100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
HC Staatsrecht (heel uitgebreid) $4.27   Add to cart

Class notes

HC Staatsrecht (heel uitgebreid)

 195 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

HC aantekeningen. Kunnen spelfouten bevatten door het snelle typen. Zelf een 7 gehaald door het leren van deze aantekeningen.

Preview 3 out of 131  pages

  • January 20, 2015
  • 131
  • 2014/2015
  • Class notes
  • Warmelink en hoogers
  • All classes
avatar-seller
HC Staatsrecht 3 04-09-2014

Inleiding
1870: Frans-Duitse oorlog. Dit heeft zowel invloed op Frankrijk als op Duitsland. Deze situatie
leidt tot een andere staatsstructuur van die landen. Je moet de historie kennen voor zover het
invloed heeft op het staatsrecht.

Begrippenlijst
Een aandachtsgebied is de verticale machtsverdeling in een land. De relatie tussen het centrale
lagere gezag. In elk land speelt die vraag. Centraal gezag in Nederland is vanuit Den Haag geregeld.
Daarnaast hebben wij provincies en gemeenten die ook gezag uitoefenen. Andere staten hebben
diezelfde vraag. De vraag is dus hetzelfde maar het antwoord is anders. Duitsland is heel anders
georganiseerd. Zij is een federatie. Het zijn 16 landen die het gezag hebben overgedragen. De
verhouding is daar dus anders. Het Verenigd Koninkrijk bestaat uit vier landen en de positie van die
landen in dat Koninkrijk is niet hetzelfde. Het is dus dezelfde vraag maar een ander antwoord. Dat
heeft te maken met de geschiedenis van het land. Die vraag tussen het centrale gezag en de
onderliggende lichamen heeft te maken met de staatsvorm van het land. De verticale
machtsverdeling: de macht in het land is verdeeld tussen verschillende overheidslagen die in een
bepaalde relatie met elkaar staan. Dat noemen we de staatsvorm van een land.

Een ander thema is de horizontale machtsverdeling. Dit leerstuk houdt zich bezig met de vraag wat
de relatie is tussen de organen op het hoogste niveau. Er zijn verschillende organen op het hoogste
niveau. Zo zijn er wetgevende organen, besturende organen en rechtsprekende organen. We vestigen
de aandacht op de relatie tussen regering en parlement, oftewel: wetgevend en besturend. Dat
noemen we het regeringsstelsel van het land.

Dit zijn dus begrippen die van belang zijn. Wat maakt iets tot een staat? Wat verstaan we daar
onder? Bij een staat is een samenlevingsverband van personen, zoals een familie dat ook is. Een
staat is een gebied waar mensen wonen die zich met elkaar verbonden voelen. Daar komt het op
neer. Er is een volk, een grondgebied en er is effectief gezag (overheid). Men luistert er naar de
wetten. De overheid zorgt ervoor dat de samenlevingsverbanden kunnen functioneren. Zij maken
regels en spreken recht.

A. Wat maakt nou een bepaald volk tot een staatsverband? Zo is het ene volk wel een staat
maar een ander volk niet (VB. Koerden). Wat kunnen we nou benoemen tot element dat ertoe leidt
dat een groep mensen een volk wordt? Wat heel belangrijk is, is een taal. het spreken van dezelfde
taal is heel belangrijk voor de vorming van een staat. Dat zie je bijvoorbeeld in België. In België
spreekt men niet dezelfde taal. Zij voelen zich daardoor niet meer verenigd. Je ziet hier dat die staat
zich ontwikkelt naar een los verband en dreigt uiteen te vallen. De taal is dus een factor om tot
staatsvorming te komen, maar ook voor het uiteenvallen van staten. Het hoeft niet per se een
doorslaggevende factor te zijn, kijk maar naar Zwitserland. Hier spreekt men vier verschillende
talen. Nog een belangrijke factor is het geloof. Noord-Ierland is protestant, maar Ierland katholiek.
Hier is veel over gevochten. Hier geldt hetzelfde verhaal als bij de taal. Het maakt mensen tot een
verbond, maar is tegelijkertijd ook een reden om uiteen te vallen. Daarnaast zijn raciale
overeenkomsten belangrijk: of je tot hetzelfde ras hoort. Dit is een belangrijke factor bij het
vormen van staten. Wij vinden het bijvoorbeeld raar dat Aruba bij ons hoort. Een andere factor is
een gemeenschappelijk verleden. Het is een factor voor de vraag of een staat houdbaar is.
Hieronder valt ook het referendum dat wordt gehouden over de Schotten. Andersom is een
!1

,gemeenschappelijke toekomst ook van belang. Wil je nog met elkaar verder? Overige factoren:
Economische verbondenheid, gemeenschappelijke zeden en verboden. Dit bepaalt de verbinding
tussen de mensen. Wat maakt iets tot een volk?

