Voor mijn profielwerkstuk op 5 havo heb ik een gekozen voor het onderwerp: Economische genderongelijkheid. Ik heb onderzocht welk verband er bestaat tussen de sociale ongelijkheid tussen man en vrouw.
Ik heb hier een 8.4 gekregen.
Voor vragen kan je contact met mij opnemen.
,Inleiding
Dit jaar ga ik mijn profielwerkstuk houden over de sociale ongelijkheid
tussen man en vrouw op de arbeidsmarkt. Ik heb voor dit onderwerp
gekozen omdat ik sinds vorig jaar steeds meer hoor over het onderwerp.
De één zegt dat er in Nederland wel sociale ongelijkheid is en de ander
weer niet. Hoe zit dit nou eigenlijk? In 4 havo kreeg ik tijdens
maatschappijwetenschappen een opdracht over de sociale ongelijkheid en
kregen we een lijst waarbij Nederland best laag stond in de ranglijst van
de sociale ongelijkheid. Maar hoe kan dat nou als je om je heen hele
andere dingen hoort. Het leek mij interessant om dit jaar nog dieper in het
onderwerp te gaan. Van de geschiedenislessen weet ik dat vrouwen
vroeger heel weinig rechten hadden. Zij mochten niet naar school en
hadden ook geen stemrechten. Mijn oma is vroeger ook niet naar school
gegaan en zij vertelt me wel altijd dat de vrouwen het nu veel beter
hebben dan vroeger. Dit jaar ga ik me meer verdiepen in het onderwerp
en ga ik nog dieper in de conclusies van vorig jaar. Met deze onderzoek wil
ik graag aanduiden hoeveel sociale ongelijkheid er is, wat de oorzaken en
gevolgen ervan zijn. In welke leeftijdscategorie treft men het meest
genderongelijkheid en spelen er nog andere factoren mee?
3
,Plan van aanpak:
Mijn profielwerkstuk gaat over de genderongelijkheid op de arbeidsmarkt.
Vorig schooljaar heb ik dit onderzoek met 2 anderen gemaakt. Dit jaar
maak ik het onderzoek alleen en begin ik opnieuw. Mijn doel is dan ook om
een hoger cijfer te behalen.
Om te beginnen heb ik besloten om mijn fieldresearch opnieuw te gaan
uitvoeren. De data die wij vorig jaar hebben verzameld dankzij enquêtes
kon ik niet gebruiken voor mijn huidige onderzoek. De enquêtes die wij
vorig jaar hebben gebruik, zal ik nu weer gebruiken. Ik heb mijn familie en
vrienden gevraagd of zijn mijn enquêtes willen doorsturen naar hun eigen
netwerk. Zo heb ik ervoor gezorgd dat ik mensen met verschillende
leeftijden en beroepen kan bereiken. Uiteindelijk heb ik 34 enquêtes
kunnen verzamelen die ik goed kan gebruiken voor mijn onderzoek. De
enquête bestaat uit vragen die mij goed op weg zullen helpen om mijn
conclusies zo goed mogelijk te trekken. Ik heb vooral beschrijvende vragen
gebruikt. Zo heb ik o.a. vragen gesteld of deze mensen zelf genderongelijk
opmerken tijdens hun werk, hoe de leidinggevende functies verdeeld zijn
en of er loonverschil tussen de collega’s is. Voor mijn onderzoek is het
belangrijk dat ik zoveel mogelijk mensen een enquête opstuur zodat de
antwoorden beter zijn te vergelijken met elkaar. Hierdoor is het een
kwantitatief onderzoek. Mijn hoofdvraag is: welk verband bestaat er
tussen de sociale ongelijkheid tussen man en vrouw op de arbeidsmarkt.
Vervolgens zal ik beginnen met mijn deskresearch. Eerder zijn er talloze
onderzoekers geweest die de genderongelijkheid op de arbeidsmarkt
hebben onderzocht. Ik zal een analyse maken van de opvallende
uitkomsten van dit onderzoek.
De Hypothese die ik zal schrijven zal op basis van mijn deskresearch zijn.
