Samenvatting Van Perceptie Tot Bewustzijn (5102PETB6Y) tentamen 1.
56 views 7 purchases
Course
Van Perceptie Tot Bewustzijn (5102PETB6Y)
Institution
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Book
Principles of Neural Science, Sixth Edition
Dit document bevat alle tentamenstof voor het eerste tentamen van het vak Van Perceptie Tot Bewustzijn van de opleiding psychobiologie (jaar 2). De samenvatting bevat uitgebreide aantekeningen van alle hoorcolleges (+ plaatjes) en aanvullende informatie uit de verplichte hoofdstukken (+ plaatjes). ...
Full summary of case 12 How do we learn and memorize? - Just forget about it.
Neural Basis of Cognition and Perception
All for this textbook (10)
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Psychobiologie
Van Perceptie Tot Bewustzijn (5102PETB6Y)
All documents for this subject (25)
Seller
Follow
gittevogels
Reviews received
Content preview
Van perceptie tot bewustzijn
Hoorcollege 1: Introductie
Sensorische systemen vormen een onderdeel van je zenuwstelsel. Ze vangen prikkels op die van je
omgeving komen en geven die door aan je hersenen. Het is een link tussen de buitenwereld en ons
lichaam. Om dan een actie uit te voeren met die sensorische informatie heb je je motor systeem
nodig.
Neural coding problem = Als je alle recordings van losse neuronen bij elkaar optelt krijg je niet wat je
hersenen er van maakt uiteindelijk.
2 delen van sensorische systemen:
- Sensation (gewaarwording) -> Ontvangen van de signalen
- Perception (waarneming) -> Informatie interpreteren
Modaliteiten die geen zintuig is maar wel essentieel voor het lichaam:
- Somatische sensaties
o Pijn
o Temperatuur
o Jeuk
o Proprioceptie
- Viscerale sensaties
o Nodig voor homeostase
- Vestibulaire sensaties voor balans
o Positie van het hoofd in het gravitationele veld
1. Stimulus
2. Receptoren -> filteren je stimuli (perifere zenuwstelsel)
a. Transductie -> Stimulus moet omgezet worden in wat neuronen kunnen gebruiken.
Dit is een actiepotentiaal of membraanpotentiaal.
b. Je hebt heel veel receptoren en daarbinnen ook weer modaliteiten. Dit geeft aan dat
alles wat je binnen krijgt in kleinere, makkelijkere stukjes wordt gehakt.
3. Centrale zenuwstelsel
Koppeling tussen PNS en CNS kan op twee manieren:
- Sensorische receptorcel vangt de stimulus op, is de stimulus groot genoeg wordt er een
neurotransmitter afgegeven aan het afferente neuron. En dat gaat
dan richting het centrale zenuwstelsel
o Receptorpotentiaal; Hier kan in de afferente neuron wel een
actie potentiaal ontstaan als de drempel groot genoeg is
- Door drukking rekt de afferente neuron iets uit, de kanalen gaan
open en zo kan er een respons doorgegeven worden. Hierbij is de
receptorcel ook het afferente neuron.
o Actiepotentiaal
Vaak als het van PNS naar CNS gaat ondergaat decussatie. De informatie
kruist in je lichaam naar de overkant van waar het binnen is gekomen.
, 4. Informatie gaat vaak via de thalamus naar de cortex en dan kan je het verwerken
Receptor -> Thalamus -> primaire cortex -> secundaire cortex -> associatie cortex
Het is alleen niet zo simpel want er is ook informatiewisseling tussen al deze gebieden.
Motion after effect -> ‘Vermoeidheid’ of adaptie van neuronen die beweging detecteren. Als je dus
naar een spiraal kijkt en dan naar letters zijn de neuronen moe of geadapteerd aan de situatie en dan
bewegen de letters.
Verwerking van informatie
- De informatie komt binnen op één neuron, met heel veel synaptische plekken. Deze kan dan
de informatie integreren van wel 10.000 neuronen. Er zitten dan op dat ene neuron
presynaptische neuronen ‘aangesloten’ die zowel exciterend als inhiberend zijn.
Temporaal -> Dicht op elkaar in de tijd
Spatieël -> Dicht bij elkaar op de
postsynaptische cel
EPSP-IPSP -> Als er een inhiberend en
excitatoir axon tegelijk vuren dan vallen
ze in elkaar weg.
A -> Informatie wordt van het ene naar het andere neuron doorgegeven
Vb. PNS naar CNS
Vb. sensorische systeem
C1 convergentie -> Verschillende presynaptische input en die projecteren allemaal op het
postsynaptische neuron, dus integratie
Vb. somatosensorische systeem
C2 Divergentie -> Eén neuron stuurt informatie
naar 3 verschillende postsynaptische neuronen.
Dit zorgt voor verspreiding van informatie
Vb. auditieve systeem
C3 Parallele verwerking -> Verschillende
neuronen verwerken dezelfde informatie op hetzelfde tijdstip.
Vb. auditieve systeem
,F Reverberatie -> Informatie wordt weer teruggestuurd naar het neuron waar het vandaan komt. Dit
is vrij gevaarlijk omdat er steeds activatie kan blijven komen. Het zal blijven bestaan tot er een
inhiberende stimulus komt of tot er synpatische vermoeidheid optreedt.