B. Hoe kom je aan een grondgebied? Vroeger werd er om land gevochten door middel van
oorlogen. Denk nu aan de Russen op de Krim. Er kan ook land veroverd worden door middel van
een huwelijk. Het moderne van nu is dat je het via een verdrag regelt. Het wordt nu dus juridisch
via een verdrag geregeld.

C. Hoe ontstaat gezag? Je kunt zeggen: Er is traditioneel gezag, bijvoorbeeld het Koningshuis. Dat
is ooit gevestigd en gaat van vader op zoon over. Heel veel landen kennen dit nog steeds. Dat is wel
helemaal uitgekleed. Zij (de Koningen) hebben weinig macht, maar hebben in noodsituaties wel
degelijk de mogelijkheid om in te grijpen. Ze zitten er nog wel. Vroeger lag de soevereiniteit bij de
vorst. Dat accepteren we eigenlijk nergens meer. De macht is niet zozeer op de Koning gebaseerd.
Nederland is nog wel erg monarchaal in zijn staatsrecht. We spreken bijvoorbeeld recht in de naam
van de Koning. Zowel wetgeving als bestuur als rechtspraak is in Nederland in naam van de
Koning. Hier zijn wij als Nederland erg ouderwets in. Het traditionele gezag is ingehaald door
rationeel gezag of legaal gezag. Dit is gezag waarbij de macht wordt gelegitimeerd door algemeen
geldende regels die zonder onderscheid worden toegepast. Aan dat gezag van de vorst is een
document verbonden waar in staat wat zijn macht is in verhouding tot ander gezag. Dat is wat de
grondwet doet. De grondwet is een uiting van legaal gezag. Die maakt het gezag juridisch
aanvaardbaar. Dat is het wezen van recht: er wordt een grondslag geboden aan iets wat feitelijk
plaatsvindt. Dat legale gezag is ingehaald door democratisch gezag. In die grondwet gaat we ook
vastleggen dat alle macht uitgaat van het volk: volkssoevereiniteit. De vierde vorm van gezag is
charismatisch gezag. Dit zijn mensen die de leiding krijgen over een staat, niet zozeer omdat hij een
formele positie heeft, maar omdat hij charisma heeft. VB. Hitler en Fortuyn. Je hebt geen enkele
functie maar je baseert je gezag op je uitstraling. Hieronder staan nogmaals de soorten gezag:
1- Traditioneel gezag
2- Rationeel gezag
3- Legaal gezag
4- Charismatisch gezag

D. Erkenning door andere staten. Je wordt pas een staat als andere staten jou erkennen. Zo komen
staten tot stand en zo vallen staten weer uit elkaar. Nog een belangrijk punt bij erkenning is de vraag
of er een grondwet aanwezig is. Een grondwet is een document waarbij je aan het gezag een legale
grondslag geeft. Je geeft een juridische grondslag aan een feitelijke situatie. Dit is buitengewoon
heel belangrijk!

Staatsvorm
Het gaat hier om de vraag naar verticale machtsverdeling. De verhouding tussen de verschillende
overheidslagen in een land. De opbouw van een staat en de verhouding tussen zijn onderdelen.
Overal zijn er verschillende overheidsslagen en die staan in een verschillende verhouding met
elkaar. Er zijn een aantal hoofdtypes te onderscheiden:

I. Eenheidsstaat
II. Federatie (bondsstaat)
III. Confederatie
IV. Unie
!2

, I. Eenheidsstaat
Een eenheidsstaat is een staat waarbij de soevereiniteit bij het hoogste gezag ligt. Dit is bij de
centrale overheid. De grondslag van het gezag ligt bij de centrale overheid. Vanuit deze overheid
vindt wetgeving en bestuur plaats. Dat wil niet zeggen dat daarbij bevoegdheden kunnen worden
overgedragen naar lagere overheden. Zij doen dat namelijk in de naam van het centrale gezag. De
lagere overheden ontlenen hun gezag aan het centrale gezag. Een mooi voorbeeld daarvan is
Frankrijk. Zij zijn een eenheidsstaat die heel erg centraal is georganiseerd. Alles geschiedt eigenlijk
vanuit Parijs. Frankrijk is dan wel onderverdeeld in lagere overheden, maar het is heel centraal
georganiseerd. Nederland is ook een eenheidsstaat, maar zij zijn een gedecentraliseerde
eenheidsstaat. Het hoogste gezag is bij ons de Rijksoverheid. Er zijn provincies en gemeenten en
het aardige daarvan is dat ze een zekere autonomie hebben. Dat is in Frankrijk niet zo! Als een
gemeente in Nederland zegt dat zij een armoede beleid willen voeren, kunnen zij dat doen mits het
niet in strijd is met het hogere recht. Dit noemen wij de autonomie betrekken in eigen huishouding.
Dat kan een Franse regio niet. Zij kunnen wel een bevoegdheid krijgen om een armoede beleid te
voeren, maar dat moet centraal aan die regio worden gegeven. Dat is dus het verschil. Een gemeente
in Nederland kan het gewoon zelf naar zich toe trekken. Het zijn allebei eenheidsstaten maar dus
wel anders georganiseerd. Dat er ook wel een hiërarchie is, blijkt uit het feit dat besluiten van lagere
overheden door de regering in den Haag vernietigd kunnen worden. De regering kan besluiten om
besluiten van lagere overheden te vernietigen. Dus er is een hoger gezag ten opzichte van besluiten
van gemeenten en provincies. Er zit een hiërarchie in. Dat is een eenheidsstaat. Eenheidsstaat wil
niet zeggen dat er één overheidslaag is. Het wil juist zeggen dat er een grondslag bovenin ligt. Het
is top to down georganiseerd.

II. Federatie (bondsstaat)
Of iets een federatie is, zie je vaak terug in de naam van het betreffende land. VB. Bondsrepubliek
Duitsland. Het zit ‘m dus vooral in de naam. Wat is het wezen van zo’n federatie? Daar staat dat het
centrale gezag en lagere overheden veel meer in een gelijkwaardige positie tot elkaar staan.
Historisch is het zo dat die onderliggende delen oudere papieren hebben dan het centrale gezag. Je
hebt een stukje van de soevereiniteit overgedragen naar de bond. De bond mag iets dus regelen,
omdat het is opgedragen. Dat staat in de grondwet. De grondwet regelt dus de verhouding tussen het
centrale gezag en lagere overheden. Er zijn elf landen in Duitsland die de soevereiniteit hebben
overgedragen aan de bond. Sommige taken liggen nu bij de bond, maar andere dingen regelen de
landen nog steeds zelf. In de Duitse grondwet vind je wat de bond mag. Alles wat hier niet in staat,
wordt aan de landen overgelaten. Het dient als een soort contract. Dit zie je nog veel sterker in
Amerika. Amerika is namelijk ook een federatie. Het zijn de Verenigde Staten van Amerika. Zij
waren afhankelijk en bestonden uit een aantal koloniën. Zij zetten zich af tegen de Britten. Zij
riepen zelf een staat in het leven langs de juridische weg, op basis van de ideologie van John Locke.
Dat denkbeeld dat de staat er is voor het volk, is de omslag van vorst soevereiniteit naar
volkssoevereiniteit geweest. Dit zit in de Amerikaanse grondwet. Hierin staat precies wat de
Verenigde Staten mogen. Er staat niet in wat de staten mogen, dat is namelijk niet nodig Je vindt
niks over het optreden van de staten zelf, maar alleen over de Verenigde Staten. De Amerikaanse
grondwet wordt nooit gewijzigd. Als deze wel gewijzigd wordt, plakken ze er een amendement aan
vast. Je moet dus eigenlijk van achteren naar voren lezen. Achterin staan de wijzigingen maar
voorin blijft de tekst ongewijzigd! Zij maken erg onderscheid tussen de machten in hun grondwet.
België bewijst dat een federatie ook werkt zonder dat staten hun soevereiniteit overdragen. Dit zit
erg lastig in elkaar. Zij is een hele tijd een eenheidsstaat geweest, maar zij zijn langzamerhand aan
het federaliseren. Daar is de ontwikkeling niet van onder naar boven, maar van boven naar onder.
De Belgische centrale overheid is veel macht kwijtgeraakt aan nieuw in het leven geroepen
!3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Esther-1993. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.27  3x  sold
  • (0)
  Add to cart