100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Fiscaal recht periode 1 $4.32   Add to cart

Summary

Samenvatting Fiscaal recht periode 1

1 review
 175 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 13 pagina's voor het vak Fiscaal recht aan de HAN

Preview 3 out of 13  pages

  • January 20, 2015
  • 13
  • 2013/2014
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: Semih1990 • 9 year ago

Translated by Google

It came in handy when my exam week.

avatar-seller
FRE Samenvatting
Recht in je opleiding, Verbintenissenrecht en Ondernemingsrecht
 Hoofdstuk 1t/m12 en 15
 De gemaakte opgaven
Praktisch Fiscaal Recht
 Hoofdstuk 1
 Hoofdstuk 3 m.u.v. 3.3
 Hoofdstuk 5:
Paragraaf 5.2.1
Paragraaf 5.2.3
Paragraaf 5.6.1
Paragraaf 5.6.2
Paragraaf 5.6.4
 Hoofdstuk 7
 Gemaakte opgaven syllabus

Praktisch fiscaalrecht H1

1.1 Waarom belastingen?
Iedereen maakt gebruik van overheidsvoorzieningen (wegen, dijken, bijstand). De
overheid moet dit geld ergens vandaan halen. Zo wordt er belasting geheven.
Ook haalt de overheid winst uit aardgas en overheidsbedrijven.

Met belastingen kan de overheid bepaalde producten stimuleren of juist
ontmoedigen.

Profijtbeginsel: Automobilisten betalen wegenbelasting en niet-automobilisten
niet.
Draagkrachtbeginsel: Hoe hoger het inkomen, hoe meer belasting er moet
worden betaald.

1.2 Soorten belasting
Inkomstenbelasting (wet IB), Deze belasting moet worden betaald over
inkomsten van natuurlijke personen.
Vennootschapsbelasting (wet VPB), Vennootschapsbelasting wordt betaald over
winst van rechtspersonen.
Loonbelasting (wet LB), Loonbelasting is een voorheffing van inkomstenbelasting.
Omzetbelasting (wet OB), BTW
Dividendbelasting (wet Div.), Dividendbelasting betalen we over de winstuitkering
op een aandeel.
Erfbelasting (SW), Moet worden betaald over een erfenis.
Schenkbelasting(SW), Moet worden betaald over een schenking.
Kansspelbelasting, Moet worden betaald over gewonnen geld.
Overdrachtsbelasting (OVB), moet worden betaald bij het verkrijgen van
onroerend goed.
Motorrijtuigbelasting, moet worden betaald bij het hebben van een auto of
motorrijtuig.
BPM(belasting van personenauto’s en motorrijwielen), moet worden betaald bij
het rigistreren van een auto of motorrijwiel.
Milieuheffing, waterbelasting en energiebelasting.

,Accijnzen, worden geheven over bijv. sigaretten en drank.
Provinciale belastingen en gemeenschappelijke rijksbelastingen,


1.3 vindplaats
Belastingwetgeving
Op het ministerie worden wetten gemaakt en voorgesteld. Deze moeten dan door
de Tweede en Eerste Kamer worden aangenomen.

Uitvoeringsregeling en uitvoeringsbesluit
Een uitvoeringsbesluit wordt gemaakt door de minister van Financiën. Een
behandeling van de Tweede en Eerste kamer is bij dit besluit niet nodig.

Richtlijnen
Afspraken binnen de EU. Ieder land binnen de EU is verplicht deze na te leven.

Kennismaking met de inkomstenbelasting Hoofdstuk 3
3.1 Hoofdlijnen inkomstenbelasting
Box 1: inkomen uit werk en woning
Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang
Box 3: inkomen uit vermogen

Elke box heeft zijn eigen tarief:
Box 1:
0-19.645=37%
19.645-55.991=42%
55.991-…=52%
Box 2: 25%
Box 3: 30%

3.4 heffingskortingen
Het doel van de algemene heffingskorting is het verschaffen van een
basisinkomen. Zo komt er wat extra financiële ruimte wegens meeruitgave die de
betreffende persoon in die situatie zal hebben. Bijv. voor alleenstaande ouders.

