Verbintenissen- en consumentenrecht
Boek “Hoofdlijnen Nederlands Recht”
Hoofdstuk 2: Verbintenissenrecht – de overeenkomst
Een overeenkomst is een afspraak tussen 2 of meer personen die juridisch relevant zijn. Uit
een overeenkomst vloeien rechten en plichten voort verbintenissen. Een verbintenis is
een rechtsbetrekking tussen 2 of meer partijen, op grond waarvan de ene persoon
tegenover de ander tot handelen of nalaten verplicht is, terwijl die ander recht heeft op dit
handelen of nalaten.
Een overeenkomst die door 2 partijen is gesloten met het doel dat daaruit rechten en
plichten voortvloeien is een obligatoire of verbintenisscheppende overeenkomst. Er wordt
een afspraak gemaakt die moet worden nagekomen.
Een overeenkomst die meebrengt dat beide partijen ten minste zowel een recht verkrijgen
als een plicht op zich nemen is een wederkerige overeenkomst.
Een overeenkomst waaruit slechts 1 verbintenis voortvloeit is een eenzijdige overeenkomst.
Voorbeeld:
Sem koopt bij de bakker een brood (hij is een obligatoire overeenkomst aangegaan). Er is
afgesproken dat de een de ander een brood zal verkopen tegen een bepaalde prijs. Uit
deze overeenkomst vloeien 2 verbintenissen voort. Sem heeft recht op levering van het
brood; de bakker is verplicht het brood te leveren. Sem heeft de plicht om de prijs te
betalen; de bakker heeft hier recht op.
De overeenkomst (art. 6:217 BW):
Komt tot stand door aanbod en aanvaarding daarvan. Een aanbieder kan zijn bod intrekken,
onder 2 voorwaarden:
1. Het bod mag nog niet aanvaard zijn (art. 6:219 lid 2 BW)
2. De aanbieder mag zijn bod niet onherroepelijk hebben gemaakt (art. 6:219 lid 1 BW).
Er ontstaat geen overeenkomst als er geen aanbod, maar slechts een uitnodiging tot het
doen van een aanbod wordt gedaan. Dit komt bijvoorbeeld voor op de huizenmarkt. Als op
Funda een woning voor een bepaalde prijs wordt aangeboden, is de koop nog niet gesloten
zodra een belangstellende tegen de makelaar zegt “ik ga akkoord”.
Wanneer een overeenkomst tot stand komt, is ook te toetsen aan de hand van art. 3:33 BW.
Hierin wordt tot uitdrukking gebracht dat een vereiste voor het tot stand komen van een
overeenkomst een wilsverklaring is. Je moet een koopovereenkomst met een ander willen
sluiten en je moet kenbaar maken dat je dit wilt. De overeenkomst ontstaat pas als de
wederpartij de totstandkoming van de overeenkomst eveneens wil en dat tevens verklaart.
Geen overeenkomst:
Er ontstaat geen overeenkomst wanneer deze tot stand is gekomen op grond van een
wilsdefect of op grond van een wilsgebrek.
Een wilsdefect houdt in dat wat er verklaard is, wilde ik eigenlijk niet. Daarom kan er, hoewel
de wederpartij dit wel dacht, geen overeenkomst zijn ontstaan. De verklaring is niet
overeenkomstig met de wil geweest en dus is er geen overeenkomst. Echter ontstaat er op
Pagina 1 van 12
, grond van art. 3:35 BW wel een overeenkomst wanneer de wederpartij redelijkerwijs mocht
vertrouwen dat de verklaring en wil van de ander wél overeen kwamen wils- en
vertrouwensleer.
Een wilsgebrek houdt in dat de verklaring wel strookte met de wil (dus een correcte
wilsverklaring), maar dat de wil op een gebrekkige wijze is gevormd. Wilsgebreken vallen
uiteen in 4 categorieën:
1. Dwaling (art. 6:228 BW) = er is een overeenkomst gesloten, maar deze had niet
ontstaan wanneer de ene partij van de werkelijke situatie op de hoogte had geweest.
2. Bedrog (art. 3:44 BW) = een ander tot het verrichten van een bepaalde
rechtshandeling bewegen door opzettelijk onjuiste mededelingen te doen of door
daarvan juist opzettelijk af te zien.
3. Bedreiging (art. 3:44 BW) = iemand met ongewone pressiemiddelen een ander
bewegen tot het aangaan van een rechtshandeling.
4. Misbruik van omstandigheden (art. 3:44 BW) = behendig gebruik maken van een
bijzondere situatie waarin een ander verkeert, bijvoorbeeld geesttoestand als gevolg
van overlijden familielid.
De overeenkomst die tot stand is gekomen als gevolg van een wilsgebrek is vernietigbaar.
Een overeenkomst waar geen sprake is van een wilsdefect of wilsgebrek, kan toch niet
rechtsgeldig zijn omdat deze in strijd is met de wet, goede zeden of openbare orde. De wet
bepaalt in art. 3:40 lid 1 BW dat een dergelijke overeenkomst nietig is.
Handelings(on)bekwaam
Ieder natuurlijk persoon is handelingsbekwaam, voor zover de wet niet anders bepaalt (art.
3:32 lid 1 BW) de mogelijkheid om onaantastbare rechtshandelingen te verrichten.
De wet kent 2 categorieën van handelingsonbekwame mensen:
1. Zij die onder curatele zijn gesteld (door bv geestelijke stoornis, drankmisbruik);
2. Zij die minderjarig zijn.
De gepleegde rechtshandelingen door handelingsonbekwame personen zijn vernietigbaar.
Wat is een rechtshandeling?
Rechtshandeling behoort tot de categorie rechtsfeit. Rechtsfeiten zijn juridisch relevant,
omdat er een rechtsregel is die een bepaald rechtsgevolg verbindt aan een bepaald feit.
Voorbeeld 1:
De aanschaf van 1000 kg cement is een rechtsfeit, omdat de wet daaraan het
rechtsgevolg verbindt dat Piet de overeengekomen prijs moet betalen.
Voorbeeld 2:
Een greep uit de kassa van mijn werkgever is ook een rechtsfeit, omdat het als gevolg
heeft dat ik op staande voet ontslagen wordt.
Een rechtshandeling is een rechtsfeit, met een gewild rechtsgevolg. De wil staat hierin dus
centraal.
Meerzijdige rechtshandelingen zijn pas geldig wanneer 2 of meer rechtssubjecten hun op
elkaar aansluitende wilsverklaringen kenbaar maken. Een overeenkomst komt immers alleen
tot stand wanneer er 2 wilsverklaringen zijn.
Pagina 2 van 12
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lsvanlienden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.