Klinische leerdoelen
De kenmerken van de verschillende soorten shock zijn:
- hypovolemische shock
o inadequate weefselperfusie
Huid: koud, bleek, trage capillaire hervulling
Nieren: oliguria of anuria
Hersenen: slaperigheid, verwardheid en prikkelbaarheid
o Verhoogde sympatische activiteit
Tachycardie, lagere polsdruk, zwakke polsslag
Zweten
Bloeddruk: eerst op normaal en later is er sprake van
hypotensie
o Metabole acidose
Tachypneu
Bradycardie
- Cardiogene shock: dezelfde symptomen als bij hypovolemische
shock, maar dezen extra:
o Kenmerken van hartfalen
Verhoogd CVD
Pulsus alternans: afwisseling van grote en kleine hartslag
‘’galop’’ ritme
basaal crepiteren
longoedeem
- Obstructieve shock: dezelfde symptomen als bij hypovolemische
shock, maar dezen extra:
o Verhoogde CVD
o Pulsus paradoxus: kleiner wordende hartslag bij inademen,
omdat het hart zich niet goed kans vullen tijdens de diastole
o Gedempte harttonen: bij cardiale tamponade
o Longembolie
- Anafylactische shock:
o Tekenen van volledige vasodilatatie
Warme ledematen
Lage bloeddruk
Tachycardie
o Erytheem, galbulten, angio-oedeem, bleekheid en cyanose
o Bronchospasme, rhinitis
o Oedeem van gezicht, pharynx en larynx
o Longoedeem
o Hypovolemie: door lekkende vaten
o Misselijkheid, braken, krampen en diarree
- Sepsis en septische shock:
o Koorts, rillingen of hyperthermie
o Misselijkheid en braken
o Vasodilatatie, warme ledematen
, o Zeer sterke krachtige pols, die plotseling kan verdwijnen
o Snelle capillaire hervulling
o Hypotensie
o Cutane vasoconstrictie
o Overig
Geelzucht
Coma, geestelijke toestand van verminderd bewustzijn
Bloedingen door co-agulatie
Rash en meningisme
Hyperglycaemia
Oorzaken van shock zijn:
- falen van het hart als effectieve pomp
- moeite mechanisch gezien voor het verkrijgen van een goede flow
- verlies van circulatoir volume
- abnormaliteiten in perifere circulatie
Bij de behandeling vindt er eerst resuscitatie plaats om iemand in leven te
houden, vervolgens wordt begonnen met de toediening van vloeistof om
de preload te vergroten. Bij ernstig hartfalen en een duidelijk verhoogde
ventrikelvulling is het beter om de cardiac output te verlagen door middel
van vasodilaterende middelen of diuretica. Bij een hypovolemische patient
wordt vervolgens gekozen voor bloedtoediening om de bloeding te
stoppen door middel van de aanwezigheid van stollingsfactoren in het
toegediende bloed.
De specifieke behandeling bestaat uit:
- hypovolemische shock
o Opsporen van bloeding
o Bloeding stelpen door middel van medicatie of operatie
- Distributieve shock
o Specifieke medicatie toedienen
- Cardiogene shock
o Behandelen via hartritmestoornis protocol
o Vasoactieve stoffen toedienen
- Obstructieve shock
o Obstructie verwijderen door middel van operatie of medicatie
Acuut nierfalen is een veelvoorkomende en ernstige complicatie bij ernstig
zieke patienten. Shock en sepsis zijn de meest voorkomende oorzakenv an
acuut nierenfalen en oliguria is meestal het eerste symptomen hiervan.
De behandeling bestaat meestal uit het geven van vloeistof voor een
verhoging/op peil houden van het circulatievolume en de urine-output is
hiervoor een maat. Wanneer dit niet werkt, dan wordt de patient op
diuretica ingesteld en wanneer dit zelfs niet meer werkt dan wordt de
patient ingesteld op hemodialyse.
De verschillende vasoconstrictors die als medicatie bij shock worden
gebruikt, zijn:
- adrenaline/epinephrine: bij lage dosering stimuleert adrenaline de
beta-receptoren, waardoor de hartfrequentie en cardiale index
verhogen, terwijl de perifere weerstand afneemt.
o Hogere dosering zorgt voor stimulatie van de alfa-receptoren
en dit zorgt juist voor constrictie en een verminderde cardiac
, output (=tegenovergestelde effect!)
- Noradrenaline/norepinephrine: stimuleert de alfa-receptoren en dit
zorgt voor vasoconstrictie.
o Gebruikt bij patienten met lage vasculaire weerstand
(septische shock)
- Dopamine: stimuleert de beta-, alfa- DA1- en DA2-receptoren en dit
zorgt voor vasodilatatie in de nieren, mesenterische, cerebrale en
coronaire circulatie.
o Geeft een verbetering van de urinestroom.
o Verhoogt de hartfrequentie, contractiliteit en cardiac output
- Dopexamine: zorgt voor vasodilatatie van de milt, vermindert de
afterload en zorgt voor een goede bloedstroom naar vitale organen
o Afleiding van dopamine
- Dobutamine: stimuleert beta-receptoren en verhoogt hierdoor de
cardiac output en de bloeddruk en verlaagt de vaatweerstand.
- Fosfodiesterase inhibitoren: handig bij patienten met beta-blokkers
of patienten die herstellen van cardiopulmonaire bypass en
hartfalen.
o Niet te gebruiken bij septische shock: verergert de hypotensie!
- Vasopressine: verhoogt de bloeddruk en laat de weerstand
toenemen bij patienten met vasodilatatie (septische shock).
- Levosimendan: bindt aan troponine C (hoge affiniteit) tijdens de
systole (hoge calciumconcentratie)
o Bijwerkingen: tachycardie en hypotensie
De verschillende vasodilators die bij shock worden gebruikt, zijn:
- nitraat-vasodilators: verbeteren het zuurstofaanbod voor het hart
zelf
- Natrium nitroprusside (NNP): dilateren arteriolen en veneuze
capaciteitsvaten door het doneren van NO.
o Vermindert de cardiac ouput
o Overdosis geeft cyanide vergiftiging
- Nitroglyceirne (NTG): venodilator, die de preload en afterload
verlaagt.
o Vermindert de pulmonaire weerstand
o Goed bij hartfalen en longoedeem
Shock = acuut circulatoir falen door inadequate of onrechte
gedistrubeerde weefselperfusie en dit resulteert in cellulaire hypoxie en/of
verminderd vermogen van cellen om zuurstof te gebruiken.
De oorzaken van shock zijn:
- falen van het hart, waardoor de pomp niet meer effectief is
- mechanische belemmeringen van de bloedstroming
- verminderd circulair volume
- abnormaliteiten in de perifere circulatie
Vaak wordt shock veroorzaakt door een combinatie van deze factoren.
Door hypotensive worden de baroreceptoren geactiveerd en die stimuleren
weer de sympaticus. Dit leidt weer tot de vrijlating van norepinephrine
(noradrenaline) (en later catecholamine door het niermerg) en dit leidt tot
vasoconstrictie, een verhoogde hartslag en een verhoogde contractiliteit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jonkerdaphne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.