Inhibitie
- Feed-back inhibitie (E) -> Het inhibitoire neuron activeert weer het eerste
neuron. Dit is negatieve terugkoppeling
- Feed-forward inhibitie (B) -> Het neuron stimuleert het inhibitoire neuron en
die remt dan weer het volgende excitatoire neuron
o Reuk
- Laterale inhibitie -> Het middelste groene neuron wordt actief en maakt
synaptisch contact met twee inhibitoire neuronen. Die projecteren naar
excitatoire neuronen die ‘naast’ het eerste groene neuron liggen. Hierdoor
worden dus de buurneuronen geïnhibeerd. Dit is belangrijk voor contrast te
verhogen
o Tast
o Visuele systeem
Codering van informatie
Welke karakteristieken van de stimulus moeten gecodeerd worden met actiepotentialen? -> Het is
een alles of niets principe, want het is een actiepotentiaal.
- Intensiteit -> Hoe hard is je prikkel?
- Timing
- Modaliteit -> Wat voor stimulus is het?
- Locatie -> Waar bevindt de stimulus zich?
Modaliteit
- Met welke stimulus hebben we te maken
- Dit kan gecodeerd worden omdat elke receptorcel een eigen type stimulus coderen. Hij kan
de fysische energie van een prikkel omzetten in potentiaal, een actiepotentiaal of
membraanpotentiaal. Dit hangt dus af van de receptorcel
- Submodaliteiten -> Zoals in het visuele systeem heb je kegeltjes die allemaal een eigen
golflengte hebben waarin ze actief zijn.
- ‘labeled line’ -> Er zijn vaste paden van het PNS naar het CNS. Bepaalde neuronen zijn dus
ook specifiek voor een bepaald sensorisch systeem. Dit is ook weer seriële verwerking
Locatie
- Receptoren zijn topografisch verdeeld in een zintuig en een bepaald stimulus zal alleen een
bepaalde set receptorcellen activeren en dit geeft informatie over waar de stimulus zich
bevindt en hoe groot deze is.
- Dit heeft te maken met receptieve velden. Alleen als een prikkel binnen dat veld van die
receptorcel valt dan zal hij actief worden.
Timing
- Wanneer is er nu een stimulus?
- Dit gaat over aanvang en de beëindiging van de stimulus. Het neuron wordt alleen actief als
er wordt aangeraakt en anders niet.
- Adaptatie: Aanpassen van de vuurfrequentie gedurende de tijd dat de stimulus aanwezig is.
, Intensiteit
- Level van activiteit wordt uitgedrukt in aantal actiepotentialen per seconde. Als er maar
lichte druk wordt uitgeoefend is de frequentie laag, wordt er meer druk uitgevoerd gaat hij
omhoog.
- Intensiteit kan ook worden gecodeerd door de hoeveelheid actieve receptorcellen. Als er
harder wordt gedrukt worden er meer receptorcellen actief. ‘
o Term voor deze twee = rate coding
Max aantal actiepotentialen per seconde van een neuron = 1000 (want refractaire periode is min. 1
ms)
Hoe kan je perceptie bestuderen?
- Hersenscans
- Laesie experimenten bij dieren
- Klinische studies met laesie patiënten
- Fysiologie -> neuronen meten
- Vragen -> psychofysica
Psychofysica -> Het verband tussen de intensiteit van een fysische prikkel en de grootte van de
bijbehorende psychologische gewaarwording. Dit is dus de stimulus respons relatie.
- Drempelbepaling = Je kan hierbij kijken wat de drempel is van de intensiteit van bepaalde
stimuli. Hierbij bepaal je de grens tussen het waarneembare en niet-waarneembare.
o Verschildrempel = Het kleinste fysische verschil tussen twee stimuli dat nog
opgemerkt wordt.
▪ Just-noticeable difference (JND) -> Minimale detective van een verschil
tussen twee sensorische stimuli minimaal 50% van de tijd.
o Absolute drempel
▪ Stimuli onder de drempel lokt geen respons uit maar eentje die boven de
drempel zit geeft een bewust ervaring. De minimum hoeveelheid fysische
energie die nodig is om tot een sensorische ervaring te leiden.
Weber’s law: De verschildrempel is proportioneel met de grootte van de stimulus -> de Weberfractie.
Dit betekent hoe groter de initiële stimulus, hoe groter de verandering moet zijn om die te kunnen
waarnemen. Om interne en externe factoren die invloed hebben op het resultaat te kunnen filteren
is er de signaaldetectietheorie:
Signaaldetectietheorie -> Er wordt gekeken naar het detecteren van een stimulus.
De stimulus wordt gegeven en daar omheen is altijd ruis. Dat kan een lichtflits zijn
die je niet kan zien, slecht slapen, geen aandacht. Er wordt hier een radar
toegepast. Je krijgt dan een vierkant met stimulus: ja en nee. En waarneming: ja en
nee. Je kan dan alle opties af gaan en heb je 4 groepen.
- Intensiteit omhoog -> More hits en more correct rejections
- Intensiteit omlaag -> Minder hits en minder correct rejections
o Dit wordt gemeten in d’ (d-prime), hoe hoger de d hoe meer
uitspringend de stimulus is.
▪ Hoe hoger d’ hoe meer je curve richting perfect gaat.
Een drempel heeft twee functies:
- Een filter voor relevante en irrelevante informatie
- Ze zijn een eigenschap, niet een soort ‘bug’
Drempels kunnen op allerlei verschillende manieren veranderen, door zowel
laesies of juist hele goede skills.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gittevogels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.16. You're not tied to anything after your purchase.