Samenvatting Basisboek Bedrijfseconomie, FOR semester 1.1 leerjaar 1
4 views 0 purchase
Course
FOR
Institution
Avans Hogeschool (Avans)
Book
Basisboek bedrijfseconomie
dit is een samenvatting van het boek basisboek bedrijfseconomie. dit boek komt aan bod tijdens het vak FOR in semester 1.1 van het eerste leerjaar van de opleiding accountancy.
FOR blok 1
Hoofdstuk 3,4 en 9 van bedrijfseconomie
Activa zijn de productiemiddelen van een bedrijf.
- Vaste activa, bewijzen gedurende langere tijd (meer dan 1 jaar) hun diensten aan de
onderneming.
- Vlottende activa, ontstaan en gaan teniet binnen een jaar.
De activa worden gefinancierd.
- Eigen vermogen, vermogen dat door de eigenaren van de onderneming ter
beschikking is gesteld door onbepaalde tijd. ( risicodragend vermogen)
- Vreemd vermogen, vermogen dat door schuldeisers ter beschikking is gesteld voor
een bepaalde tijd. ( risicomijdend vermogen)
In geval van faillissement krijgen de vreemdvermogenverschaffers als eerst hun geld terug.
Een balans is een momentopname, deze is altijd in evenwicht.
Debet Credit
Vaste activa Eigen vermogen ( activa – schulden)
Vlottende activa Vreemd vermogen
De winst kan bepaald worden door de toename van het eigen vermogen over een periode.
De winst kan geanalyseerd worden door een opbrengsten-kostenconfrontatie
resultatenrekening. Deze geeft aan welke kosten en opbrengsten plaats vonden in een
periode. Aflossingen worden niet op de resultatenrekening geboekt.
Opbrengsten/kosten wanneer de presentatie verricht is.
Ontvangsten/uitgaven wanneer het geld binnenkomt.
Verschillen tussen winst en kasmutatie:
- Afschrijvingen
De investeringsuitgave wordt uitgesmeerd over de levensduur van het actief. Hierbij
wordt rekening gehouden met de levensduur en restwaarde.
Lineaire afschrijving, elk jaar wordt hetzelfde bedrag afgeschreven.
Degressieve afschrijving, afschrijvingen zijn in de beginjaren hoger dan in
latere jaren wordt gebruikt als het productiemiddel in de eerste jaren meer
prestaties levert dan in latere jaren.
Sum-of-the-years-digitsmethode, de afschrijving wordt bepaald
door een afnemende wegingsfactor.
afschrijfbedrag
x wegingsfactor van dat jaar
totale wegingsfactor
Boekwaarde methode, een vast percentage wordt van de
boekwaarde afgeschreven.
Boekwaarde=waarde−eerdere afschrijvingen
Afschrijving op basis van gebruik, hierbij wordt de afschrijving
bepaald door het gebruik in dat jaar. (blz. 76)
- Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd in geval van mogelijke toekomstige verplichtingen
worden kosten opgenomen in de resultatenrekening, en zal het eigen vermogen
minder zijn. Ook komt er een post bij het ‘lang vreemd vermogen’.
, - Rechtstreekse vermogensmutaties
Privéstortingen en privéonttrekkingen mogen geen invloed uitoefenen op de winst
omdat ze niet uit de bedrijfsactiviteit komen komen niet op de resultatenrekening.
Winst=EV eindbalans−EV beginbalans+ privéopnames− privéstortingen
Een ondernemingsplan is van belang voor de starter zelf, en voor eventuele andere
belanghebbende ( potentiele financiers). Door het opzetten van een ondernemingsplan
wordt de starter gedwongen na te denken over hoe realistisch zijn ideeën zijn.
Elk ondernemingsplan is in principe uniek.
Het ondernemingsplan geeft aan:
- Welke activiteiten de onderneming gaat ontwikkelen, en in hoeverre deze iets
toevoegen aan het producenten- of dienstenpakket dat door de bestaande
ondernemingen op de markt wordt gebracht.
- Welke stappen de starter moet zetten voordat de onderneming werkelijk van start
zal gaan.
Financieringsgat = het verschil tussen het benodigde investeringsbedrag en de al toegezegde
financiering. Het financieringsgat kan ‘gedicht’ worden door financiers. Deze kunnen
doormiddel van het ondernemingsplan overtuigd worden.
Financiers kunnen eigen vermogen of vreemd vermogen ter beschikking stellen. Bij eigen
vermogen kan de rechtsvorm een commanditaire vennootschap of een besloten
vennootschap zijn. Voor de financier is vreemd vermogen minder risicovol.
Commanditaire vennootschap = beherende en ‘stille’ vennoten.
Besloten vennootschap = de starter kan directeur en aandeelhouder zijn. Daarnaast
kunnen ook andere aandeelhouders in het bedrijf zijn.
Participatieondernemingen = instelling met als doel het verlenen van ‘durfkapitaal’ aan
startende ondernemingen.
Business angel = oud-ondernemer die uit zakelijk oogpunt investeert in een startende
onderneming en deze ondersteund. Hij brengt geld, kennis en ervaring en zijn persoonlijk
netwerk in.
banken lenen vaak geld uit, maar startende ondernemingen zijn een risico. Daarom hebben
de Europese overheden het borgstellingskrediet ingesteld. Hierbij wordt de bank schadeloos
gesteld als de onderneming de lening niet kan terugbetalen.
Vaak worden startende ondernemingen gefinancierd met achtergestelde leningen; een
lening waarop interest en aflossing pas worden voldaan als de verplichtingen ten opzichte
van de overige schuldeisers zijn nagekomen.
Ondernemingsplan:
- De kwalificaties van de ondernemer
Een beschrijving van zijn achtergrond, opleiding, werkervaring en motivatie voor het
opstarten van een onderneming.
- Bedrijfsidee
De starter beschrijft wat hij gaat doen, hoe hij het gaat doen en voor wie.
- Markt en marketingmix
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chiarakarssemakers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.