Onderwerpen en leerdoelen
- De drie insolventieprocedures op hoofdlijnen kunnen onderscheiden en adequaat
kunnen toepassen
- Hoofdrolspelers taken en bevoegdheden van de belangrijkste actoren kennen en
kunnen toepassen
- Aansprakelijkheid van de curator onderscheid tussen aansprakelijkheid van de
curator q.q. en de curator pro se
Uitspreken faillissement:
1. De schuldenaar verkeert in een toestand waarin hij opgehouden heeft te betalen (art. 1
Fw)
2. Er moet summierlijk blijken dat er sprake is van ophouden met betalen (art. 6 lid 3
Fw)
3. Er moet sprake zijn van pluraliteit van schuldeisers (Unitco en Säkaphen)
4. Er moet een opeisbare vordering zijn (het is niet vereist dat de steunvordering
opeisbaar is)
- Pluraliteitsvereiste blijkt uit Säkaphen/Carrecon-Piguillet. Daaraan is niet voldaan omdat er
geen steunvordering is (vordering van andere schuldeiser)
De ratio van dit arrest is dat de schuldeisers een algemeen collectieve beslag kunnen
leggen. In deze casus is er maar één schuldeiser en daarvoor is de faillissement procedure dus
niet bedoelt. Die ene schuldeiser heeft dan andere mogelijkheden bv beslag.
De toetsing van deze voorwaarden geschiedt ex nunc: dat wil zeggen dat de rechter moet
kijken hoe het er op dat moment voorstaat. Als de steunvordering snel betaald wordt dan kan
dus op dat moment geen sprake van pluriformiteit zijn.
In HR Unitco werd bepaald dat er niet in de weg staat om een derde te laten betalen. Omdat het
in geval van betaling door een derde niet gaat om het vermogen van de failliet (boedel) is er geen
sprake van doorkruising van paritas creditorum.
? Weet even niet zo goed of je dus ook terwijl de aanvraag er ligt zelf nog betalen.
Faillietverklaring Rechterlijk vonnis, Staatscourant 14 lid 3 Fw, openbare registers 19 Fw.
Verzet en HB 8,9,10 Fw.
Afwikkeling faillissement:
- Opheffing 16 Fw.: niet eens alle boedelschulden worden voldaan
- Art. 138 en 161 Fw. Akkoord, er is een akkoord gesloten met de schuldeisers
- Vereenvoudigde afwikkeling 137a Fw: alleen boedelschulden worden voldaan
- Verificatie en vereffening 108-137 Fw
Belangrijke artikelen: 110 Fw: vordering indienen ter verificaite
Akkoord in faillissement:
Een faillissement kan ten einde komen door het in kracht van gewijsde gaan van de homologatie van
een akkoord (161 Fw). Het akkoord moet door een gekwalificeerde meerderheid van de schuldeisers
worden aangenomen (145 Fw) en wordt gehomologeerd door de rechtbank (153 Fw). Het wordt dan
,bindend voor alle schuldeisers ook degene die tegen of niet gestemd hebben (157 Fw.)
dwangakkoord
Zodra de homologatie van het akkoord in kracht van gewijsde is gegaan, eindigt het faillissement (161
Fw.)
Na het afwikkelen van faillissement zijn alle verbintenissen en verhaalsrechten nog in stand
en de vorderingen zijn weer opeisbaar 195 Fw. Voor een natuurlijk persoon is de WSNP
daarom een betere plek. De rechtspersoon wordt namelijk ontbonden en houdt op te bestaan
dus er is niemand om nog op te verhalen 2:19 BW
- Een schuldenaar die het eigen faillissement aanvraagt in de wetenschap dat de boedel leeg
is en het faillissement enkel zal leiden tot hogere boedelschulden maakt misbruik van het
recht.
WSNP
Voorfase: minnelijk traject 285 lid 1f Fw: proberen eruit te komen met schuldeisers
compromissen sluiten met schuldhulpverlening. Het grote voordeel van de WSNP is, is dat je
na 3 jaar een schone lei krijgt en dus verder kan met je leven.
