Verbeteren van zorg kennistoets.
Toetsvragen uit de volgende boeken + powerpoint uit hoorcolleges.
Het boek:
- De kern van participatief actieonderzoek isbn: 978-90 8850 612 3
- Practice development isbn: 978-90-5931-901-1
Tip: Lees dit document + powerpoint van de hoorcolleges!
de kern van participatief actieonderzoek en practice
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Windesheim (HW)
Verpleegkunde
Verbeteren van zorg
All documents for this subject (22)
1
review
By: marloeswind1999 • 2 year ago
Seller
Follow
21Verpleegkundige
Reviews received
Content preview
Toetsvragen voor de kennistoets verbeteren van zorg.
Boeken: Practice development en de kern van participatief actieonderzoek.
Hoofdstuk 1 Practice development deel A.
1. Wat is het definitie van practice development? En benoem het doel.
Een systematische werkwijze die gebaseerd is op negen principes met als doel een persoonsgerichte cultuur te ontwikkelen die gebaseerd
is op verschillende soorten van kennis (evidence). Het doel is een systematische verbetering van de onderwijs of zorgcultuur, zodat deze
meer persoonsgericht wordt en iedereen de mogelijkheid krijgt om tot zijn recht te komen. Dit is een collectief gebeuren.
2. Wat vormt een werkplekcultuur?
De normen en opvattingen die de manier bepalen waarop men zaken aanpakt, vormen een werkplekcultuur.
3. Benoem de negen principes van practice development:
Principe 1: persoonsgericht en meerdere bronnen van kennis: Het doel van PD is het ontwikkelen van een persoonsgerichte cultuur.
Hiermee wordt bedoeld dat er bij PD om gaat een toegespitst hulpaanbod te bieden waarbij de eindgebruiker op maat bediend wordt.
Deze eindgebruiker is in het onderwijs de student en in de zorg de cliënt. Bij het ontwikkelen van een persoonsgerichte cultuur gebruikt
met verschillende bronnen van kennis. Denk hierbij aan wetenschappelijke onderzoek, kennis van professionals, ervaringskennis van
patiënt of student. Een persoonsgerichte cultuur is zichtbaar als een werkplek waarin medewerkers en patiënten/studenten als uniek
persoon tot hun recht komen en waar effectief wordt gewerkt.
Principe 2: Microniveau ondersteund door het meso of macroniveau : PD richt zich op het microniveau van de zorg of het onderwijs. Dit is
het niveau waar de kwaliteit van de zorg/onderwijs daadwerkelijk wordt geboden en ervaren; de directe patiëntenzorg/het onderwijs dus.
De kans is het groots dat patiënten/studenten de effecten van een verandering ervaren.
Principe 3: leren waar gewerkt wordt: Het leren op de werkplek is een belangrijk concept binnen PD. Op de werkplek worden
mogelijkheden voor het actief leren over en tijdens het alledaagse werk gecreëerd die bijdragen aan de ontwikkeling en evaluatie van de
zorg of het onderwijs. Werkvormen die daarbij worden gebruikt zijn bijvoorbeeld reflectie en supervisiebijeenkomsten en werken met
patiënt of studentenverhalen.
Principe 4: ontwikkelen en toepassen van kennis: PD stimuleert zowel kennismakingsontwikkeling vanuit de praktijk als het toepassen van
opgedane kennis in die praktijk. Het uitgangspunt is dat er ook door het werken kennis ontwikkeld wordt.
Principe 5: creativiteit gecombineerd met cognitie: PD integreert creativiteit. Bijvoorbeeld tekenen, uitbeelden, en analyseert denken om
zorgverleners/docenten te stimuleren buiten hun eigen denk en opvattingenkader te denken en het zien van mogelijkheden om zichzelf en
de zorg/ het onderwijs verder te ontwikkelen.
Principe 6: Betrekken van belanghebbenden: PD biedt een werkwijze waarbij belanghebbenden binnen en buiten de organisatie
betrokken worden. Belanghebbenden zijn alle personen of partijen die invloed hebben op het onderwerp of die door het onderwerp
worden beïnvloed. In een onderwijsorganisatie zijn dat bijvoorbeeld studenten, docenten, onderwijsondersteunend personeel,
schoonmakers, management, enzovoort.
