Handboek Psychologische Interventies bij Somatische Aandoeningen
Redactie: G.Pool, F. Heuvel, A.V. Ranchor, R. Sanderman
Hoofdstuk 12 Preoccupatie met lichamelijke klachten
12.1 Inleiding
In dit hoofdstuk staan we stil bij patiënten (p) die zo gepreoccupeerd zijn met hun aandoeningen dat
dit het functioneren op negatieve wijze beïnvloedt; overmatige aandacht voor iets gaat ten kosten
van andere aspecten van iemands functioneren.
Lichamelijke preoccupatie is een onbegrensd fenomeen dat zich niet tot specifieke ziekte of
contexten beperkt.
Preoccupatie: wordt gekenmerkt door het ergens voor een groot deel door in beslag genomen zijn,
of teveel op iets gericht zijn, iets niet los kunnen laten of geabsorbeerd zijn.
Bij nadere beschouwing zouden we nog een onderscheid kunnen maken naar de valentie (positief of
negatief), de tijdsduur (tijdelijk of langdurig), de intensiteit (een beetje of heel veel), het object
(materieel, immaterieel of persoonlijk) en de invloed (van niet tot alles overheersend).
Veel voorkomende psychische problemen worden in meer of mindere maten gekenmerkt door
preoccupatie met iets of iemand; het kan worden beschouwd als een transdiagnostische factor.
Somatische fixatie: wordt bedoeld dat mensen door een voortdurend inadequaat reageren op of
omgaan met hun ziekte, onlustgevoelens of problemen steeds meer vastlopen en steeds
afhankelijker worden van met name medische hulp.
Wanneer we preoccupatie als transdiagnostisch mechanisme onder de loep nemen, dan kunnen we
deze ontleden in een aantal samengestelde transdiagnostische aspecten: a) attentionele, b)
cognitieve, c) gedragsmatige, d) emotionele.
Preoccupatie manifesteert zich in extreme (veel te veel of veel te weinig).
Attentionele preoccupatie: Als iemand dreiging ervaart vertoond hij de neiging om extra op te
letten: attentional bias. Dit interfereert met uitvoering van taken door concentratieverlies.
Tegenhanger: juist (door angst) alle aandacht naar buiten richten en merken lichamelijke signalen
niet op (b.v. vermoeidheid).
Cognitieve preoccupatie: bestaat uit veel en langdurig piekeren/nadenken. Kan b.v. betrekking
hebben op catastrofale cognities rondom pijn.
Naast piekeren kan p ook proberen om er juist niet aan te denken: gedachteonderdrukking.
Gedragsmatige preoccupatie: hoeveelheid tijd die p besteed aan ziektegerelateerde handelingen.
Het kan dwangmatige vormen aannemen: b.v. ritualistisch gedrag of overmatig sporten.
Omgekeerde: wellicht bij wijze van vermijding: b.v. niet tijdig medicatie innemen,
gespreksonderwerp vermijden etc.
Emotionele preoccupatie: sterk bezig zijn met emoties die direct of indirect met de ziekte te maken
hebben.
Het kan ook zijn dat p’s emoties zien als zwakte; ze laten geen enkele emotie zien. Soms uiten p’s
hun emoties door te zeggen dat ze meer lichamelijke pijn ervaren als ze zich niet goed voelen.
Sociale factoren: andere mensen kunnen ook onbedoeld een bijdrage leveren aan de preoccupatie
van de p (b.v. door herhaaldelijk over de ziektefactoren te spreken). Deze interpersoonlijke factoren
zijn niet meegenomen in de DSM 5, die louter intrapersoonlijk zijn getoonzet.
, Wisselwerking: De hierboven beschreven onderdelen van preoccupatie zullen altijd in onderlinge
samenhang en in wisselwerking voorkomen.
Zo kan een reumapatiënt die altijd sterk wilt zijn (cog. Preoccupatie), zich emotioneel op de vlakte
houden (emo. Preoccupatie) en het praten over reuma zoveel mogelijk uit de weg gaan (gedrags.
Preoccupatie).
12.2 Hulpvraag en doelstellingen
12.2.1 hulpvraag
Het is niet erg waarschijnlijk dat de p zelf aangeeft gepreoccupeerd te zijn, mar wel dat hij het heeft
over de gevolgen van preoccupatie (b.v. helemaal geen tijd meer hebben voor andere dingen).
In het begin van behandelcontact is het van belang enerzijds de lichamelijke klachten te valideren
en tegelijk te verkennen in hoeverre preoccupatie met die klachten een bepalende factor is in het
leven van de p. Door het benoemen van de instandhoudende rol wordt een ingang gecreëerd voor
psychologische aanpak.
De therapeut is directief en didactisch.
12.2.2 doelstellingen
Het is wenselijk zo snel mogelijk in de behandeling duidelijke doelen te stellen. Er wordt stapgewijs
gewerkt aan het afbouwen van de extreme kanten van de beschreven processen: cog, emo en
gedragsmatig. Zo wordt er steeds meer naar een middenpositie toegewerkt.
Het is aan te raden om met de p een of meer haalbare doelen te stellen en deze in concrete positieve
termen uit te werken: b.v.: u heeft aangegeven komende weken aan uw drie maal daagse
medicijninname te willen werken. En niet: b.v: je moet je medicijnen niet vergeten.
12.3 Assessment en diagnostiek
Voor assessment van preoccupatie zijn verschillende methode bruikbaar. Wellicht de belangrijkste
methode is het klinisch interview, mogelijk aangevuld met hetero-anamnestische gegevens en
observatie.
Het semigestructureerde interview (gebaseerd op de DMS 5) levert de clinicus alle vragen die nodig
zijn om tot formele DSM-diagnose te komen.
Prospectieve informatie kan worden verkregen door p een dagboekje te laten bijhouden.
Er zijn geen specifieke zelfbeoordelingsvragenlijsten ontwikkeld voor het rechtsstreeks
inventariseren van de somatische preoccupatie.
12.4 Interventies
De hieronder genoemde interventies, vinden hun oorsprong in de CGT en aanverwante methoden.
In het kort bestaat het therapeutisch proces uit een opeenvolging van stappen te beginnen bij
klachten, problemen, en preoccupatie van de p, het uitleggen en bespreken van behandelrationale,
gezamenlijk vaststellen van behandeldoelen, het ontwikkelen en uitvoeren van interventies en ten
slotte het evalueren van de resultaten daarvan.
12.4.1 Uitleg rationale
Veel gepreoccupeerde p’s kunnen zich moeilijk voorstellen dat er ook anders met de ziekte
omgegaan kan worden. Aan de p wordt uitgelegd waarom er gewerkt zal worden aan zijn manier
van gepreoccupeerd functioneren.
12.4.2 Cognitieve interventies
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninamans1994. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.74. You're not tied to anything after your purchase.