Duidelijke uitleg van alle termen bij psychomedische problemen. Als je dit helemaal uit je hoofd kent ben je zowel geholpen bij de BAP-toets als de KRIP-toets.
Ook bij de stationstoets komt deze samenvatting nog goed van pas om goed te kunnen onderscheiden tijdens anamnese.
Psychomedische Problemen, Jaar 3 Geneeskunde
All documents for this subject (20)
Seller
Follow
emmaschols
Content preview
BAP-toets Samenvatting
Innerlijke bewogenheid bestaat bij de arts door het zenden van informatie van de patiënt:
overdracht en andersom tegenoverdracht.
Eerste indrukken (observatie)
Uiterlijke kenmerken
o Zelfzorg: de zorg die iemand aan zichzelf besteedt. Er kan sprake zijn van
zelfverwaarlozing of een overdreven nette zelfzorg (te rode en droge handen).
Misschien ook wel bijzonder overdadige of opvallende kleding/make-up.
o Leeftijd: een opvallend verschil tussen biologische en kalenderleeftijd. Jonger,
ouder of conform biologisch leeftijd.
o Gewicht: lichaamsgewicht van een patiënt. Ondergewicht of overgewicht.
o Huid en ledematen: prikgaatjes, tatoeages, littekens, hematomen, abcessen,
purpura of exanthemen.
Contact: oogcontact kan doordringend of vermijdend zijn. Iemand kan ook veel om
zich heen kijken of wegdraaien of helemaal niet op je reageren. Contactgroei
toenemend vertrouwen in de arts.
Houding: wijst alleen op pathologie als er een discrepantie is tussen de
klachtenpresentatie enerzijds en de vorm van beweging, positionering of gedrag
anderzijds.
o Loop- en bewegingspatroon
, o Katatonie: het veelal geheel verstijfd zijn bij helder bewustzijn. Flexibilitas
cerea (lichte, gelijkblijvende weerstand treedt op tegen het in een andere
houding plaatsen van ledematen door onderzoeker).
Klachtenpresentatie: is er overeenstemming tussen ‘wat’ patiënt vertelt en ‘hoe’
patiënt zijn klachten met non-verbaal gedrag ondersteunt. La belle indifférence,
waarbij patiënt met een conversiestoornis zijn lichamelijke klachten kan presenteren
door een onbewogen, onbezorgde of zelfs opgewekte wijze.
Gevoelens en reacties opgewekt bij de onderzoeker: zelfobservatie
Cognitieve functies
Bewustzijn (observatie): meestal bij delier of bij misbruik van middelen is er geen
sprake van helder bewustzijn.
Bewustzijnsverruiming: grotere diversiteit aan prikkels wordt geregistreerd door een
individu.
Bewustzijnsvernauwing: het individu lijkt slechts voor een bepaalde selectie aan
prikkels open te staan, dissociatieve fugue.
o Somnolent bewustzijn: patiënt reageert alleen na krachtig aanspreken.
o Soporeus bewustzijn: patiënt geeft geen antwoord meer, maar voert wel nog
opdrachten uit.
o Subcomateus bewustzijn: patiënt reageert alleen nog op pijnprikkels.
Somatische oorzaak uitsluiten.
o Mutisme: patiënt vertoont een schijnbaar helder bewustzijn, maar geeft geen
reactie.
o Stupor: patiënt volgt de gebeurtenissen en heeft de ogen open maar reageert
niet; soms zijn er gerichte bewegingen. Er zijn geen emotionele reacties, maar
wel reacties op pijnprikkels. Primair organische oorzaak zoals hersentumor,
CVA, encefalitis of een metabole ontregeling uitsluiten.
o Vernauwd bewustzijn: patiënt blijkt volledig geconcentreerd te zijn op een
bepaalde ervaring en is verder afgesloten van prikkels van buitenaf. Naast
psychiatrische beelden ook passend bij epileptische schemertoestanden.
Aandacht (observatie) gestoord bij angststoornis, depressieve stoornis, schizofrenie,
cognitieve stoornis, delier
o … trekken: bij aanspreken reageert patiënt meteen op de gestelde vraag.
o … vasthouden: patiënt blijft betrokken bij het gesprek. Bij manie of delier.
o … is snel afgeleid:
Vertraagd: patiënt heeft moeite om de aandacht op nieuwe prikkels te
richten (de patiënt reageert dan niet of traag of alleen met korte
antwoorden op vragen: hypovigiliteit).
Verhoogd: reageert snel op nieuwe prikkels en een verhoogde
afleidbaarheid, t.g.v. een verminderde selectiviteit: hypervigiliteit.
Concentratie (observatie)
o Hypotenaciteit: patiënt raakt draad kwijt bij langere antwoorden.
o Hypertenaciteit: patiënt kan overmatig geconcentreerd zijn op één
onderwerp en moeilijk op een ander onderwerp overschakelen.
Oriëntatie (observatie):
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmaschols. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.