Principe 7 passende methoden: PD is te herkennen aan het gebruik van daarvoor passende methoden die aansluiten bij de context en
gebaseerd zijn op de PD-principes. Die aansluiting is van belang zodat alle betrokkenen in de gelegenheid worden gesteld om deel te
nemen op een manier die aansluit bij hun voorkeuren en mogelijkheden.
Principe 8 facilitering: In PD wordt gebruik gemaakt van een aantal processen zoals faciliteitring door een ervaren facilitator. Deze
ondersteunt zo dicht mogelijk bij de feitelijke praktijkvoering, de ontwikkeling van de vaardigheden om veranderingen te bewerkstellen.
Principe 9 betrokkenheid van belanghebbenden in de evaluatie: Tijdens de evaluatie in PD komen de gezichtspunten van het
verschillende belanghebbenden in de context terug. Deze belanghebbenden worden uitgenodigd om actief samen te werken omdat hun
mening van belang is voor de ontwikkeling van evidence waarop verdere praktijkvoering gebaseerd wordt.
4. Welke bewijsmateriaal onderscheiden we in PD?
- Wetenschappelijk onderzoek.
- Professionele kennis/expertise.
- De kennis en voorkeur van de eindgebruiker (student of patiënt).
- De kennis die in de lokale context aanwezig is.
5. Wat houdt faciliteren in? Het proces waarbij iemand zorgmedewerkers of onderwijsmedewerkers begeleidt in deze vaardigheid
noemen we faciliteren. Faciliteren betekent letterlijk het werk verlichten, gemakkelijker maken. De persoon die deze verandering
mede tot stand probeert te brengen noemen we facilitator.
,6. Projectmanagement en het leiden van managen van de veranderingen zijn daarbij belangrijke elementen. Waarbinnen diverse
strategieën effectief zijn. Enkele praktische en bruikbare en effectief bewezen strategieën vanuit onze eigen ervaring zijn:
- Gebruik maken van de uitdaging versus ondersteuning matrix
- Gevraagd en ongevraagd feedback geven (zeker ook positieve) en confronteren.
- Een kritische dialoog aangaan waarbij zelfbewust en leren worden gestimuleerd.
- Werken met rolmodellen die voorbeeldgedrag laten zien.
- Regelmatig evalueren waarbij acties en doelen afgesproken worden.
7. Benoem de systematiek: PDDOEN-cyclus:
P = Plaatsbepaling Wie moeten we in het proces betrekken en hoe kijken we naar onze huidige situatie? Op welk onderwerp
gaan ons richten?
D: Doelbepaling Waar willen we met elkaar naar toe, wat is daarvoor nodig en hoe krijgen we het al doende zicht of we op
koers liggen?
D: Doen We voeren de actie uit en testen ze
O: Open blijven staan Zijn er nieuwe ontwikkelingen die van belang zijn voor het proces en zo ja, hoe kunnen die meegenomen
voor nieuwe inzichten worden? Ook dagelijkse evaluatie is belangrijk, hoe gaat het? Moeten we de koers bijstellen
E: Evalueren Wat hebben we geleerd en bereikt en wat is hiervan de betekenis voor het vervolg?
N: Nieuwe ronde, Is het zaak om het plan continueren, aan te passen of gaan we ons richten op een ander onderwerp?
nieuwe kansen
8. Een wereldbeeld (Paradigma) is een mind of meer samenhangend geheel van aannames, die in het geval van PD je keuze voor
methoden en instrumenten als facilitator mede bepalen. Benoem de 5 paradigma’s:
Realisten Postrealisten Critici Constructivisten Participanten
Ontologie. De tastbare Tastbare werkelijkheid De werkelijkheid De werkelijkheid De
(Wat is werkelijkheid is echt. geeft haar feiten niet bestaat uit historisch wordt veelal in werkelijkheid
werkelijkheid?) Deze geeft haar feiten zomaar bloot. Deze gegroeide sociale, gedachten wordt zichtbaar
en processen bloot. worden bij benadering politieke, geconstrueerd. in de concrete
(zo ongeveer) economische, Daarom zijn er ervaring.
beschreven. etnische en gender meerdere Hierdoor leer je
structuur die ons ervaringen wie je bent en
leven bepalen. Ze zijn werkelijkheden. wat je raakt.
echt.
