geen
ornamenten en hierdoor miste het gebouw stilistische en historische verwijzingen naar
eerdere architectuur waarmee eerder architecten zich genoodzaakt voelden hun
bouwwerken te verfraaien. Er zaten veel positieve kanten aan de nieuwe materialen en
technologieën maar toch bleven de traditionele vormen en stijlen belangrijk.  resulteerde
in visuele nevenstellingen en contradicties zoals het St. Pancras Station en Hotel in Londen.
En de Brooklyn Bridge van John A. Roebling (1.5x zo lange brug als normaal, gietijzeren
kabels, bakstenen spijlers en gothische bogen)
 Zulke nevenschikkingen geven blijk van de onrustbarende schitzofrenie van een tijd die werd
geobsedeerd door het verleden, maar tegelijkertijd geen weerstand kon bieden aan de
glamour en praktische voordelen van de nieuwe technologieën die de wetenschap en de
industriele revolutie hadden opgeleverd.
 Zelfde diepe conflict maar dan omgekeerd  Het b (Vrijheid verlicht de wereld)
o Gedreven koper op gietijzeren pyloon ontworpen door Gustave Eiffel

Woonhuisarchitectuur
 Wolkenkrabbers waren typisch Amerikaans.
 Maar aan beide zeiden van de Atlantische Oceaan was er een gelijktijdig architectonisch
verschijnsel  Middelgroot, door architect ontworpen, vrijstaande woonhuis voor de
gezeten burgerij.
 Opdrachtgevers uit de gezeten burgerij begonnen zelf architecten in te schakelen om in hun
behoeften te voorzien.
o In Engeland ontstond met John Nash een pittoreske traditie van kleine villa’s en het
beroemde Red House in Bexley Heath dat Philip Webb in 1859-60 voor William
Morris bouwde pastte nog in die traditie.
o In Nieuw- Engeland, VS, culmineerden de huizen in Shingle-stijl (Henry Hobson
Richardson)  deze waren opmerkelijk door hun open interieur en vrije compositie,
kwaliteiten waardoor ook de neoromaanse, maar even persoonlijke openbare
gebouwen van Richardson in Europa veel invloed hadden.
o Tegen het einde van de eeuw bracht Charles Francis Annesley Voysey deze
informele, rustieke ontwikkeling in woonhuisarchitectuur tot een meesterlijk einde
met huizen als Norney in Surrey  niet pompeus of overweldigend maar gevoelig
met persoonlijke band met natuur en veel tuin.

Cézanne
 Veel 19e eeuwse kunst gebaseerd op nostalgie naar platte land (door industriele revolutie)
 Niet alleen impressionisme maar ook Cézanne werd er diepgaand door beïnvloed.
 Geen schilder heeft beter dan hij de beperkingen en innerlijke tegenstrijdigheden van het
impressionisme begrepen. “Het oog is niet voldoende, bezinning is noodzakelijk” “We
moeten nadenken”
 “kunst is een harmonie parallel aan de natuur”
 Hoe trouw te blijven aan de visuele gewaarwordingen zonder alle gevoel voor ordening op
te offeren, hoe vorm en hechtheid terug te vinden zonder de schittering van de
impressionistische kleur te verliezen en, meer nog, hoe die vorm en hechtheid d.m.v. kleur
alleen te vinden en daarbij ook nog het platte vlak van het doek te verzoenen met de illusie
van diepte.  schilderij eerst vlak ontwerp voor het een driedimensionale illusie kan
oproepen.

,  Cézanne verliet Parijs en ging terug naar zijn geboortestad en hier schilderen. Hij werd bijna
vergeten tot een oude vriend een eenmanstentoonstelling in Parijs organiseerde en toen
vond zijn werk weer erkenning.
 Hij voelde zich ook aangetrokken tot het stilleven  realiseren was een belangrijk begrip
voor hem.
 “Kleur dient elk interval in diepte te laten zien door middel van koele kleuren die
terugwijken, warme kleuren die naar voren springen en door variaties in kleurintensiteit.
 Hij schilderde zelfde berg steeds opnieuw
 Het ontbreken van menselijke figuren of van enige ‘human interest’ in de landschappen en
stillevens van Cézanne moet niet worden uitgelegd als een aanwijzing voor koel,
onpersoonlijk karakter of een obsessie met vormproblemen. Zijn portretten behoren tot het
mooiste was hij ooit heeft geschilderd.



Kunst tussen 1900 en 1919
 In de eerste jaren van de 20e eeuw was de opstand tegen alle vormen van naturalisme in
volle gang. Veel nieuwe ideeën en methoden. Ook in de wetenschap en filosofie.
 Het subjectivisme van de symbolisten en het objectivisme en transcendente “anders zijn”
(Waar Cézanne naar streefde) wonnen aan kracht en werden steeds bewuster geëxploreerd.
(twee tegenstrijdige stromingen van eind 19 e eeuw)
o Er kwam hierdoor een einde aan artistieke tradities die teruggingen op Giotto en de
vroege 14e eeuw.
 Het zoeken naar nieuwe manieren om de wereld te zien, in combinatie met een neiging om
alle bestaande conventies en uitgangspunten af te breken, is een algemeen kenmerk van de
periode rond de eeuwenwisseling.
 De theorieën die, in het algemeen gesproken, de meest diepgaande invloed zouden hebben
op de westerse wereld waren die van de Weense psycholoog Sigmund Freud
o Traumdeutung verscheen in 1900
o Revolutionaire theorieën over onderbewuste en rol van seksualiteit betekenden een
omwenteling in normen en waarden.
o Onderbewuste driften belangrijker voor menselijk gedrag dan rationeel denken
o Primitivisme  het geloof dat in de aard van inheemse volkeren een grotere
spontaniteit, energie en oprechtheid besloten liggen. Schone kunsten werden
vervangen voor volkskunst.
 Omstreeks 1915 werd verklaard dat de Afrikaanse sculptuur behoorde tot de grootste
vormen van kunst die ooit bestaan hadden.
o Braque zei: Negermaskers openden voor mij een nieuwe wereld

Nieuwe manieren van kijken
 Henri Rousseau was belangrijk aan begin van de eeuw.
o Begon op middelbare leeftijd te schilderen zonder opleiding
o Zijn verbeeldingskracht produceerde een eindeloze stroom exotische voorstellingen
van mysterieuze, dreigende tropische oerwouden
 In het atelier van Picasso bevonden zich naast de enorme doeken van Rousseau ook tal van
Afrikaanse maskers en beelden uit Oceanië.
 Picasso begon de Afrikaanse sculptuur nu ook toe te passen in zijn werk (Les Demoiselles
d’Avignon). Dit was een beslissend keurpunt voor hem want hij brak hierin op revolutionaire
wijze met de traditionele illusionistische westerse kunst.
 Picasso liet het doek van dit beroemde schilderij speciaal voeren. Dit deed hij als antwoord
op twee uitdagingen:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller renate_1998. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.93  2x  sold
  • (2)
  Add to cart