Genoom=genetische informatie in een cel(DNA)
Kan bestaan uit één of meerdere dubbele DNA helices àmens (46 2x 23),
kip (78), muis (40), bacterie (1)
In eukaryoten zijn de lange DNA moleculen “verpakt” als chromatine
(Eiwit + DNA) dat kan condenseren tot chromosomen
Chromosoom = “gekleurd lichaam”; compact DNA (+eiwit)
Chromatine = extended DNA (+eiwit)
Menselijk DNA: een totale lengte van 2 meter in een kern van ca. 0,00001m
Celdeling:
Vlak voor de celdeling wordt elke DNA-helix verdubbeld
Daarna condensatie tot (verdubbeld) chromosoom
1 chromosoom bestaat na verdubbeling en condensatie uit 2
(zuster)chromatiden (1 chromatide = 1 DNA helix)
Tijdens de celdeling gaan zusterchromatiden uiteen -> 2 chromosomen
! Als de chromatiden scheiden noemen we ieder chromatide een
chromosoom
,Cel cyclus: het leven van een eukaryotische cel tot dat het in twee cellen deelt.
- Interphase: Typically, this phase accounts for 90% of the cell cycle. It is a
time of high metabolic activity. The cell grows by producing proteins and
organelles, and chromosomes are replicated.
- G1: This is the portion of the cell cycle just after division, but before DNA
synthesis. During this time the cell grows by producing proteins and
organelles, ER, mitochondrium, golgi.
- S: DNA synthesis (or replication) occurs during this phase. At the beginning
of the phase, each chromosome is single. At the end, after DNA replication,
each chromosome consists of two sister chromatids.
- G2: This third subphase of interphase is a period of metabolic activity and
growth. During this phase the cell makes final preparations for division.
- Mitotic Phase: Cell division occurs during this short phase, which generally
involves two discrete processes: the contents of the nucleus (mainly the
duplicated chromosomes) are evenly distributed to two daughter nuclei,
and the cytoplasm divides in two.
Mitosis: This is when division of the nucleus occurs. The
chromosomes that have been replicated are distributed to two
daughter nuclei.
Cytokinesis: This is the step in the cell cycle when the cytoplasm
divides in two.
Centrosoom bevat cylindertjes van eiwit = centriolen
Interfase:
Profase: Spoelfiguur groeit vanuit polen
Prometafase: spoelfiguur groeit verder EN kernmembraan gaat verdwijnen.
Compleet! (Logisch want de cel moet straks delen.
Metafase: equatorvlak: lijn waarop de chromosomen liggen
Anafase: Chromosomen worden uit elkaar getrokken
Telofase en cytokinese: kern en cytoplasma deling
PROFASE : BEWEGING CENTROSOMEN (poolkapjes), (CENTRIOLES)
: GROEI MICROTUBULI (trekdraden)
: CHROMOSOMEN WORDEN ZICHTBAAR
: NUCLEOLI (kernlichaampjes) VERDWIJNEN
PROMETAFASE : “OPLOSSEN” KERNMEMBRAAN
: KOPPELEN MICROTUBULI AAN KINETOCHOREN (centromeer)
: INTERACTIE NIET KINETOCHOOR GEBONDEN MICROTUBULI
: “TOUWTREKKEN” KINETOCHOOR GEKOPPELDE TUBULI
METAFASE : CENTROSOMEN AAN POLEN VAN DE CEL [fig 12.7]
: CHROMOSOMEN IN METAFASE/EQUATOR VLAK
: kernspoel = centrosomen + trek- en steundraden samen
ANAFASE : CHROMATIDEN GAAN (PLOTSELING) UIT ELKAAR [fig 12.8]
: STREKKEN CEL T.G.V. UITGROEI NIET KINECHOOR GEBONDEN
MICROTUBULI; POLEN VAN DE CEL GAAN VERDER UITEEN
: VRIJE CHROMOSOMEN BEWEGEN ZICH NAAR DE POLEN
TELOFASE : VORMING NUCLEOLI EN OPBOUW KERNMEMBRAAN
: DIFFUUS WORDEN CHROMATIDEN
: VERDWIJNEN KERNSPOEL
Metafase:
Spindle = spoelfiguur, kernspoel(de draden zijn microtubuli)
, Metaphase plate = equatorvlak
Kinetochore microtubuli =trekdraden
Overlappende non-kinetochore microtubuli =steundraden
Aster= microtubuli en centrosoom met 2 centriolen
Kinetochoren=eiwitcomplex aan centromeer
Chromosomen lopen zelf omhoog (k microtubuli trekken niet)
Alles draait om motoreiwitten. Deze lopen over de draad richting het –
einde. De draad valt uiteen achter de motoreiwitten en tubuline
monomeren worden gerecycled.
Aan + einde van microtubuli , komen dan tubuline sudunits
Dinoflagellaten hebben een speciaal soort celkern die dinokaryon genoemd
wordt, waarin de chromosomen aan het celkernmembraan vastzitten. Dit
membraan bevat geen histonen en blijft ook buiten de mitose gecondenseerd.
Deze soort celkern werd ooit verondersteld een tussenvorm te zijn tussen
eukaryoten en prokaryoten en daarom "mesokaryotisch" genoemd.
Dinoflagellaten: eencellige eukaryoten microscopisch klein met zweephaar;
maken deel uit van plankton.
Diatomeeën zijn microscopisch kleine algen (kiezelwieren); zijn fytoplankton in
zee; hebben een kiezelpantser met slijmlaag (hierdoor clustering) Diatomeeën of
kiezelwieren: eencellige algen met een uitwendig schaaltje van silicium (kiezel).
Huidcellen delen vaak
Levercellen delen alleen als nodig
Zenuwcellen in volwassen dier delen nooit
Kankercellen delen snel en ongeremd
In cytoplasma zijn signaalmoleculen aanwezig die de mitose reguleren -> zeggen
go tegen mitose
In celcyclus zijn 7 checkpoints: 3 getekend
Kan celcyclus verder? Goed gedeeld? Niet gecondenseerd?
M checkpoint: alle kinetochoordraden gekoppeld aan chromosoom?
Geeft stop of ga signaal Stop? -> G0 fase
Is de cel groot genoeg?
Alle celorganellen weer op juiste aantal?
Cytoplasmatische eiwitten weer op juist concentratie?
Groeifactoren aanwezig (bv PDGF)?
Geen contact inhibitie door andere cellen?
Extracellulaire matrix aanwezig?
DNA nog steeds intact? (herstel breuken/mutaties, p53)
MPF: Mitose Promoting Factor -> komt in S fase op gang zodat mitose kan
verlopen
Cdk = cyclin dependent kinase = een kinase die afhankelijk van cycline vele
eiwitten fosforyleert die de mitose inzetten (b.v. kernenvelop degradatie,
chromosomen condensatie etc)
Binding van cycline aan inactief Cdk activeert Cdk
MPF complex is een actieve vorm van Cdk (MPF is een complex van cycline en
Cdk)
Cycline concentratie stijgt tijdens S en G2 fase à steeds meer MPF
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esdie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.