Wat is VVE?
Voor en vroegschoolse educatie (vve) is onderdeel van het onderwijsachterstandenbeleid. Het doel is om peuters met een mogelijke (taal)achterstand, ook wel 'doelgroepkinderen' genoemd, beter voor te bereiden op de basisschool en er voor te zorgen dat kleuters zonder achterstand naar ...
the paper is complete but very formal words.
By: imanafassi • 1 year ago
By: noteboomd • 1 year ago
By: San1210 • 2 year ago
Seller
Follow
mrijkaard
Reviews received
Content preview
VVE Portfolio
Inhoudsopgave
VVE porfolio deel 1.................................................................................................................................................1
1. VVE-achtergronden + motieven.......................................................................................................................1
Inleiding...........................................................................................................................................................1
De deskundigen...............................................................................................................................................1
Rotterdam en VVE..........................................................................................................................................5
Verschillende VVE-programma’s...................................................................................................................8
Meeste aangeboden in Rotterdam....................................................................................................................9
.......................................................................................................................................................................11
Pedagogische principes..................................................................................................................................11
VVE portfolio deel 2..............................................................................................................................................16
2. Spelende wijze VVE uitvoeren + registreren..................................................................................................16
Spelobservaties..............................................................................................................................................16
Verbinden van observatie aan theorie............................................................................................................19
Ontwikkelingsgericht activiteitenplan...........................................................................................................19
Observeren van een speelplek met spelende kinderen..................................................................................23
VVE porfolio deel 3...............................................................................................................................................24
3. VVE voor rijk spel + sociaal-emotionele ontwikkeling..................................................................................24
Sociaal-emotionele kunsten...........................................................................................................................24
Spelobservaties..............................................................................................................................................25
Begeleiden van PM’ers..................................................................................................................................26
VVE porfolio deel 4...............................................................................................................................................27
4. Taal, reken en stimulering in de VVE.............................................................................................................27
Voorleescyclus met 3 taaluitjes ontwerpen...................................................................................................27
Taalstimulering een science-project .............................................................................................................29
VVE porfolio deel 5...............................................................................................................................................32
5. De interculturele aanpak als prof (meertalig opvoeden)...............................................................................32
Adviseer hoe omgaan met diversiteit bij thema ontwerp voor collega’s, geef 5 tips....................................32
Maak een agenda/uitnodiging voor een ouderbijeenkomst...........................................................................34
Geef ook advies.............................................................................................................................................35
VVE porfolio deel 1
1. VVE-achtergronden + motieven
Inleiding
De deskundigen
De deskundigen die van invloed zijn op onze werkwijze met de
VVE
Paiget (1996-1980) ging er van uit dat kinderen
kennis verwerven middels interactie met de omgeving.
Kinderen willen hun indrukken van de wereld ordenen.
Die ordening wordt door Piaget cognitieve structuur of
cognitief schema genoemd. Met behulp van dergelijke
schema’s neemt het kind ervaringen en informatie in
zich op. Het kind vormt in de loop van de tijd steeds
nieuwe cognitieve schema’s, die steeds complexer en
vollediger worden.
Piaget heeft drie fasen onderscheiden in de cognitieve
ontwikkeling van kinderen:
De sensomotorische fase van nul tot twee jaar
De concreet-operationele fase van twee tot twaalf jaar
De formeel-operationele fase van twaalf jaar en ouder
Peuters en kleuters bevinden zich dus in de concreet-operationele
fase.
Piaget onderscheidde in de concreet-operationele fase drie stadia,
waarvan de eerste twee van belang zijn voor de peuter- en de
kleuterperiode.
1
, Van twee tot ongeveer vier jaar bevinden kinderen zich in het
preconceptuele stadium. Ze beginnen symbolen te begrijpen en te
gebruiken (representaties) en ze worden steeds taalvaardiger.
Tussen vier en zeven jaar bevinden kinderen zich in het stadium van
het intuïtieve denken. Het abstractievermogen en de
taalvaardigheid nemen toe en kinderen zijn steeds beter in staat
voorwerpen te sorteren op een bepaald kenmerk en ze kunnen
voorwerpen rangschikken binnen een bepaalde klasse.
Volgens Piaget verandert het leren van kinderen in kwalitatieve zin,
doordat nieuwe typen van cognitieve structuren zich stapsgewijs
ontwikkelen. Hiermee verwerkt het kind informatie uit de omgeving
op een nieuwe manier en krijgt daardoor andere, nieuwe inzichten.
