Samenvatting Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, ISBN: 9789013158779 Strafrecht 2
60 views 4 purchases
Course
Strafrecht 2
Institution
Haagse Hogeschool (HHS)
Book
Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht
Dit is een uitgebreide samenvatting van het boek Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht. Dit boek wordt zowel gebruikt bij de lessen op het Hbo als bij de lessen op de uni. In deze samenvatting zijn de belangrijke worden dikgedrukt, waardoor ze makkelijk te herkennen zijn. Verder zijn de relev...
Het strafrecht houdt zich bezig met het bestraffen van personen die een strafbaar
feit hebben gepleegd. Het strafrecht regelt wie straf kan krijgen en waarvoor. De
Staat heeft monopolie op straffen. Als een burger een strafbaar feit pleegt, moet hij
verantwoording afleggen aan de overheid, die hem namens de samenleving straf kan
opleggen. Het opleggen van een straf dient voornamelijk twee doelen: vergelding en
preventie. Men onderscheidt twee soorten preventie: speciale preventie en generale
preventie. Speciale preventie moet ervoor zorgen dat de dader ontmoedigd wordt
om wederom de fout in te gaan (bijvoorbeeld door het opleggen van voorwaardelijke
straffen). Generale preventie heeft als uitgangspunt dat ook anderen dan de
gestrafte lering trekken uit het feit dat er voor het plegen van een strafbaar feit straf
opgelegd kan worden. De gestrafte moet een voorbeeld zijn dat potentiële
wetsovertreders afschrikt.
Het strafrecht kan je onderverdelen in 3 delen:
1. Materiële strafrecht;
2. Formele strafrecht;
3. Sanctierecht.
Materiële strafrecht het materiële strafrecht bepaalt welk gedrag niet toegestaan
is en welke personen daarvoor kunnen worden gestraft. Het gaat hierbij om de vraag
of iets strafbaar is en onder welke kwalificatie de daad zou vallen. Daarnaast
behoren ook algemene leerstukken die betrekking hebben op de uitsluiting van
strafbaarheid (bijvoorbeeld noodweer) en uitbreiding van strafbaarheid (bijvoorbeeld
poging en medeplichtigheid) tot het materiële strafrecht.
Formele strafrecht het formele strafrecht wordt ook wel het strafprocesrecht of
de strafvordering genoemd. Dit deel van het strafrecht bepaalt welke regels moeten
worden gevolgd wanneer een norm van het materiële strafrecht (vermoedelijk) is
overtreden.
Sanctierecht het sanctierecht heeft betrekking op de voorwaarden waaronder
bepaalde straffen mogen worden opgelegd en ten uitvoer gelegd. Het gaat dan
bijvoorbeeld om de vraag of voor een bepaald strafbaar feit een taakstraf mag
worden opgelegd en welke voorwaarden de rechter precies mag stellen wanneer hij
een straf voorwaardelijk oplegt. Het sanctierecht is zowel in het Wetboek van
Strafrecht als in het Wetboek van Strafvordering te vinden.
Wetboeken zijn wetten waarin het algemene deel van het strafrecht en
strafprocesrecht is opgenomen. Het strafrecht dat in de wetboeken is opgenomen,
duidt men vaak aan met commune strafrecht. Daarnaast bestaan er veel
strafbepalingen in andere wetten, bijvoorbeeld in de Wegenverkeerswet 1994. Deze
wetten worden bijzondere strafwetten genoemd en vormen samen het bijzondere
strafrecht. In de bijzondere strafwetten treft men strafbepalingen aan die behoren tot
het materiële strafrecht, maar vaak ook bevoegdheden die behoren tot het formele
strafrecht.
,Er bestaan ook wetten die niet in samenwerking tussen de Staten-Generaal en de
regering tot stand komen (=formele wetten), maar door lagere openbare lichamen
worden vastgesteld (=materiële wetten). Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan
de algemene plaatselijke verordening (APV) van de gemeente. Hierin worden allerlei
gedragingen strafbaar gesteld die in die gemeente niet toegelaten zijn. Naast de APV
kennen gemeenten vaak ook andere vorderingen. Zo heeft de gemeente Rotterdam
een Havenverordening. Verordeningen zijn dus een soort bijzondere strafwet op
gemeentelijk niveau.
In Boek 2 Sr worden alleen misdrijven strafbaar gesteld en Boek 3 Sr bevat
uitsluitend misdrijven. De boeken zijn onderverdeeld in kleinere onderdelen. Deze
worden titels genoemd. De titels kunnen op hun beurt afdelingen bevatten.
Een rechtsmiddel is een middel om de beslissing aan te vechten bij een hogere
instantie. Hierbij kan je denken aan in hoger beroep gaan of in cassatie gaan.
Hoofdstuk 2
De strafbepaling in de meest volledige vorm bestaat uit een delictsomschrijving, een
kwalificatie-aanduiding en een strafbedreiging. De delictsomschrijving geeft aan
welke ongewenste gedraging de wetgever strafbaar heeft willen stellen. De
kwalificatie-aanduiding maakt duidelijk hoe het gedrag in juridisch opzicht moet
worden benoemd. De strafbedreiging bepaalt welke soort straf mag worden
opgelegd en wat het maximum daarbij is. Niet alle strafbepalingen kennen een
dergelijke duidelijke omschrijving van het strafbare gedrag en een kwalificatie-
aanduiding.
