Extra informatie:
- Bezoek aan rechtbank word aanbevolen.
- Indeling:
- Week 1. Inleiding
- Week 2. Opzet, schuld en causaliteit
- Week 3. Strafuitsluitingsgronden en deelneming
- Week 4. Dwangmiddelen
- Week 5. Sancties en penologie
- Week 6. Strafprocesrecht
College 1
Strafrecht en wetgeving
Onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht. Materieel gaat over geboden en verboden.
Formeel meer over het proces en de straffen.
Daarin weer onderscheid tussen algemeen en bijzonder strafrecht. Denk bij bijzonder strafrecht
aan de opiumwet en dergelijke.
Voorwaarden van het strafbare feit
- Moet menselijke gedraging zijn
- Valt binnen de delictsomschrijving (bestanddelen). Waar wordt de verdachte van beschuldigd
- Wederrechtelijk (element)
- Aan schuld te wijten (element)
Elementen: ongeschreven voorwaarden om iemand te kunnen straffen
Bestanddelen: de onderdelen waaruit een delictsomschrijving staat. Hiervoor dient bewijs te
worden aangevoerd.
Soms worden elementen bestanddelen en dan staan ze dus wel in de wet.
Wederrechtelijkheid: zonder toestemming van de rechthebbende en dus in stijd met recht.
Verschillende strafbare feiten
• Misdrijven en overtredingen
• Formele en materiële delicten
• Commissie en ommissiedelicten (Handelen en nalaten)
• Art. 450 strafrecht
• Gronddelicten, gekwalificeerde delicten en geprivilegieerde delicten. (Doodslag is het
gronddelict. Gekwalificeerd zou dan zijn moord(zwaarder delict). Geprivilegieerd is dan een
lichtere variant.)
• Art. 300 ev. Strafrecht.
Thorbecke Academie 1
,Strafrecht en penologie Samenvatting 2015 Student Integrale Veiligheid
College 2
Opzet, schuld of causaliteit
Overwegingen staan niet specifiek in de wet. Kan dus eigenlijk niet opgelost worden zonder
jurisprudentie
Opzet
Opzet: tegenwoordig gaan we standaard uit van kleurloos opzet
• Boos opzet: willens en wetens de wet overtreden
• Kleurloos opzet: willens en wetens een bepaalde gedraging overtreden maar niet wetende dat
je daarbij ook strafbaar handelde
Verschillende soorten opzet:
• Opzet als bedoeling: Gedachte wil een bepaalde handeling verrichten (zwaarste variant)
• Opzet als zekerheidsbewustzijn: verdachte wil iemand met een bijl op zijn hoofd slaan en
weet welke gevolgen daar uit kunnen ontstaan.
• Opzet als waarschijnlijkheidsbewustzijn: het is waarschijnlijk dat de handeling gevolgen
heeft.
• Voorwaardelijk opzet: zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat
een bepaald gevolg intreedt en dat gevolg op de koop heeft toegenomen (lichtste variant)
Hoe bewijzen: oogmerk, wetende dat en opzet
Hoe gaat de rechter te werk:
1. Eerst kijken naar de feiten
2. Dan kijken naar de rechtsregel
1. Is er sprake van oogmerk? -> kijken naar opzet als bedoeling
2. Is er sprake van opzet? -> kijken naar voorwaardelijk opzet. Voorwaardelijk als opzet is dan
voldoende bewijs.
3. Dan de rechtsregels toepassen in de casus
4. En daaruit de conclusie trekken
Schuld
"Aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid"
• Onvoorzichtigheid
• Zorgvuldigheidseisen: wordt er onzorgvuldig gehandeld en is er sprake van bijvoorbeeld
expertise
• Garantenstellung (Je wordt geacht meer te weten. Denk bijvoorbeeld aan extra ervaring
bijvoorbeeld een taxichauffeur en zijn rijstijl)
• Verwijtbaarheid
• Was er een andere keuze
• Aanmerkelijke mate (mag op het tentamen worden aangenomen)
Bewuste schuld en onbewuste schuld
Bij onbewuste schuld, ben je niet bewust van de risico's. Bij bewuste schuld ben je bewust van het
risico maar ga je er van uit dat het wel goed gaat. De vraag is, wat is erger.
College 3
Causaliteit
"De leer van oorzaak en gevolg"
Thorbecke Academie 2
, Strafrecht en penologie Samenvatting 2015 Student Integrale Veiligheid
Ontwikkeling
• Conditio sine que non-leer (kennen)
• "Het feit dat auto's zijn uitgevonden is de oorzaak van het ongeluk"
• Causa proximaleer(kennen)
• "De veroorzakende factor die het dichts bij het gevolg ligt is bepalend"
• Adequatieleer/voorzienbaarheidsleer(kennen
• "Als je iemand in het hart steekt, is het te voorzien dat iemand daaraan overlijdt"
• Leer van redelijke toerekening(kennen en toepassen)
• "Gevolgen zijn redelijkerwijs toe te kennen aan de verdachte"
3 vuistregels:
1. Als het letsel in beginsel niet dodelijk is, maar het slachtoffer overlijdt toch, door een
omstandigheid waar de verdachte geen invloed op heeft uitgeoefend, spreken we niet van een
causaal verband
2. Wanneer letsel in beginsel niet dodelijk is, maar door een normale complicatie komt het
slachtoffer toch te overlijden, dan kan de dood redelijkerwijs worden toegerekend aan de
verdachte.
3. Bij dodelijk letsel is het gevolg wel toe te rekenen aan de verdachte. Zonder medisch ingrijpen
was de verdachte overleden.
Strafuitsluitingsgronden
Er zijn 2 vormen van strafuitsluitingsgronden:
1. Rechtvaardigheidsgronden
1. "Je stond op dat moment in je recht om niet wederrechtelijk te handelen"
2. Schulduitsluitingsgronden
1. "Omstandigheid die ertoe moet lijden dat de verdachte geen verwijt kan worden gemaakt"
Rechtvaardigingsgronden
Overmacht noodtoestand (art. 40 sr)
"Hij die een feit begaat waartoe hij tot overmacht is gedrongen, is niet strafbaar"
Moet voldoen aan:
1. Keuze tussen twee botsende plichten
2. Er moet sprake zijn van acute nood
3. Moet proportioneel zijn
4. Subsidiariteit. had het ook anders gekund?
Noodweer
"Noodzakelijke verdediging tegen een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding van je eigen
of andermans lijf, eerbaarheid of goed."
Moet voldoen aan:
1. Ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding (op dit moment)
1. Enkel de vrees is niet genoeg! Je mag niet uit voorzorg iemand in elkaar slaan.
2. Van eigen of andermans lijf, eerbaarheid of goed
3. Geboden door een noodzakelijke verdediging
1. Moet weer in verhouding staan. Dus als je een klap krijgt mag je iemand niet door zijn
hoofd schieten(proportionaliteit)
2. Subsidiariteit: is er niet een andere mogelijkheid? Wegrennen bijvoorbeeld
Thorbecke Academie 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller GHoekstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.