Neem boek 3 & 4 BW paar keer door! Alles wat in wetsartikelen staat en in de colleges is
besproken, komt in deze samenvatting zo min mogelijk terug.
Het erfrecht houdt zich bezig met de overgang van het vermogen van een overledene op zijn
rechtsopvolgers. In ruime zin genomen vallen onder dit rechtsgebied
de regeling van het erfrecht bij versterf en krachtens testament, waar wij met name het
antwoord vinden op de vraag wie de rechtsopvolgers zijn en de bijzondere regeling gaan
bespreken die van toepassing is als de erflater een langstlevende echtgenoot of geregistreerd
partner en ten minste een kind achterlaat (deze regeling heet ‘wettelijke verdeling’);
de overgang van het vermogen op de erfgenamen;
de rechtspositie van erfgenamen en andere rechtsopvolgers, inclusief de regeling van de
nalatenschapsgemeenschap en de verdeling.
Het opmaken van testamenten behoort bij uitstek tot het werkterrein van de notaris: het adviseren met
betrekking tot een nalatenschap; voorts het opmaken en passeren van testamenten, de afwikkeling van
nalatenschappen, de verdeling daarvan (en in dit kader tevens: het opstellen van de aangifte voor de
erfbelasting). Maar ook rechtsbeoefenaren buiten het notariaat krijgen vaak met het erfrecht te maken,
zoals
advocatuur en rechterlijke macht in geval van niet in der minne op te lossen geschillen, maar
in het erfrecht heeft met name de kantonrechter veel bijzondere bevoegdheden;
advocatuur, fiscalisten, bedrijfsjuristen (banken) in het kader van hun adviespraktijk;
juristen belast met vermogensbeheer (banken).
Sinds enkele jaren is er een zeer actieve specialistenvereniging voor erfrechtadvocaten.
Aan het eind van dit vak is de student in staat
regels op het gebied van het huidige erfrecht bij versterf inclusief aanvaarding, verwerping en
vereffening te herkennen, te benoemen en uit te leggen en een eenvoudige casus op te lossen;
regels op het gebied van de meest voorkomende testamentsvormen en -bepalingen te
herkennen, te benoemen en uit te leggen en een eenvoudige casus op te lossen;
om verbanden te leggen tussen verschillende regels en leerstukken op het gebied van het
erfrecht en het algemene vermogensrecht (waaronder begrepen de Boek 3-gemeenschap en de
verdeling daarvan), en met behulp daarvan een complexe casus op te lossen, en
een kritische houding t.a.v. het geldende erfrecht te ontwikkelen.
Week 1 - Hfst 1 & 2 & 3 Alg. bepalingen + erfrecht bij versterf
Hoofdstuk 1
Erfopvolging is een vorm van verkrijging van goederen onder algemene titel als bedoeld in art. 3:80
lid 2 BW.
Erfopvolging kan op twee gronden plaatsvinden:
1. op grond van de wet alleen: de zogenaamde erfopvolging bij versterf of intestaat erfrecht;
2. op grond van een uiterste wilsbeschikking: de zogenaamde testamentaire erfopvolging.
Hoofdstuk 2
Twee soorten erfopvolging
De regels inzake het versterferfrecht zijn neergelegd in Boek 4, titel 2 en 3 BW. De regels inzake het
testamentair erfrecht treft men aan in Boek 4, titel 4 en 5 BW. Titel 4.1 (algemene bepalingen en titel
4.6 (gevolgen erfopvolging) bevatten bepalingen die voor beide wijzen van erfopvolging en hun
gevolgen relevant kunnen zijn.
Art. 4:1 lid 2 BW bepaalt dat van de erfopvolging bij versterf kan worden afgeweken bij uiterste
wilsbeschikking die een erfstelling of een onterving inhoudt. Erfstellingen zijn uiterste
wilsbeschikkingen op grond waarvan de erflater een of meer daarbij aangewezen personen zijn gehele
nalatenschap of een evenredig deel daarin nalaat (4:115 BW). Wanneer een erflater in zijn testament
1
, dezelfde persoon heeft benoemd als degene die zijn erfgenaam bij versterf zou zijn, is deze persoon
door die uiterste wilsbeschikking testamentair erfgenaam geworden. Testamentaire erfgenamen
hebben echter dezelfde rechten en verplichtingen als erfgenamen bij versterf (4:116). Hierbij dient
bedacht te worden dat wanneer men testamentair een erfgenaam benoemt zonder een
plaatsvervullingsregeling op te nemen voor het geval het mocht vooroverlijden, niet automatisch een
plaatsvervullingsregeling geldt zoals in het versterferfrecht (art. 4:12 BW). Een uitzondering op de
regel dat in het testamentair erfrecht, indien de erflater zulks wenst, een plaatsvervullingsregeling
expliciet in de uiterste wil moet worden opgenomen, treft men aan in art. 4:27 BW voor testamentair
benoemde stiefkinderen in welk geval wel automatisch een plaatsvervullingsregeling geldt.
