Samenvatting Newton 4 VWO natuurkunde voor de bovenbouw, ISBN: 9789006986396 Natuurkunde
6 views 0 purchase
Course
Natuurkunde
Level
VWO / Gymnasium
Book
Newton 4 VWO natuurkunde voor de bovenbouw
Wat word er beschreven:
- Alle formules
- Begrippen/symbolen etc. van de grootheden, zoals: Stroomsterkte.
- LDR, NTC, PTC
- Significante cijfers
- wetenschappelijke notatie
- Serieschakeling/parallelschakeling
- en nog meer definities
Stroomkring
Stroomdeeltjes kunnen alleen lopen in een gesloten stroomkring.
Een stroomkring bestaat altijd minimaal uit een spanningsbron (accu, batterij of stopcontact), draden
en een apparaat. Een batterij heeft vaak 1.5 volt. Een stopcontact levert netspanning, dit is 230 V. Als
je een stroomkring wilt weergeven, teken je eens schakelschema. De onderdelen uit een
schakelschema die hieronder staan afgebeeld moet je kennen en kunnen gebruiken.
Geleiders = Materialen waar de stroomdeeltjes makkelijk doorheen kunnen(metalen). Alleen
negatieve lading elektronen kunnen vrij bewegen de positieve zitten vast in de kern.
Isolators = Materialen waar de stroomdeeltjes amper doorheen kunnen (rubber en plastic).
Transformator = verlaagt de spanning tot wat nodig is voor jouw apparaat.
Ionen = In een vloeistof bestaat de elektrische stroom uit ionen.
Soorten schakelingen
Bij een serieschakeling staan de apparaten (lampjes) achter elkaar. Er zijn geen T splitsingen. In een
serie schakeling is de stroom overal hetzelfde. De stroomdeeltjes worden ten slotte niet gesplitst. De
energie die de stroomdeeltjes bij zich hebben (spanning) zal echter wel verdeeld moeten worden
over de meerdere lampjes. Doordat er maar 1 stroomkring is, zal bij een kapot lampje alle lampjes uit
gaan. Je kunt batterijen ook in serie schakelen. Dan mag je de spanningen bij elkaar optellen. Dus 3
batterijen van 1.5 volt in serie zijn samen 4,5 volt.
Dus U = U1 + U2 + U3
En I = I1 = I2 = I3
, bij een parallelschakeling staan de apparaten (lampjes) allemaal in een eigen stroomkring. Er zijn dus
wel T splitsingen. In een parallelschakeling is de stroom verdeeld. De stroomdeeltjes moeten ten
slotte verschillende kanten op. De spanning is gelijk. Dit komt omdat elk stroomdeeltje maar door 1
apparaat hoeft. Doordat elk apparaat zijn eigen stroomkring heeft, heeft het kapot gaan van 1
apparaat geen effect op de rest. Dus als 1 lampje kapot gaat, blijft de rest gewoon aan.
Dus U = U1 = U2 = U3
En I = I1 + I2 + I3
Meten aan een stroomkring
Stroom meet je met een stroommeter (amperemeter). Stroommeters sluit je altijd in serie aan.
Spanning meet je met een spanningsmeter (voltmeter). Spanningsmeters sluit je altijd parallel aan
om het apparaat waarvan je de spanning wilt weten
Significante cijfers
Significante cijfers gebruiken we zodat we er zeker van zijn dat het antwoord betrouwbaar is. Er zijn
verschillende regels
Keer en gedeeld door: als je bij een som keer en gedeeld door gebruikt dan tel je het aantal cijfers.
Voorbeeld: 33 x 0,000634
In dit geval heeft het getal 33 de minste significante cijfers namelijk 2. Het andere getal heeft er 3.
Het eindantwoord zal dus gegeven moeten worden in 2 significante cijfers.
33 x 0,000634 = 0,021
Wetenschappelijke notatie
Soms moet je het antwoord geven in de wetenschappelijke notatie en soms hoeft het niet maar kom
je er met de regel hierboven niet uit. Een voorbeeld hiervan is:
99 x 2,073. 99 heeft 2 significante cijfers en die moeten we dus gebruiken
99 x 2,073 = 205,227
Hoe moeten we dit nou opschrijven in 2 significante cijfers wetenschappelijke notatie
Een wetenschappelijke notatie gebruikt getallen tussen 1 en 10.
In dit geval is dit het goede antwoord: 2,1 x 10 2
Plus en min: hierbij kijk je niet naar het aantal cijfers, maar het aantal cijfers achter de komma.
2,034 + 23,75
Hierbij heeft 23,75 maar 2 cijfers achter de komma.
Het antwoord moet dus gegeven worden in 2 decimalen.
2,034 + 23,75 = 25,78
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller younasb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.