Ik zal mijn eigen bevindingen en de verwachte uitkomst opschrijven van
mijn eigen onderzoek.
Het maken en verspreiden van de enquête was het eerste waar ik mee
begon. Bij deze stap zal ik alle data die ik heb verzameld samenvoegen en
op basis daarvan tabellen maken die de uitkomsten duidelijk zullen
weergeven. Per vraag zal ik een cirkeldiagram van de antwoorden makken
die zijn gegeven in mijn enquête.
4
,Tot slot zal ik op basis van uitkomsten van het fieldresearch conclusies
voor mijn hoofdvraag en deelvragen trekken en uitschrijven.
Deelvraag 1:
Hoe waren de verschillen tussen man en vrouw in het verleden en hoe zijn
ze
tegenwoordig?
Deskresearch:
De eerste feministische golf
De eerste feministische golf in Nederland liep van 1870 tot 1920.
Verschillende vrouwenorganisaties streefden voor betere
vrouwenemancipatie. Het was gericht om het krijgen van de
vrouwenkiesrecht, toelating in het onderwijs en betaald werken. Vanaf
1917 hadden vrouwen al het recht om zich verkiesbaar te stellen. Vanaf
1920 mochten vrouwen net als de mannen hun stem uit brengen. Het
aantal kiesgerechtigden was nu verdubbeld en vrouwen gingen zelfs
cursussen geven over het gebruik van stembiljetten. Aletta Jacobs was de
eerste vrouw in Nederland die een universitair afgerond en arts werd.
Handelingsonbekwaam
In 1948 waren de meeste vrouwen die getrouwd waren huisvrouw. Zij
verrichtten thuis alle werkzaamheden zoals wassen, schoonmaken, koken
en voor de kinderen zorgen. De getrouwde vrouwen moesten tot 1956 hun
man om geld en toestemming vragen als ze wat wilden aanschaffen. Ze
konden geen verzekeringen afsluiten en geld van de bank halen. Het enige
wat ze kregen was huishoudgeld. Vrouwen waren dus
handelingsonbekwaam. Vanaf ongeveer 1880 ontstond een groot verzet.
Dit verzet eiste dat vrouwen mochten studeren en dat ze mogen
stemmen.
Zo omschreef het tijdschrift Vrij Nederland in 1949:
…de man kan moeilijk de hele dag thuisblijven om bakker en
melkboer te betalen.
Hij heeft wel wat beters te doen.
5
, De tweede feministische golf
Vanaf de jaren zestig vonden steeds meer vrouwen dat zij werden
achtergesteld op sociaal en economisch gebied. In Nederland wordt de
tweede golf gemarkeerd worden met de oprichting van man-vrouw-
maatschappij (MVM) in 1968. Dit werd gevolgd door de actiegroep Dollle
Mina in 1969. Zij traden in de eerste maanden van 1970 naar buiten op
door in openbare ruimtes roze linten te gebruiken omdat er geen
openbare vrouwen toiletten waren. Ze zorgden met deze opstand voor
legale abortus , kinderopvang en vrouwenarbeid. In MVM en Dolle Mina
waren ook mannen actief.
Het heden
Na veel opstanden staan de mannen en vrouwen eindelijk gelijk in de wet.
Alhoewel de mannen en vrouwen gelijk staan volgens de wetten behandelt
niet elke werkgever iedereen gelijk. Wel zijn er veel meer vrouwen sinds
de jaren 90 aan het werk. Ongeveer 60% van de Nederlandse vrouwen is
nu aan het werk. Het CBS stelt voor dat het verschil in lonen van mannen
en vrouwen afneemt, dit komt doordat het opleidingsniveau van vrouwen
stijgt. Doordat vrouwen meer zijn gaan studeren in de afgelopen jaren is
het vaak ook dat vrouwen evenveel of soms zelfs meer dan mannen
verdienen. Bij oudere mensen is het opleidingsniveau nog wel vaak hoger
en dus ook het loon. In 2008 verdienden vrouwen 16% minder dan
mannen, in 2014 was dit verschil nog 10%.
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ferhat-sarisoy. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.