4:2 lid 1 commoriënten-regel Kan de volgorde van overlijden niet worden vastgesteld, dan
worden de betrokken personen gelijktijdig te zijn overleden en valt aan de een geen voordeel uit de
nalatenschap van de ander toe.
Schulden van de nalatenschap
Op grond van de saisineregel slecht de in art. 4:7 sub a BW bedoelde schulden op de erfgenamen
overgaan. Zij zijn daarvoor in beginsel aansprakelijk naar evenredigheid van hun erfdeel (art. 4:182 lid
2 BW). Voor de overige in art. 4:7 BW bedoelde schulden der nalatenschap vloeit de
aansprakelijkheid in beginsel voort uit een bijzondere wetsbepaling of rechtshandeling. Men zie in dit
verband art. 4:37 lid 1 BW voor de ‘sommen ineens’, art. 4:80 lid 1 BW voor de legitieme portie en
art. 4:117 lid 2 BW voor de legaten. Ter zake van de schulden uit giften en andere handelingen
ingevolge art. 4:126 BW zullen erfgenamen uit hoofde van die rechtshandeling aangegaan door de
erflater gebonden zijn via het bepaalde in art. 4:7 sub a BW.
SAISINE Uw erfgenamen zijn de personen die, na afwikkeling van uw nalatenschap, onderaan de
streep achterblijven met een positief of een negatief saldo; een tegoed of een schuld. Zij treden, met
andere woorden, in de rechten en de plichten van de overledene. Dit beginsel wordt in het recht ook
wel 'saisine' genoemd en is verankerd in artikel 4:182 van het Burgerlijk Wetboek. Let wel, dit zegt op
zich niets over eventuele aansprakelijkheid van de erfgenamen met het privé-vermogen voor schulden
van de nalatenschap of de verhaalbaarheid van vorderingen op de erfgenamen. Aansprakelijkheid en
verhaalbaarheid kunnen zich beperken tot het vermogen van de overledene. De saisine-regel brengt
met zich mee dat de erfgenamen in beginsel slechts gezamenlijk kunnen handelen. Dat kan tot
problemen leiden indien één der erven dwarsligt.
Hoofdstuk 3
-
Week 2 - Hfst 4 Wettelijke verdeling
Hoofdstuk 4
Aansprakelijkheid, verhaal en draagplicht schulden
Op grond van de saisine regel die is neergelegd in art. 4:182 BW volgen de erfgenamen van
rechtswege onder algemene titel op in de goederen en schulden van de erflater die niet met zijn dood
zijn tenietgegaan (art. 7 lid 1 sub a BW). De erfgenamen zijn in beginsel op grond van art. 6:6 lid 1
BW aansprakelijk voor die schulden van de nalatenschap naar evenredigheid van hun erfdeel. Is de
prestatie echter ondeelbaar dan zijn zij hoofdelijk aansprakelijke op grond van art. 6:6 lid 2 BW. Voor
het geval dat een wettelijke verdeling op grond van art. 4:13 BW heeft plaatsgevonden wordt dit
uitgangspunt door art. 4:14 BW genuanceerd in die zin dat in dit geval de echtgenoot van de erflater
tegenover de schuldeisers en tegenover de kinderen verplicht is tot voldoening van de schulden der
nalatenschap. Hoewel de wettekst het niet met zoveel woorden zegt, is een kind indien hij wordt
aangesproken door een schuldenaar van de nalatenschap bevoegd deze door te verwijzen naar de
langstlevende echtgenoot. Daarmee is zijn rechtstreekse aansprakelijkheid van de baan. Blijkens art.
4:14 lid 1 BW is in die onderlinge verhouding van langstlevende echtgenoot en kinderen bij een
wettelijke verdeling de eerstgenoemde ook draagplichtig voor de schulden der nalatenschap.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller im6. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.02. You're not tied to anything after your purchase.