In deze samenvatting wordt erfelijkheid, het zenuwstelsel (klein), hechting, de gedragingen op psychisch, sociaal en biopsychosociaal vlak, de adolescentie jaren - volwassenheid - ouderdom onder de loep genomen. Dit gaat gepaard met een paar oefeningen. Als OB is het belangrijk dat een basis hebt g...
Bio psychosociale basis van gedrag
Erfelijkheid
Weten wat de evolutietheorie inhoudt en wat de relevantie is voor het menselijk gedrag
De natuurwetenschappelijke verklaring is Darwin’s theorie, dat iedere soort ontstaan is uit een
voorouder. We hebben hierin verschillende begrippen:
Variatie: nakomelingen zijn nooit een exacte kopie van de ouders.
Natuurlijke selectie: sommige eigenschappen zijn aangepast aan de
omgeving en anderen niet. “Survival of the fittest”
Erfelijkheid: eigenschappen worden doorgegeven aan nakomelingen
De genetische code van de mens kunnen uitleggen (wat is DNA, chromosomen, genen, …)
DNA komt voor in iedere cel van ieder mens, dier, plant en schimmel. Het bepaalt
grotendeels wat er gebeurt in je lichaam: het is als het ware het ontwerp voor je bestaan.
Binnen in het DNA zit een genetische code die voor iedereen uniek is. De mens zijn code is
anders gecodeerd waardoor dit ons mens maakt.
Chromosomen bestaat grotendeels uit twee DNA-moleculen (chromatiden) met een zeer
complex gevouwen en gedraaide helix structuur. Deze chromatiden zijn op één punt (het
centromeer) aan elkaar verbonden. Op elk chromosoom ligt de informatie voor een aantal
erfelijke eigenschappen.
De genen zijn de dragers van erfelijkheid die persoonlijke karakteristieken of vaardigheden
van een organisme bepalen. Ze bevinden zich op de chromosomen.
Een gen is een stuk DNA op een chromosoom dat de code van de eiwit bevat.
Het genoom omvat al het genetisch materiaal, ook het DNA buiten de chromosomen.
Weten wat variaties in genen zijn en welke gevolgen deze kunnen hebben
Iedereen heeft DNA, elk heeft in het DNA 22 chromosomen met 2 op elke chromosoom waar het
laatste XY beslist of je een jongen of een meisje bent.. Bij het syndroom van Down is dit niet het
geval. Daar staan er 3 chromosomen op chromosoom 21 door dit fenomeen kan je bepalen of het
kind down syndroom heeft of niet. Dit extra chromosoom zorgt ervoor dat de mensen bepaalde
functioneringsproblemen hebben zoals:
Verstandelijke beperking.
Een hartafwijking in de helft van de gevallen.
Slechthorendheid en problemen met de ogen.
Heupdysplasie.
Begrippen kennen en kunnen uitleggen (genotype, fenotype, …) zie begrippenlijst
1. Het genotype zijn de genen van dragers van de erfelijke kenmerken.
2. Het fenotype is de uiterlijke verschijningsvormen van een individu.
,Begrijpen en in je eigen woorden kunnen uitleggen hoe erfelijkheid werkt
Erfelijkheid is het overdragen van zichtbare of onzichtbare eigenschappen van een generatie van
een organisme op de volgende generatie. Als je je dus voortplant, geef je je eigenschappen over aan
je nakomelingen. Zoals het oogkleur, haarkleur,…
Weten wat recessieve en dominante overerving is en welke invloed dat kan hebben op het
overdraging van aandoeningen. Toepassingen hierop kunnen uitvoeren.
Een dominant kenmerk, komt altijd tot uiting als het aanwezig is.(Aa)
Een recessief kenmerk kan alleen tot uiting komen wanneer er twee recessieve kenmerken
zijn. (aa)
Bij de mens domineren bruine ogen over blauwe. Een blauwogige jongen, waarvan beide
ouders bruine ogen hadden, huwt met een bruinogig meisje, waarvan de vader bruine en de
moeder blauwe ogen heeft. Ze hebben een kind: het heeft blauwe ogen.
Schrijf het genotype op van alle leden van deze familie.(opmerking: een is onzeker.)
vermeld ook zeker het fenotype!!
Bovenstaande kennis kunnen toepassen in fictieve casussen (voorbeelden in oefentoets).
, Zenuwstelsel
De belangrijkste begrippen kennen en kunnen uitleggen zie begrippenlijst (bijv.
sensorische neuron, cortex, ..)
De opbouw en de functies kennen van het CZ / PZ / Endocrien stelsel
Centraal zenuwstelsel:
de hersenen: grote hersenen/tussenhersenen/hersenstam/kleine hersenen.
het ruggenmerg: zorgt voor contact tussen hersenen en organen.
Functies:
1. Motorische zenuwen regelen de activiteit van de spieren.
2. Sensorische zenuwen geven informatie van de zintuigen door aan het centraal
zenuwstelsel. Ze voorzien de hersenen van informatie over zaken als pijn, warmte,
kou, positie van ledematen of over hoe iets eruit ziet.
Perifere zenuwstelsel:
Bestaat uit zenuwen (hersenen & ruggenmergzenuwen)
Verbind CZ en rest van lichaam, houdt ook contact met de organen.
Functies:
1. sensorische zenuwcellen zorgen voor de input vanuit de zintuigen en de ingewanden
2. motorische zenuwcellen zorgt voor output naar de spieren en bepaalde klieren
opsplitsing zenuwcellen:
Willekeurig zenuwstelsel: bewust, door de wil gecontroleerd en
bijsturing van gedrag
→ door waarneming, het denken en het voelen doelgericht reageren
op de omgeving
Autonoom zenuwstelsel: activiteiten verlopen automatisch zonder
dat bewustzijn nodig is
→ automatische verrichtingen van onze inwendige organen die onze
bloeddruk, lichaamstemperatuur regelen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dinaallary. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.48. You're not tied to anything after your purchase.