3. Didactische aandachtspunten:
De werkelijkheid of een deel van de werkelijkheid waarnemen met kinderen is niet zo evident zeer
belangrijke vaardigheid.
3.1 Aanschouwelijkheidprincipe:
Dit is er om meer concreet te ervaren en de leerinhouden zo zintuigelijk mogelijk waarneembaar te
maken. Dit maakt het voor de kinderen duidelijker waarover het echt gaat en helpt ze beter onthouden en
linken te leggen naar de wereld om hen heen. Daarom kies je zoveel mogelijk reële objecten, situaties en
mensen.
3.1.1 Waarnemen kun je leren en van waarnemen kun je leren:
Nauwkeurig waarnemen is een vaardigheid.
3.1.2 Wat bedoelen we met ‘waarnemen’?
Opvoeders leren kinderen kijken naar hun omgeving. Dat is meer dan het registreren van de werkelijkheid
d.m.v. hun zintuigen zintuigelijke waarnemingen dringen tot je door en worden onbewust gefilterd.
Ze leren de kinderen ook te benoemen wat ze zien. Goed kijken constructief als je in staat bent de
aspecten, verschillen, gelijkenissen, … die je ziet te benoemen.
Die twee stappen zetten aan tot nadenken over wat ze zien. Op die manier leren kinderen hun omgeving te
begrijpen. Je kent een betekenis toe aan wat je ziet d.m.v. een begrip geven kenmerken en de functies
van het object in een specifieke context aan.
Pas als kinderen begrijpen wat ze waarnemen, kan het plaats krijgen in hun werkelijkheid en wordt hun
denkwijze over de wereld op een hoger niveau gebracht. Ze ontwikkelen een positieve houding t.o.v. hun
omgeving.
Kort samengevat bestaat waarnemen uit 4 stappen:
1. “Kijken” staat voor multisensorieel waarnemen (zien, voelen, ruiken, horen, smaken)
2. “Benoemen” kan met woorden, maar ook met een ander medium. In beide gevallen is beheersing
nodig van de taal en van het medium.
3. “Begrijpen” is evenmin eenduidig. Het principe van de multiperspectiviteit is hier een must. Dit wil
zeggen dat je de werkelijkheid bekijkt vanuit de verschillende brillen.
4. “Positieve attitude” betekent dat kinderen de waarde van waargenomen object in hun omgeving
erkennen. Als je goed naar het object kijkt, alle delen kunt benoemen en begrijpt, dan pas kun je
respect krijgen voor datgene wat je ziet. Positieve houding creëren dat zich vertaalt in je
handelingen en gedrag.
3.1.3 Waarnemen is vaak gekoppeld aan actie:
Om de kwaliteit van de waarneming bij de leerlingen te bevorderen is het van belang:
Materiaal aan te bieden (overeenstemming met leeftijd)
Dit te laten vergelijken, ordenen of op volgorde leggen
Te werken met de concrete werkelijkheid. Dit verdient de voorkeur op afbeeldingen, boeken, films,
…
Het is echter utopisch om je leerlingen steeds met concrete werkelijkheid te confronteren. Sommige
zijn zeldzaam en moeilijk om naar de klas te brengen. Films, dia’s, foto’s, …
Stimulerend te begeleiden
, Wereld waarnemen:
3.2 Activiteitsprincipe:
3.2.1 Actief leren:
Men spreekt van actief leren wanneer een kind zich in die mate betrokken weet bij het onderwijsgebeuren
dat het zelf het leerproces op gang brengt, initiatieven neemt en gedragsveranderingen teweegbrengt.
Actief leren is dus voor het kind een productief proces. Het is leren dat van het kind zelf uitgaat en door het
kind spontaan als betekenisvol wordt ervaren. Het kind heeft belang bij wat het doen en gaat daarom
volledig op in het anticiperen en oplossen van problemen.
Kinderen leren al ‘doende’, door actief bezig te zijn met materialen, organismen en verschijnselen. Zo leren
zij de verscheidenheid van hun omgeving kennen en ordenen, worden begrippen gevormd en samenhang
herkend.
Bij actief leren ligt de klemtoon eerder op het verwerken van, dan op de hoeveelheid aan leerinhouden.
Kennis en inzicht zijn in die mate belangrijk dat zij gekoppeld worden aan denkhandelingen en strategische
vaardigheden. Hierdoor worden deze probleemsituaties hanteerbaar en worden deze hefbomen voor actief
leren en ontwikkeling.
Waarnemen en beleven zijn dus onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Aanschouwelijk en actief werken hangen dus ook nauw samen. Het waarnemen van een object vraagt
een actieve houding van de leerling. Onderzoeken van een object veel gemakkelijker zaken onthouden.
Fysieke sensatie, ervaringen en emoties onthouden we beter dan uit het hoofd geleerde feiten of ideeën.
Objecten geven bovendien informatie die niet altijd uit boeken te leren is.
3.3 Exemplarisch werken:
3.3.1 Keuzes maken …:
Het is nodig om thema’s te kiezen die rijk genoeg zijn. Zulke lessen voldoen aan volgende criteria:
In een thema komen onderwerpen aan bod die we belangrijk vinden voor de kinderen doordat ze
een duidelijke relatie hebben met actuele en/of toekomstige ervaringen of leefsituatie
Kinderen vinden het thema belangrijk voor zichzelf
Het thema heeft pedagogische kwaliteiten doordat het de gelegenheid biedt een aantal waarden
bespreekbaar te maken en kinderen kansen biedt om zich te ontwikkelen tot geëmancipeerde
persoonlijkheden
Zorgvuldig kiezen is dat je als leerkracht de leerinhouden uitzuivert, minder overladen maakt en niet al
te zeer bekommerd bent om de inhoudelijke volledigheid van het aanbod. Exemplarisch leren a.d.h.v.
een aantal goedgekozen voorbeelden is de stelregel.