Een strafbaar feit is een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een
wettelijke delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten. Hierin
liggen vier componenten van het strafbare feit besloten, die tevens cumulatieve
voorwaarden zijn waaraan moet zijn voldaan voordat iemand gestraft kan worden.
Deze vier componenten zijn:
1. Menselijke gedraging (MG);
2. Wettelijke delictsomschrijving (DO);
3. Wederrechtelijkheid (W);
4. Schuld (als verwijtbaarheid, daarom afgekort als V).
Dit model wordt aangeduid als ‘het vierlagenmodel’.
Menselijke gedraging de gedraging moet dus verricht zijn door een mens. Dit
kunnen zowel natuurlijke personen als rechtspersonen zijn. Verder moet het hier
gaan om een menselijke gedraging. Pas wanneer iemand door middel van een
gedraging geheel of gedeeltelijk uitvoering geeft aan bepaalde
voornemens/gedachtes, is voldaan aan deze voorwaarde voor strafbaarheid. Als
iemand er dus alleen aan denkt om een ander van het leven te beroven, is dit niet
strafbaar. Niet alleen actief optreden kan als gedraging worden aangemerkt. In
sommige gevallen kan ook het nalaten om actief op te treden een strafbare
gedraging opleveren.
, In strafprocessueel perspectief: de menselijke gedraging zal uiteindelijk tot
uitdrukking moeten komen in de tenlastelegging. De tenlastelegging is een
processtuk waarin staat beschreven welke gedraging de verdachte, volgens de OvJ,
zou hebben verricht. De feiten in de tenlastelegging zijn de feiten die aan de
verdachte verweten worden en waarvoor hij terecht moet staan. Art. 350 Sv schrijft
voor dat de rechter zich buigt over de vraag of het ten laste gelegde feit bewezen kan
worden verklaard.
Wettelijke delictsomschrijving gedragingen zijn pas strafbaar als zij in de
strafwet terug te vinden zijn (=legaliteitsbeginsel). Als de menselijke gedraging niet
beantwoordt aan de (algemene) bewoording van een delictsomschrijving, is
strafbaarheid uitgesloten. Soms dient er een vertaalslag van een wetsartikel plaats te
vinden. De wetsartikelen worden namelijk erg breed geformuleerd waardoor het aan
de OvJ is om het wetsartikel zo te vertalen waardoor het de grondslag van de
rechtszaak kan vormen.
In strafprocessueel perspectief: in iedere individuele strafzaak zal de rechter de
bewezenverklaarde feitelijke gedragingen uit de tenlastelegging juridisch moeten
benoemen. Dit proces heet kwalificatie. Art. 350 Sr draagt de rechter op om te
kwalificeren. De rechter moet namelijk beslissen welk strafbaar feit het
bewezenverklaarde volgens de wet oplevert. De rechter moet na de vaststelling dat
de verdachte het feit heeft begaan (dat heet de bewezenverklaring) bepalen welke
wettelijke delictsomschrijving precies van toepassing is op het bewezenverklaarde.
Als de rechter om welke reden dan ook het bewezenverklaarde niet kan kwalificeren,
zal hij de verdachte moeten ontslaan van alle rechtsvervolging wegens niet-
kwalificeerbaarheid van het bewezenverklaarde.
Wederrechtelijkheid in strijd met het recht. We kijken alleen naar de
wederrechtelijkheid van de gedraging. We kijken dan puur en alleen naar het al dan
niet gerechtvaardigd zijn van de daad. Daarmee is niets gezegd over de mate waarin
deze gedraging aan de dader kan worden verweten. Dat is het terrein van schuld.
Men gaat ervan uit dat er sprake is van wederrechtelijkheid, tenzij er een indicatie
bestaat van het tegendeel. Er kunnen dus omstandigheden zijn die het gedrag
rechtvaardigen. Dit noemen we rechtvaardigingsgronden.
In strafprocessueel perspectief: er wordt voldaan aan de eis van de menselijke
gedraging en er wordt voldaan aan de delictsomschrijving. Op het moment dat er een
rechtvaardigingsgrond is, is de dader niet strafbaar en volgt er ontslag van alle
rechtsvervolging.
Schuld niemand mag gestraft worden zonder dat hij (een bepaalde mate van)
schuld heeft. Schuld in deze zin moet worden opgevat als verwijtbaarheid. Daarvan
is sprake als men van iemand in redelijkheid kon vergen dat hij zich anders gedroeg
dan hij deed. Als iemand anders redelijkerwijs een andere optie had dan het
overtreden van de wet, dan bestaat er verwijtbaarheid. Als de dader dan toch de
strafwet overtreedt, hoewel van hem, alles afwegende, kan worden gevergd dat hij
dat niet doet, dan treft hem een verwijt. Men gaat ervan uit dat verwijtbaarheid
aanwezig is, tenzij er een indicatie bestaat voor het tegendeel. De aanwezigheid van
verwijtbaarheid is eigenlijk niet meer dan de veronderstelde afwezigheid van een
reden die het gedrag kan verontschuldigen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jill04. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.42. You're not tied to anything after your purchase.