Epistemologie Een persoon ontdekt De kennis en feiten Wat iemand als Kennis wordt Kennis is het
(Wat is kennis de werkelijkheid zijn naar alle kennis typeert en kan geconstrueerd door resultaat van
en hoe komt feiten en processen. waarschijnlijkheid zien is onlosmakelijk middel van een de interactie
deze tot De persoon die ze waar. Daarom denkt verbonden met de actief proces en van de mens in
stand?) ontdekt staat los van men in kansen en structuren waartoe wordt beïnvloed de omgeving.
hetgeen ontdekt percentages dat iets iemand behoord. door sociale Een interactie
wordt. waar is. interactie en die plaatsvindt
eerdere ervaringen. met woorden
via symbolen of
non-verbale
ervaring.
Methodologie. Op zoek naar harde Je weet het nooit Het is belangrijk In gesprek met Vanuit een
(Wat is de gegevens die volledig zeker maar kritisch te zijn naar jezelf en anderen alerte houding
methode om bevestigen verificatie komt wel steeds kennis omdat kennis stel je je eigen in samenspraak
kennis te dat ontdekt feiten dichter bij de historisch bepaald is ideeën over de met anderen en
ontwikkelen). waar zijn. waarheid door steeds door vorming binnen werkelijkheid bij. al participerend
nauwkeuriger te kijken een specifieke tot
en oude ideeën af te structuur. gezamenlijke
verwerpen constructies
(falsificatie) komen.
Axiologie (wat Kennis vergroot Kennis vergroot Kennis is van waarde Kennis is van De praktische
is de morele iemands begrip van iemands begrip van de omdat het mensen waarde omdat het kennis dient
waarde van de de werkelijkheid en werkelijkheid en de laat zien dat kennis mensen laat zien het doel om
kennis) de mogelijkheid hier mogelijkheid hiermee een product is van de dat kennis een mensen tot
mee de werkelijkheid de werkelijkheid naar specifieke structuren product is van een bloei te
naar zijn hand te zijn hand te zetten. Dit waaruit het specifieke interne of brengen. Dit is
zetten. Dit is is waardevol. voorkomt. Kennis externe structuren waardevol.
waardevol. maakt aldus vrij. Dit is waaruit het
waardevol. voorkomt. Kennis
maakt aldus vrij. Dit
is waardevol
, 9. Leer de volgende begrippen:
Technische PD = Is meer technisch van aard. In deze technische vorm van PD wordt de facilitator meer gezien als ‘expert’ of autoriteit.
Kwaliteitsverbetering vindt dan plaats door middel van gerichte sturing van de facilitator op basis van zijn of haar inhoudelijke expertise en
inzichten.
- Instructie van boven opgelegd
- Medewerkers worden geïnformeerd en geconsulteerd
- Criteria vooraf helder
- Ontplooiing en groei lange termijn doel
Emancipatoire PD = De facilitator heeft een andere rol dan de expert uit de technische PD. Het doel van de facilitator is het ontwikkelen
van een persoonsgerichte cultuur waarin leren centraal staat en iedereen een rol heeft in de verbetering van de kwaliteit van de zorg of
onderwijs. De facilitator probeert in deze vorm van PD iedereen zich meer bewust te laten worden van de eigen situatie, om op grond van
dat inzicht stappen te zetten om de praktijk te verbeteren en hiervan te leren.
- Cliënten en andere belanghebbenden krijgen dus een belangrijker rol.
- Ontplooiing en groei staan centraal.
