Uitgebreide samenvatting van het grootste deel van het boek praktisch verbintenissenrecht. De samenvatting omvat 32 pagina's en is daarmee een goede voorbereiding op het tentamen.
Het Vermogensrecht bestaat uit het goederenrecht en uit het verbintenissenrecht
- Goederenrecht: rechtsgebied dat gaat over de rechtsrelatie tussen een persoon en
een goed.
- Verbintenissenrecht: rechtsgebied dat gaat over de rechtsrelatie tussen personen
onderling.
→ Rechtsrelaties worden ook wel rechtsverhoudingen genoemd.
In het verbintenissenrecht spelen natuurlijke personen en rechtspersonen een rol.
Een verbintenis is een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene partij verplicht is
een prestatie te leveren (schuldenaar), terwijl de andere partij hier recht op heeft.
(schuldeiser)
Deze prestatie kan bestaan uit verschillende dingen:
1) Iets geven → Bijvoorbeeld een goed of geld
2) Iets doen → Bijvoorbeeld arbeid
3) Iets niet doen → Bijvoorbeeld non-concurrentiebeding
De verdeling van feiten
Feiten kunnen worden onderverdeeld in gewone feiten en in rechtsfeiten. Het verschil
hiertussen is dat bij er bij rechtsfeiten een rechtsgevolg is en bij gewone feiten niet.
Rechtsfeiten kunnen vervolgens weer worden onderverdeeld in blote feiten en in rechtens
relevante handeling/gedrag.
→ Blote rechtsfeiten zijn geen handelingen, maar hebben toch een rechtsgevolg, denk
bijvoorbeeld aan de dood, geboorte en meerderjarigheid.
→ Een rechtens relevante handeling heeft deze handeling een rechtsgevolg.
,Rechtens relevante handelingen kunnen vervolgens weer worden gesplitst in feitelijke
handelingen / gedragingen en in rechtshandelingen.
→ Feitelijke handelingen hebben wel een rechtsgevolg, maar dat was niet de bedoeling van
de handelende persoon.
→ Een rechtshandeling wel gericht op een bepaald rechtsgevolg. Voor zo’n rechtshandeling
is een wilsuiting nodig, de handelende persoon moet laten zien dat hij als bedoeling heeft het
rechtsgevolg tot stand te brengen.
Bij een rechtshandeling speelt de bedoeling / het oogmerk van de handelende partij een
doorslaggevende rol. Op grond van artikel 3:33 zijn er twee vereisten voor een
rechtshandeling; - een op een rechtsgevolg gerichte wil en – die wil heeft zich door een
verklaring geopenbaard.
Rechtshandelingen kunnen vervolgens weer worden gesplitst in eenzijdige en meerzijdige
rechtshandelingen.
→ Bij een eenzijdige rechtshandeling, wordt het rechtsgevolg tot stand gebracht door een
persoon. Hij / Zij heeft daarvoor niet de medewerking van de andere persoon nodig.
Bijvoorbeeld het doen van een aanbod OF de aanvaarding daarvan.
→ Bij een meerzijdige rechtshandeling is het noodzakelijk dat er twee personen zijn die de
het rechtsgevolg tot stand willen brengen. Voorbeelden hiervan zijn natuurlijk de
overeenkomst, maar ook schenking is een voorbeeld van een meerzijdige rechtshandeling.
Men mag dit namelijk ook weigeren.
De eenzijdige rechtshandeling is te verdelen in:
1) Persoonsgerichte rechtshandeling
→ Deze worden verricht tot een van beide partijen, en zijn gericht tot de andere partij.
→ Bijvoorbeeld huuropzegging, opzegging van arbeidsovereenkomst.
2) Niet-persoonsgerichte rechtshandeling / ongerichte rechtshandeling
→ Deze handeling wordt door de ene partij verricht maar is niet gericht tot een
specifiek persoon. (Maakt niet uit welke ambtenaar deze aangifte verwerkt)
→ Bijvoorbeeld aangifte van de geboorte van een kind
De meerzijdige rechtshandeling is te verdelen in:
1) Andere meerzijdige rechtshandelingen
→ Bijvoorbeeld het vaststellen van notulen tijdens een vergadering.
2) Overeenkomsten
→ Een overeenkomst is een 1) meerzijdige rechtshandeling 2) waarbij een of meer
partijen jegens een of meer andere een verbintenis aangaan.
Deze overeenkomsten kunnen worden onderverdeeld in verbintenisscheppende of
obligatoire overeenkomsten en andere overeenkomsten.
, Deze verbintenisscheppende overeenkomsten kunnen vervolgens weer worden
onderverdeeld in:
1) Eenzijdige overeenkomst
→ Deze schept alleen verbintenissen voor een van de twee partijen.
→ Bijvoorbeeld schenking
2) Meerzijdige overeenkomst / Wederkerige overeenkomst
→ Hierbij hebben beide partijen verplichtingen jegens elkaar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurtt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.84. You're not tied to anything after your purchase.