Dit document is een samenvatting van alle stromingen in de periode . Dit zijn o.a. de stromingen; Impressionisme/ post impressionisme/ Jugendstil/Expressionisme/ Kubisme/ Futurisme/ Dadaïsme/ Surrealisme/ Bauhaus/ Constructivisme/ Kunst na WO2.
Kunstgeschiedenis SE1 1900-1960
Impressionisme eind 19e eeuw: ‘Wat men ziet en niet wat men weet’
De realisten geven de werkelijkheid/het leven sober en eerlijk weer zoals
het is, dit leidde tot verschillende interpretaties van de zichtbare
werkelijkheid.
---> Rond 1860 is er een nieuwe generatie schilders (reactie op het realisme); o.a.
Manet, deze schilders geven niet het werkelijke, eerlijke leven, maar willen op
een werkelijke wijze dingen weergeven zoals zij ze zien (impressie).
- Impressionisme werd niet geaccepteerd; de onderwerpen zijn niet gepast en
vulgair. De schilderijen zijn vaak schetsmatig en lijken onaf (snelle en haastige
manier van schilderen> geen aandacht voor detail of perspectief, veel schaduw).
- De stijl van de impressionisten wordt bepaald door de volgende aspecten:
voorwerpen worden niet weergeven vanuit de kennis die men heeft van
de vorm, maar door vlekjes licht en kleur op ons netvlies (en licht
veranderd).
Vanwege het licht gaat men vooral buiten schilderen (plein-air) > het
onderwerp is de directe omgeving; het gaat om de waarneming niet ow.
Ongemengde verf wordt vaak naast elkaar op het doek geplaatst en soms
helderder gemaakt door toevoeging van de complementaire kleur (afkeer
kleur zwart).
Afsnijding (fotografie); compositie bepaling.
- Enkele kunstenaars; Manet, Monet, Degas, Pissarro
Post impressionisme:
Reactie op het vluchtige impressionisme, voorlopers op de moderne kunst
20e eeuw : Avant-Garde Kunstenaars; Cézanne (Kubisme), van Gogh
(Expressionisme), Gauguin (Symbolisme) en Seurat (Kleurenstudie).
Jugendstil en Symbolisme 1890-1914:
Jugendstil; Art Nouveau; Jong/jeugd/nieuw met als thema de natuur
(tijdschrift die Jugend; nieuw tijdschrift met nieuwe schilderijen en
vormen). Alles is organisch, veel lijnen en egale kleuren (bloemen/dieren,
skeletten)> heel decoratief.
Weinig schilderkunst, meeste; Lithografie/posters/ architectuur
(toegepaste kunst) > totaalkunst; op elkaar afgestemd/in dezelfde
vormentaal.
Bij het symbolisme gaat het om de symboliek in de schilderkunst; middels
kleuren en voorstellingen, dezelfde beeldentaal als de jugendstil (vlakke
egale kleurvlakken, contourlijnen en vereenvoudigde vormen) ---> Heel
fantasierijk; goed/kwaad/visioenen.
Expressionisme, het uitdrukken van gevoel:
, De overgang van 19e naar 20e eeuw was turbulent: groeiende bewustzijn
arbeidersklasse, groeiende mechanisatie industrie, handel en
massaproductie, medische wetenschap ontwikkelt op gebied van
psychologie en psychiatrie > verdieping in de mens/gedachten
Academische tradities verdwijnen; onderwerp/perspectief/compositie
niet meer zo belangrijk, kleur krijgt een betekenis o.i.v. emoties> expressie
en vormen worden geabstraheerd (minder detail. steeds meer abstractie).
Duits expressionisme; verzet onder de jongere generatie tegen de
maatschappij, de kunstenaars geven op heftige wijze vaak met felle
kleuren en dik opgebracht verf, uitdrukking aan hun gevoelens van
ongenoegen, pessimisme en wanhoop:
Die Brücke (Kirchner en Nolde) ; overgangsfase van oud/nieuw;
kunstenaars die inspiratie halen uit de natuur, eenvoudige vormentaal met
hoekige zigzaggende lijnen en vormen (toepassing houtsnede), Thema’s;
liefde en haat, eenzaamheid, dood en hallucinaties.
Der Blaue Reiter (Kandinsky en Franz Marc); onbewuste spontane uiting
van het innerlijk gemoed vormentaal is zachter, vloeiender en
harmonieuzer dan die brücke, lijkt op fauvisme > inspiratie muziek.
Frans expressionisme; in Frankrijk heeft men al de nodige protesten en
revoluties meegemaakt. Bij hen gaat het meer om de wijze waarop zij
gevoelens en ideeën kunnen verbeelden > positiever en vrolijker.
Fauvisme (Matisse, André Derain, Raoult); fauve=wild, ongeremd en
expressief kleurgebruik met vaak zuivere en ongemengde kleuren, niet
meer bezig met wat hoort; veel kleurcontrast.
Kubisme 1908-1915 ‘Scheppen van nieuwe werkelijkheden’:
Herschikking natuur tot nieuwe ordening met basisvormen/geometrische
vormen; kubus, bol etc., ow vanuit verschillende standpunten met een
geordende compositie (vaak snaarinstrumenten).
Analytische kubisme; fragmenten verbonden met meetkundige,
geometrische vormen, geen perspectivische ruimtewerking. Een
kleurtoon, vaak grijs/bruin. Het onderwerp en de achtergrond lopen in
elkaar over.
Synthetisch kubisme; geen perspectivische ruimtewerking, collage
fragmenten (kranten/papier), kleurgebruik minder eentonig, duidelijk
onderscheid tussen voorgrond en achtergrond.
Orfisme 1910 (kleurig kubisme); door toepassen andere materialen in
schilderijen werd kleurgebruik gevarieerder, gehele ontwerp wordt
kleurig geabstraheerd.
Futurisme 1909-1915 ‘Snelheid, dynamiek en vooruitgang’:
Literatuur, muziek en beeldende kunst moeten volledig nieuwe kunst
scheppen, los van alle academische en historische tradities> revolutionair;
op zoek naar iets nieuws (soms agressief en provocerend) met
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lissyvantol. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.