Overzicht van materieel strafrecht. Je mag je wettenbundel er niet bij houden, dus ik heb een overzicht gemaakt om echt te gaan stampen op basis van alle stof: jurisprudentie, literatuur, werkgroepen en colleges. Succes!
Theorie
In het strafrecht (sanctierecht) staan rechtsbescherming en instrumentaliteit voorop.
Deze twee functies bevinden zich in een spanningsveld, want meer
rechtsbescherming (van rechtsgoederen, slachtoffers en rechten van verdachte)
betekent minder ruimte voor instrumentaliteit (bestrijding criminaliteit dus ook
eerder strafbaarheid en dus minder rechten verdachte). Ook binnen de
rechtsbescherming is een spanningsveld: meer bescherming van de rechten en
vrijheden van verdachte leidt tot minder bescherming van rechtsgoederen.
Strafbaar feit (art. 350 Sv)
Gedraging (bewezenverklaring) – vraag 1
Wettelijke delictsomschrijving (kwalificatie strafbaar feit) – vraag 2a
Wederrechtelijkheid (feit strafbaar) – vraag 2b
Verwijtbaarheid (verdachte strafbaar) – vraag 3
Vraag 4 betreft de op te leggen straf of maatregel. Als 1 van de vragen niet
bevestigend beantwoord kan worden, kijk je naar art. 350 Sv. Er kan dan vrijspraak
of ovar volgen. Tegen ovar is geen beroep mogelijk en daarbij kan geen straf worden
opgelegd, maar wel een maatregel. Bij vrijspraak kan dit niet.
Drie dimensies van het begrip strafbaar feit
Historisch: feitelijke gebeurtenis in het verleden
Wettelijk: delict(somschrijving)en in de strafwet
o Materieel vs. formeel omschreven delict
o Commissie- vs. omissiedelict
o Krenkings- vs. gevaarzettingsdelict
o Gekwalificeerd vs. geprivilegieerd delict (strafverzwarend resp.
strafverlagend gevolg)
Juridisch: voorwaarden voor strafbaarheid (art. 350 Sv)
Drie dimensies van het materieelstrafrechtelijke legaliteitsbeginsel
Constitutioneel
o Taakverdeling rechter-wetgever (wetgever stelt strafbaar, rechter past
toe)
Rechtsbeschermend
o Legaliteitsbeginsel dient de rechtszekerheid
Generaal-preventief
o Afschrikwekkend effect van strafbaarstelling op burgers
Zeven deelnormen van het materieelstrafrechtelijke legaliteitsbeginsel
Lex certa
Strikte interpretatie
Geen analogie
Lex scripta: gewoonte ≠ directe bron van strafrechtelijke aansprakelijkheid
Verbod terugwerkende kracht (tenzij gunstig voor verdachte)
Nulla poena (maatregelen en sancties moeten ook in de wet staan)
Noodzaak de wet te kunnen kennen
Bijkomende voorwaarde van strafbaarheid
In sommige delictsomschrijvingen komt een bijkomende voorwaarde van
strafbaarheid voor. Dit is een omstandigheid die later intreedt en een gedraging ex
,post strafbaar maakt. Dergelijke voorwaarden zijn geobjectiveerd (geen opzet of
culpa vereist). In feite zijn dit materieel omschreven delicten, ware het niet dat hierbij
bij uitblijven van het gevolg geen strafbaarheid optreedt, bij m.o.d.’s wel.
Fait materiel
Leer van het ‘fait materiel’: optreden van een overtreding is voldoende voor
strafbaarheid, ongeacht of de dader er schuld aan heeft. Dit is losgelaten in het Melk
en water-arrest.
Kwaliteitsdelicten
Kwaliteitsdelicten zijn delicten die alleen kunnen worden begaan door een dader op
grond van een bepaalde hoedanigheid: alleen in die hoedanigheid kan iemand de
normadressaat zijn. Zo moet de dader bij een ambtsmisdrijf de hoedanigheid
ambtenaar hebben. HR Sproeivliegtuig is hiervan een voorbeeld.
Causaliteit
Bij materieel omschreven delicten en door het gevolg gekwalificeerde delicten is
causaliteit per definitie een voorwaarde voor strafbaarheid en moet dit ook bewezen
worden. Bij formeel omschreven delicten is dat niet zo. Causaliteit is een zuiver
objectief-feitelijk vraagstuk in het kader van vraag 1 (art. 350 Sv): wie is de dader?
