Summary
Samenvatting Physical Geography H 7 t/m 12
- Course
- Institution
Samenvatting van 15 pagina's voor het vak Fysische geografie aan de NHL
[Show more]
1 review
By: jordymot • 7 year ago
Well formulated unfortunately something on the short side
Seller
Follow
JohannesvanderSchaaf
Reviews received
Content preview
InhoudHOOFDSTUK 7............................................................................................................................ 1
HOOFDSTUK 8............................................................................................................................ 3
HOOFDSTUK 9............................................................................................................................ 7
HOOFDSTUK 10.......................................................................................................................... 9
HOOFDSTUK 11........................................................................................................................ 10
HOOFDSTUK 12........................................................................................................................ 11
HOOFDSTUK 7
Winden worden gecreëerd door ongelijke verwarming van de aardse atmosfeer. Door
warmteverschillen ontstaan er verschillen in druk. Immers, warme lucht neemt meer ruimte.
Lucht aan het oppervlakte wordt door deze gradiënt naar de warmere plaats verplaatst en
lucht op de hogere lagen om van die plek af te gaan. Ook wordt de wind door de draaiing van
de aarde beïnvloed.
Oceaanstromen worden grotendeels door de windrichtingen beïnvloed en ook deels door de
aardrotatie.
Atmosferische druk
Is overal om ons heen. Luchtmoleculen bevatten massa en worden door de zwaartekracht
naar de aarde getrokken. Op zeeniveau is de kracht die de lucht op de aarde drukt 1 kilogram
per cm².
In de wetenschap wordt de luchtdruk gemeten in hectopascal (hPa). Op zeeniveau is de
gemiddelde luchtdruk 1013,2 hPa of 1,0132 bar. Echter wordt er ook vaak gebruik gemaakt
van bar of millibar (mb) 1 bar = 1000 mb = 1000 Pa
Werking van de kwikbarometer: Kwik zit in een van boven half afgesloten buis. Door de
zwaartekracht wil dit eruit, maar wordt vaccuum gezogen. De atmosferische druk drukt in het
‘schaaltje’ de kwik juist weer omhoog. Omdat er geen lucht in de buis zit, is er in de bus geen
invloed van luchtdruk. Als de luchtdruk veranderd is dat zichtbaar doordat het kwik omhoog of
omlaag gaat.
De kwikbarometer is de standaard barometer geworden om de luchtdruk te meten vanwege
zijn hoge precisie. 76cm is het standaard luchtdruk op zeeniveau. Het drukverschil op een
locatie veranderd van dag tot dag maar zeer weinig. Zelf het luchtdrukverschil tussen een
storm en een heldere dag is maar 5% van de luchtdruk.
Aneroïde barometer werkt met het principe van een luchtdicht doosje waar drukverschil mee
komt als de luchtdruk veranderd. Dit wordt gemeten door een veer die het via een
mechanisme op een schaal laat zien.
Hoe hoger in de lucht, hoe minder luchtdruk er is. Hoe hoger in de lucht, hoe minder snel de
luchtdruk daalt. Bij een verminderende luchtdruk wordt zuurstof langzamer opgenomen door
de longen. Samen met hoofdpijn, een bloedneus of misselijkheid zijn kenmerken van
hoogteziekte. Deze sympthomen komen meestal voor rond de 3000m en hoger. Na verloop
van tijd op die hoogte past het lichaam zich er op aan.
Wind: beweging van lucht ten opzichte van de aarde. Luchtverplaatsing meestal horizontaal.
Luchtbeweging meestal verticaal. Gekarakteriseerd door snelheid en richting. Gemeten met
een windvaan die in de windrichting staat.
,Windsnelheid wordt gemeten met een anemometer met 3 kuipjes. Deze draaien in de
wind en genereren door een dynamo stroom die gemeten kan worden. Windsnelheid wordt
gemeten in meters per seconde of miles per uur.
Lucht beweegt van hoge naar lage druk totdat de luchtdruk gelijk is.
Isobaar: lijnen op de kaart die gebieden met een gelijke luchtdruk verbinden/omringen.
Als ergens de oppervlakte verwarmd wordt, gaat deze
stijgen en zet de lucht uit, waardoor er meer druk komt.