1. Natuurlijke persoon voorziet dat hij niet door kan gaan met betalen redelijkerwijs (lijkt
op surséance)
2. Natuurlijke persoon is al opgehouden te betalen (faillietverklaring)
Voorwaarden van toepassing verklaren WSNP 288 Fw lid1
A Er kan niet worden doorgegaan met betaling
B Vijf jaar voorafgaand waren te goeder trouw
In dit artikel houdt dat een gedragsnorm in. Dit betekent dat je niet nog bakken met geld mag
uitgeven als je al schulden hebt
C Verplichting tot nakoming + inspanningsverplichting
De inspanningsverplichting houdt onder andere fulltime werken in
Voorwaarden voor afwijzing WSNP 288 lid 2
A De schuldsanering is al van toepassing
B Buitengerechtelijke afdoening niet volgens de wet
C Misdrijf
D 10 jaar eerder al in de WSNP gezeten
Surséance van betaling
Gaat vooraf aan faillissement. Bedoeling dat je misschien nog herstelt: herstructurering.
Alleen de schuldenaar kan dit aanvragen. Je voorziet dat je niet meer gaat betalen.
Vereisten:
- 214 Fw: voorzien dat je niet door kan gaan met het betalen van je schulden
- 288 Fw toe- en afwijzingsgronden zie wet.
- Bij de WSNP is het wel mogelijk om maar één schuldeiser te hebben
- Hardheidsclausule art. 288. Lid 3 weigeringsgronden niet extreem hard toepassen;
voorbeeld gokken; als je schulden hebt door gokverslaving maar nu ben je al afgekickt
dan kan je toch nog de WSNP in.
, Aansprakelijkheid curator
68 Fw taak van de curator is het vergroten van de boedel. Hij moet daarbij de belangen van de
crediteuren/failliet/werknemers tegen elkaar afwegen. het grootste belang ligt echter bij de
schuldeisers.
Als de curator iets verkeerd doet kan hij aansprakelijk gesteld worden q.q en pro se.
q.q. verhalen op boedel
pro se uit eigen zak.
Week 2
Onderwerpen en leerdoelen
- Fixatiebeginsel
- Soorten schulden in faillissement; verifieerbare schulden en boedelschulden kunnen
onderscheiden
- Boedelproblematiek; specifieke benadering van onverschuldigde betaling in faillissement
kennen en kunnen toepassen
Fixatiebeginsel
Fixatiebeginsel: onderneming is niet meer bevoegd om te beschikken over het vermogen 23
Fw.
- 24 Fw: voor verbintenissen van de schuldenaar die na de faillietverklaring ontstaan zijn, is
de boedel niet aansprakelijk.
- 23 jo. 24 Fw = bevriezing van het actief en passief. Uitzonderingen: later verkregen
goederen vallen nog wel in de boedel, het vermogen kan nog wijzigen maar alleen door de
curator.
- 23 jo. 35 lid 2 Fw: vorderingen vallen in de boedel; verlies beschikking en beheer.
- 26 jo. 33 Fw: individuele schuldeisers kunnen niet meer zelfstandig verhalen, wordt
vervangen door collectieve procedure
Boedelschulden
Criterium, zie HR 19 april 2013, NJ 2013, 291 (Koot Beheer/Tideman q.q.):
“Boedelschulden [zijn] slechts die schulden die een onmiddellijke aanspraak geven jegens
de faillissementsboedel,
i) hetzij ingevolgde de wet;
ii) hetzij omdat zij door de curator in zijn hoedanigheid zijn aangegaan;
iii) hetzij omdat zij een gevolg zijn van een handelen van de curator in strijd met een door
hem in zijn hoedanigheid na te leven verbintenis of verplichting.”
Ook de kosten die worden veroorzaakt doordat de curator een OD pleegt, hebben te gelden
als boedelschuld Rabobank/Verdonk.
Art. 52 Fw kan worden gezien als uitzondering op het beginsel dat derden te goeder trouw
niet worden beschermd tegen onwetendheid van het faillissement. Op basis van dit artikel kan
een schuldenaar van de failliet, hoewel hij zijn schuld ten gevolge van het faillissement
uitsluitend nog bevrijdend kan voldoen aan de curator, toch van zijn verbintenis kan worden
bevrijd als hij te goeder trouw die schuld aan de failliet voldoet. Die goede trouw is in ieder
geval niet meer aanwezig na publicatie van het faillissement. (nr. 125 boek)
Girale betalingen aan de bank
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ReneedeDobbelaere. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.