Onderwerpen als CISG, Brussels 1, Rome 1, Rome 2 en TFEU etc. worden behandeld in deze samenvatting + oefenopgaven voor een goede voorbereiding op het tentamen
Verschil tussen
1. Breach of contract – wanprestatie
2. Tort – onrechtmatige daad
Stel: overeenkomst tussen A-B: A sold his card to B.
Twee verplichtingen:
1. A had te obligation to deliver the car
2. B has the obligation to pay the price
If A does not deliver a (good) car or B does not pay
Breach of contract (wanprestatie)
Tort: A negeert een rood licht en de auto is total loss
GEEN overeenkomst tussen A en B, maar A moet betalen voor de schade
Dus, (tijdens schade)
Contract breach of contract
No contract tort
Voorbeeld: A huurt een auto en zet deze in de brand
Wanprestatie
, Onrechtmatige daad
Company A (NL) = Buyer Sales agreement 3 machines Company B (FR)= seller
Machines worden geleverd bij A, eerste en tweede machine doen het, derde
machine werkt niet
A gaat bellen voor technische ondersteuning
“THE” international law does nog exist (de internationale rechter bestaat niet, elk land heeft
zijn eigen regels rondom internationaal zaken doen)
Altijd 3 vragen!
Vraag 1: Welke rechter is bevoegd? What court of law had jurisdiction in this matter?
Bijvoorbeeld. Dutch court
Vraag 2: Welk recht moet er toegepast worden? What law is to be applied?
Bijvoorbeeld: French law
Vraag 3: Wat is nou de inhoudelijke oplossing voor dit geschil? What is the content of the
applicable law?
VRAAG 1: What court of law had jurisdiction in this matter?
Antwoord: Within the EU use Brussels I (EEX)
4 stappen
Stap 1: Hebben beide partijen van tevoren en bevoegde rechter aangewezen?
Artikel 25 zegt ja je mag van te voren kiezen maar dat moet in writing/schriftelijk
in sommige gevallen is de keuze beperkt:
Internationale verkeringsovereenkomsten: Insurance matters
Consumer contracts: consumentenkopen
Employment contracts
Immoable property: onroerend goed
Stap 2: Does Brussels I apply? –
Bij deze stap altijd 2 artikelen gebruiken: artikel 1
Brussels I bemoeit zich vaak niet bij familiezaken: huwelijken, erfenissen
Art. 1 Brussels I: Bijna altijd burgelijk of commerciële zaak
Art 1,2 Brussels I: Brussels I gaat niet over familiezaken
Art. 4 Brussels I: defendant lives in a member state (EU!)
Company A (NL) = Buyer Sales agreement 3 machines Company B (FR)= seller
Stap 3: Is er een speciale regeling van toepassing?
Art. 10-16 Brussels I: Insurance matters
Insures plaintiff: domicile defendant: verzekeringsmaatschappij pissig op klant,
Brussels I zegt hier jij moet naar land van klant artikel 14
Insurer defendant: choice artikel 11
Art. 17-19 Brussels I: Consumer contracts
- Consumer plaintiff: choice 18 lid 1
- Consumer defendant: domicile consumer 18 lid 2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rsaxion. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.