ER is nu een hogedrukgebied en de lucht hiervan gaat
naar lagedrukgebieden. Omdat die lucht zich verplaatst
is er aan het oppervlakte weer minder druk en komt
daar weer juist lucht naartoe.
Lokale winden: wind die ontstaan door lokale effecten.
Voorbeelden hiervan zijn zee-, land-, berg- en
valleiwinden.
Land- en zeewinden worden veroorzaakt doordat het
land sneller opwarmt en afkoelt dan de zee. Hierdoor
ontstaat er overdag als het op het land warmer wordt
een hogere druk dan op zee. Warme lucht gaat naar
boven en stroomt weg. Het ‘gat’ dat ontstaat doordat
warme lucht omhoog gaat wordt gevuld met de koude
lucht die binnenstroomt van zee. ’s Nachts is het land
sneller afgekoeld dan de zee en draait dit proces zich
om.
Bij berg- en valleiwinden is het zo dat verwarmde lucht
overdag omhoog gaat langs de bergwanden en ’s nachts
door de uitstraling afkoelende lucht weer naar beneden
gaat.
Valwind: (drainage winds)meestal koude winden die
van hoge naar lage gebieden gaan door de invloed van
zwaartekracht.
De Mistral in Frankrijk is zo’n wind. Deze komt van de
ijskap van groenland en gaat door de Rhônevallei.
De Santa Ana in Californië waait warme droge lucht vanuit de woestijn door de dalen van het
kustgebergte naar de zee.
Chinook wind ontstaat aan de lij zijde bij de Rocky Mountains. Deze warme wind ´valt´ van
de bergen af onder de koudere wind die achter de Rocky Mountains ligt.
Wind is kinetische energie: energie die gegenereerd wordt door beweging.
Mondiale winden zullen door het coriolis effect wat afbuigen, in tegenstelling tot lokale
winden. Op het noordelijk halfrond is dit naar rechts, op het zuidelijk naar links. Bij de polen
het sterkst en bij de evenaar niet.
Dit verschijnsel wordt veroorzaakt door de draaiing van de aarde. De kracht van het coriolis
effect verhoogd als de snelheid toeneemt en neemt af naarmate de breedte toeneemt.
Er zijn dus drie krachten die invloed hebben op de windrichting: de zwaartekracht, het
corioliseffect en, zij het in mindere mate, het oppervlakte.
Cycloon: draait naar binnen(convergentie) en omhoog in een lagedrukgebied. Regen.
Anticycloon: draait naar buiten(divergentie) en naar beneden in hogedrukgebieden. Mooi
weer.
, Het ronddraaien komt door het corioliseffect. Deze
zorgt ervoor dat het afbuigt. Op het noordelijk halfrond
is het effect naar rechts(tegen de klok in) en op het
zuidelijk halfrond naar links(met de klok mee).
Hadley cells: twee convectielopen die beginnen bij de
evenaar (meeste verwarming, lage druk) en rond de 30°
weer dalen(de subtropische hogedruk gebieden).
Grootste cellen.
ITCZ: intertropische convergentie zone: zone rond
de evenaar waar de lucht naar toe gaat en opstijgt naar
de Hadley cellen.
Vroeger ook wel doldrums genoemd omdat het er
dagen windstil kon zijn.
Subtropische hogedrukgebieden: ook wel paardenbreedte, 2 tot 4 zeer grote en stabiele
anticyclonen met zwakke winden.
NO-passaat op NB van de evenaar. ZO-
passaat op ZB van de evenaar.
Polaire uitbraken(koel droog) richting
evenaar en oosten. Hierdoor in dit
gebied (rond polaire front) veel variatie
in weer. Meestal westenwinden en
neerslag. Ook wel ‘northers’ en in Z-A
‘pamperos’.
Gemiddelde luchtdruk is 1013millibar
(1.013 bar)
Moesson: in de winter hogedrukgebied
boven koud Azië. Wind gaat naar warme
zee met lage druk. In de zomer waait
wind naar warm Azië met lage druk van
minder warme zee met veel vocht.
Waterdamp slaat neer omdat boven Azië
warmer wordt.
Als winden niet over de isobaren gaan, maar er evenwijdig aan liggen, heb je geen wrijving.
Dit noem je ook wel een geostrofische wind.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JohannesvanderSchaaf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.01. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
76462 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now