Overzicht heffingskortingen:
a) De algemene heffingskorting, €2.001 en geld voor iedereen.
b) De arbeidskorting, De arbeidskorting is een percentage van genoemde
inkomsten: 1,827% met een maximum van €161,- en daarnaast 16,115%
voor het inkomen boven €8.816,- met als maximum €1.723,-. Bij loon
boven €40.248,- wordt de korting verminderd met 4% van dat meerdere
met een maximum van €1.173,-
c) De inkomensafhankelijke combinatiekorting, eisen inkomen >€4.814,-,
kind die nog geen 12 is. De korting bedraagt max €2.133,-

Inkomen uit werk en inkomen Hoofdstuk 5
5.2.1 Loon volgens loonbelasting
Volgens artikel 3.80 Wet IB kan reiskostenaftrek op het loon in mindering worden
gebracht.

, De werkgever houdt maandelijks of wekelijks een loonheffing in op het loon van
de werknemer. Loonheffing is een voorheffing, die verrekend mag worden met de
inkomstenbelasting.
Ook op het vakantiegeld wordt loonheffing geheven.
Reiskosten zijn alleen aftrekbaar als je met het openbaar vervoer reist. Bij
reiskosten met eigen vervoer is er geen spraken van reisaftrek. Negatief loon
verminderd het inkomen in box 1.
5.2.3 Tijdstip belastbaar loon
Tijdstip van genieten; Wanneer wordt het loon belast:
In artikel 3.146 Wet IB is het tijdstip van genieten opgenomen. Dit artikel
vermeldt dat onder andere het loon geacht wordt te zijn genoten als het :
 Ontvangen is;
 Verrekend is;
 Ter beschikking is gesteld;
 Rentedragend is geworden; of
 Vorderbaar en inbaar is.
1 Van deze 5 situaties moet zijn voldaan.

Loon kan ook in natura(onderdak en eten). De waarden van het loon en onderdak
zou dan eerst bepaald moeten worden.

5.6.1 Eigenwoningforfait
Een eigen woning is de woning die we in hoofdgebruik hebben als eigen woning.
Een huurwoning kan dus nooit een eigen woning zijn. De eigen woning kan ook
een schip of een woonwagen zijn dat of die steeds op eenzelfde plaats is gelegen
en aan die plaats is verbonden.
Eigenwoningforfait wordt berekend over de WOZ-waarden van een huis. De WOZ-
waarde wordt jaarlijks door de gemeente vastgesteld.

5.6.2 Aftrekbare kosten
Op het eigenwoningforfait komt een bedrag aan aftrekbare kosten in mindering.
Het gaat hierom rente van schulden en kosten van geldleningen die behoren tot
de eigenwoningschuld.

Inkomen uit sparen en beleggen Hoofdstuk 7
7.1 rendement
Het voordeel uit sparen en beleggen wordt gesteld op 4% (forfait rendement).
Over het voordeel uit sparen en beleggen kan 30% inkomstenbelasting worden
berekend. Het heffingsvrije vermogen bedraagt €21.139,- en geldt voor iedereen.
Bij een partner geldt dan het bedrag van €42.278,-(21.139*2).
Het heffingsvrije vermogen kan worden verhoogd door de ouderentoeslag.

7.2 Grondslag
Welke bezittingen en schulden horen in box 3:
 Onroerende zaken; dus grond en gebouwen.
 Rechten die op onroerende zaken betrekking hebben;
 Roerende zaken die niet hoofdzakelijk voor persoonlijke doeleinde worden
gebruikt of verbruikt;

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joostvl. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

57114 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.32  2x  sold
  • (1)
  Add to cart