Om te bepalen of er causaliteit is, moet je een causaliteitstheorie toepassen. De
heersende leer is momenteel de redelijke toerekening. Dit is een open maatstaf,
waarbij de 4 oudere theorieën een rol kunnen spelen bij invulling van die maatstaf:
Condicio sine qua non-theorie
Causa proxima-theorie
Relevantietheorie
o Welk rechtsgoed poogt de delictsomschrijving te beschermen? ratio
van de delictsomschrijving
Adequatietheorie
o In welke mate was de gedraging naar algemene ervaringsregels
geschikt om de gevolgen in het leven te roepen (dus voorzienbaarheid)
Relevante factoren bij de redelijke toerekening:
Aard van de gedraging van verdachte
o Gedraging geschikt om het gevolg in het leven te roepen
o Gedraging heeft risico op gevolg aanzienlijk vergroot
Aard en strekking van het delict
o Welk rechtsbelang poogt de delictsomschrijving te beschermen?
Verband met oude relevantietheorie
Ernst van het letsel (persoon slachtoffer)
o Gesteldheid van het slachtoffer, ernst van het letsel
Aanwezigheid van opzet (subjectieve zijde delict)
o ‘Mens rea’: (intentionele) geestestoestand van de dader
Complexiteit causale keten
o Tussenkomende (interveniërende factoren)
o Onduidelijkheid over de gedraging die de keten heeft geïnitieerd
(CSQN)
Hoe meer tijd tussen gedraging en gevolg, hoe groter de kans
dat de causale keten doorbroken is
, o HR Kroeggeweld, HR Dwarslaesie, HR Bloedvergiftiging: bij zekerheid
over het CSQN-verband tussen gedraging en gevolg, waarbij er enkel
schakels tussen komen
o HR Groningse HIV-zaak: bij onzekerheid over het CSQN-verband,
waarbij er mogelijk een alternatieve oorzaak aan het begin van de
keten staat
Wederrechtelijkheid
Wederrechtelijkheid betekent strijd met het objectieve recht. We maken onderscheid
tussen verschillende theorieën:
Formele wederrechtelijkheid
o Wederwettelijkheid
o Wederrechtelijkheid alleen afwezig als er sprake is van een wettelijke
rechtvaardigingsgrond
Materiële wederrechtelijkheid (heersende leer)
o Wederrechtelijkheid kan ontbreken op grond van een ongeschreven
rechtvaardigingsgrond (OMW uit HR Huizense veearts)
Leer van de sociale adequatie
o Rechtssociologische leer met als vertrekpunt de menselijke handeling
in de sociale context waartoe deze behoort en waaraan deze zijn
betekenis ontleent
o Achtergrond van de Garantenstellung
Leer van de subsocialiteit
o Subsocialiteit = gevaar dat door de verwerkelijking van het delict voor
de samenvatting in het leven is geroepen
o School van M.P. Vrij: subsocialiteit als ‘stilzwijgend element’
Creatieve interpretatie
o Bovenstaande 3 benaderingen te bevorderlijk voor rechterlijke willekeur
o Rechter moet in de delictsomschrijving één of meer aspecten van
wederrechtelijkheid inlezen alsof het bestanddelen zijn op grond van
normen uit andere rechtsgebieden, algemene rechtsbeginselen of
rechtsgewoonten
o Remmelink: de bovenstaande normen kunnen de aan de
strafbaarstelling ten grondslag liggende normen aanvullen
(interveniërende norm), inkrimpen en zelfs terzijde stellen
(contrariërende norm)
Als wederrechtelijkheid een bestanddeel is, perkt dit de reikwijdte van de
delictsomschrijving in. De Hoge Raad hanteert een ruime opvatting ten aanzien van
het bestanddeel wederrechtelijkheid: strijd met het objectieve recht. Hieronder valt de
wet, maar ook bevoegdheid, ongeschreven normen (incl. fatsoensnormen) en de
ratio (inhoud en strekking) van de strafbepaling. Niet elke strijdigheid met enige norm
maakt een gedraging echter wederrechtelijk, er moet wel voldoende grond voor zijn.
Voorbeelden waarin deze ruime opvatting goed naar voren komt zijn HR Dreigbrief
en HR Flatverbod.
Een andere opvatting van wederrechtelijkheid als bestanddeel is de
facetwederrechtelijkheid. In deze opvatting heeft wederrechtelijkheid een specifieke
betekenis (facet), afhankelijk van de strekking van de delictsomschrijving. Hierdoor
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EA2020. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.42. You're not tied to anything after your purchase.