Piaget werd bekritiseerd vanwege zijn tamelijk starre indeling in
stadia, waarin ontwikkeling en leren als een meer continu proces
onderbelicht worden. Wat Piaget vooral duidelijk heeft gemaakt is
dat kinderen iets nieuws leren, als dit past bij hun
ontwikkelingsniveau en het opgebouwde wereldbeeld.
Vygotski (1996-1934) stelde in zijn
ontwikkelingstheorie dat kinderen zich ontwikkelen
door de interactie met volwassenen en door deelname
aan de cultuur. De cultuur is dus van grote invloed op
de wijze waarop het kind zich ontwikkelt. De interactie
met de sociaal-culturele omgeving speelt in het
ontwikkelingsproces de hoofdrol. Dit proces wordt ook
wel interiorisatie genoemd: de manier waarop kinderen
zich steeds verder ontwikkelen tot zelfstandige
deelnemers aan de cultuur.
Een ander belangrijk begrip uit de opvatting van
Vygotsky is de zone van de naaste ontwikkeling. In de activiteiten
van kinderen zijn twee niveaus te onderscheiden. Enerzijds is er het
actuele ontwikkelingsniveau: het kind kan activiteiten zelfstandig
uitvoeren. Als een volwassene echter het kind helpt en ondersteunt
bij de uitvoering van een activiteit, kan het meer. Anderzijds is er de
zone van de naaste ontwikkeling. Het kind wil aan een activiteit
deelnemen, maar kan het nog niet zelfstandig volbrengen. Het kind
heeft iemand nodig die de onderdelen van de activiteit uitvoert die
het kind zelf nog niet beheerst.
Er is veel onderzoek gedaan naar hoe de overgang verloopt van het
actuele ontwikkelingsniveau naar de zone van de naaste
ontwikkeling. Ondersteuning door volwassenen, samenwerking en
overleg met andere kinderen en voorbeeldgedrag door opvoeders
blijken hierin een grote rol te spelen.
2
, Bronfenbrenner (1917-2005) gaat uit van een heel
ander theoretisch perspectief voor persoonlijke
ontwikkeling. Hij ziet het kind als een zich
ontwikkelend organisme waarbij de erfelijke
eigenschappen (het genotype), de omgeving en de
interactie tussen erfelijkheid en omgeving van invloed
zijn op de ontwikkeling van het kind. Bronfenbrenner
heeft dat uitgewerkt in zijn bio-ecologisch model. Hij
onderscheidt hierbij:
Het micro-systeem: activiteiten thuis of in de
klas
Het meso-systeem: de relaties tussen thuis, school en buurt waarin
het kind participeert
Het macro-systeem: de (sub)cultuur en tijd waarin het kind leeft
Deels hiermee verwant is de levensloopbenadering zoals die in de
Nederlandse literatuur is uitgewerkt door Van den Boom, Rispens en
Riksen-Walraven. Ontwikkeling wordt gezien als een opeenvolging
van reorganisaties van het gedragsrepertoire van het kind:
omvangrijker, complexer en steeds in een andere context.
Kenmerkend voor deze benadering is het wijzen op de taken voor
het kind, die elke nieuwe ontwikkelingsfase met zich meebrengt.
Ook voor opvoeders betekent het dat zij zich telkens voor andere
(opvoedings)taken gesteld zien.
Erikson (1902-1994) wordt gerekend tot de
zogenaamde 'ego-psychologen’ en stelde in zijn
levenslooptheorie dat de menselijke ontwikkeling
gedurende de gehele levensloop planmatig
verloopt. Er worden acht verschillende fasen of
levenstaken onderscheiden. De mens, in interactie
met zijn veranderende omgeving, doorloopt elk van
deze fasen. In elke fase moet een specifieke
ontwikkelingscrisis met succes opgelost worden. De
uitkomst van elke fase is verschillend van mens tot
mens en is medebepalend voor de wijze waarop de
volgende fase wordt doorlopen en van invloed op het gedrag
(persoonlijkheid) van iemand.
Voorbeeld
Als een baby wordt opgevoed in geborgenheid en veiligheid,
ontwikkelt hij ‘vertrouwen’ in reactie op gewaarwordingen en
ervaringen, en in de reactie van de omgeving. Later in het leven zal
hij zijn omgeving dan ook met vertrouwen benaderen en beleven.
Een positieve oplossing van een dergelijk crisis luidt een nieuw
stadium in. Indien een conflict niet positief opgelost kan worden, kan
dit een bron van geestelijke stilstand zijn of zelfs aanleiding geven
tot psychopathologie. Soms maakt een kind of volwassene onder
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mrijkaard. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $17.20. You're not tied to anything after your purchase.