3.3.2 Integratie en transfereerbaarheid:
Niet zozeer de gedane waarnemingen en activiteiten op zich zijn hiervan tel, maar wél de
verbanden/relaties waartoe ze behoren.
Het waargenomene wordt slechts al voorbeeld gebruikt. Aanpak waarin de verwisselbaarheid van de
leerstof/media centraal staat exemplarisch werken. De aangebrachte verbanden kunnen dus ook bij de
uitwerking van een ander thema geïntegreerd of verder uitgediept worden.
Zowel in de historische als in de geografische benadering gaat het vooral om het in beeld brengen van de
leefwijze van mensen in andere landen en andere tijden.
Het gaat er niet om ‘alles met alles’ in verband te leggen, maar om die relaties die essentieel zijn, duidelijk
te maken; om de nieuwe leerinhouden binnen de domeinen tijd, ruimte en maatschappij te situeren.
, Wereld waarnemen:
4. Didactische werkvormen:
4.1 Het onderwijsleergesprek: vragen stellen binnen WO:
4.1.1 Waarderingsvragen:
Waarderingsvragen bevragen de houding van de leerlingen t.o.v. een object, een plant, een dier, … De
antwoorden zijn steeds subjectief van aard en hebben te maken met keuzes. Met deze vragen maak je de
leerlingen bewust van de waarde die zij toekennen aan het object, plant, dier, … Ze zijn belangrijk in het
kader van waarnemen en beleving.
Op welke plek zou je liefst een hut bouwen?
Welke zeep ruikt het best?
Vind je dit mooi?
…
4.1.2 Operationele vragen:
Om onderzoekend gedrag te stimuleren, kun je gebruik maken van operationele vragen of ‘werkvragen’.
Operatonele vragen bieden de mogelijkheid om bij kinderen heel gericht bepaalde
onderzoeksvaardigheden te ontwikkelen.
Waarnemingsvrage Wat voel je? Waarnemen
n Wat doet het? Betasten, voelen, zien, ruiken, proeven, …
Waarvan is het gemaakt?
… Doorgaans alle vragen die leiden naar een
eerste kennismakend onderzoek.
Doevragen Spring eens als een … Nabootsen van gedragingen
Draai eens aan … Uitlokken van een gebeurtenis
…
Activeren op een speelse en fysieke manier
voorkennis of vertalen de vaststellingen van
een onderzoek
Meetvragen Hoeveel? Tellen, schatten en meten
Hoe diep? Lengte, breedte, diepte, hoogte, massa,
Hoe zwaar? temperatuur, …
Observaties kunnen verfijnd worden waarmee
we dieper op de te onderzoeken realiteit
ingaan
Vergelijkingsvragen Kwalitatief vergelijken Kwalitatief vergelijken
Welke verschillen? Sorteren, classificeren, rangschikken,
Wat is er gelijk? determineren
…
Vormt het fundament voor het uitbreiden van
vele referentiekaders.
Kwantitatief vergelijken Kwantitatief vergelijken
Hoeveel zwaarder? Sorteren, classificeren, rangschikken
Wat is de grootste?
… Geeft aanleiding tot ordening, inschatten en
bepalen van verhoudingen en het ontdekken
van systematiek en patronen
, Wereld waarnemen:
4.1.3 Denkvragen:
Logisch denken is een vaardigheid. We willend dat onze leerlingen het logisch denken als attitude
verwerven voor problemen stellen die zij moeten oplossen en waardoor hun denken wordt geoefend.
Denkvragen bieden de leerlingen veel meer mogelijkheden om eigen ervaringen en bekommeringen in te
brengen. Het hoe, wat en waarom staan voorop. Ook vragen waarbij leerlingen moeten combineren,
interpreteren, analyseren en beoordelen zijn denkvragen. Daarnaast kunnen ook vragen die het gebruiken
van kennis en vaardigheden ondergebracht worden in deze categorie.
Welk(e) functie/ doel Wat is de functie van de Relaties leggen
heeft het? kussentjes onder de Patronen zien
poten van een kat?
Je tracht een verband te leggen
Wat is het voor/nadeel Wat is het nadeel van tussen een feit/ handeling die je
van? dictatuur? waarneemt en de
bestaansreden(en) van dat feit en
Wat is het nut van? Wat is het nut van
die handeling.
kleding?
Wat is het verband Wat is het verband
tussen…? tussen het ontstaan van
Gent en de geografische
ligging?
Wat gebeurt er als…? Wat gebeurt er als je Voospellen/speculeren
een plant in het donker Leerlingen moeten telkens iets
zet? veranderen om te komen tot een
als… dan relatie
Je verandert één variabele,
verzamelt relevante gegevens,
ordent en interpreteert de
onderzoeksresultaten
Kun je…? Is het waar dat een Hypothese geven
Is het waar dat…? kikker goed kan
zwemmen? Hypothetisch-deductief denken
doet zijn intrede. Experimenten
moeten nu worden opgezet en
uitgevoerd d.m.v. voorspelling(en)
die door het resultaat ervan kunnen
worden geverifieerd
Hoe…? Hoe komt het dat…? Een voorspelling of hypothese
controleren
Een proefsituatie bedenken en
uitvoeren
Controleren of een
veronderstelling over een
verschijnsel juist is
Hypothetisch-deductief denken
wordt hier geconcretiseerd.
Redeneren is bij het oplossen van
deze vragen aan de orde.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisalampaert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.