- Initiatieven ontstaan vanuit medewerkers die zich bewust zijn van eigen situatie
- Bij kwaliteitsverbetering heeft iedereen een rol vanuit een cultuur die persoonsgericht is waarin leren en groei centraal staat
10. De volgende stellingen zijn juist:
- Wanneer het wereldbeeld binnen een afdeling te karakteriseren is als (post)realistisch dan zal de aanpak hierop afgestemd moeten
zijn. Een aanpak die overeenstemt met dit wereldbeeld, noemen we technische PD en is, zoals de naam al aangeeft meer technisch
van aard. In deze technische vorm van PD wordt de facilitator meer gezien als expert of autoriteit. Kwaliteitsverbetering vindt dan
plaats door middel van gerichte sturing van gerichte sturing van de facilitator op basis van zijn of haar inhoudelijke expertise en
inzichten. Inspraak krijgt binnen deze variant de vorm van informeren en consulteren. Dit heeft tot gevolg dat de
gezondheidszorgmedewerkers en onderwijsmedewerkers geen kennis produceren en geen grote beslissingsbevoegdheid hebben.
Concreet betekent dit dat de facilitator vaak zegt wat er moet gebeuren, waarbij hij/zij de criteria voor een succesvolle verandering
vooraf helder voor ogen heeft. Hoewel het doel van de facilitator in de technische vorm van PD in eerste instantie gericht is op het
verbeteren van het handelen- omdat deze werkwijze binnen de zorg gangbaar is, is het doel op de langere termijn toch ook gericht
op het veranderen van de cultuur naar meer ontplooiing en groei. Hierdoor is een belangrijkste kloof tussen het gangbare
wereldbeeld van het team en de werkwijze van de facilitator niet te groot te maken. Hierdoor haken medewerkers af.
- In een emancipatoire vorm van PD die past bij een kritisch, constructivistisch of participatoir wereldbeeld, heeft de facilitator een
andere rol dan de expert uit de technische PD. Het doel van de facilitator is het ontwikkelen van een persoonsgerichte cultuur
waarin leren centraal staat en iedereen een rol heeft in de verbetering van de kwaliteit van de zorg of onderwijs. Een facilitator
probeert in deze vorm van PD iedereen zich meer bewust te laten worden van eigen situatie, om op grond van dat inzicht stappen
te zetten om de praktijk te verbeteren en hiervan te leren. Cliënten maar ook belanghebbenden krijgen dus een belangrijker rol.
- PD geeft een sterke focus op het ontwikkelen van een persoonsgerichte cultuur, waarin gebruik gemaakt wordt van verschillende
kennisbronnen.
- De technische variant meer geënt op het post (realistische paradigma). De emancipatoire PD variant is meer gegrond in de overige
drie wereldbeelden, te weten het kritische, constructivistisch en participatoire paradigma.
11. Wat is missie en visie en kernwaarden?
Missie: waarom we bestaan. Primaire functie. Permanente opdracht
Visie: Wat we willen. Ambitieus gedeeld beeld van de toekomst
Kernwaarden: waar we in geloven. Waarden en normen van organisatie. Etnisch kompas.
Deel B:
1. Bekijk hier naast de participatieladder:
Hoe lager op de ladder, hoe minder sprake is van participatie. Bij de
eerste twee treden spreekt zij zelfs van ‘non-participatie’.
Belanghebbenden worden slechts oppervlakkig betrokken bij
beslissingsprocessen waarbij kennis, en een blijvende invloed op de
omstandigheden, in handen blijven van een leidinggevende, facilitator of
het bestuur.
Bij een partnerschap (trede 6) worden beslissingsprocessen zo
gestructureerd dat er een onderhandelingspositie ontstaan tussen de
verschillende belanghebbenden. Er wordt toegewerkt naar consensus.
In de onderstaande label staat het participeren meedoen en
meebeslissen van het onderzoek. Benoem de fasen van het onderzoeksproces:
Traditioneel onderzoek gaat niet verder dan de deelnemers informeren over het onderzoek en de deelnemers bevragen en/of
observeren, en soms advies vragen. PAO focust op de stadia 4 t/m 6.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 21Verpleegkundige. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.