Test Bank For Medical Physiology, 3rd - 2017 All Chapters - 9781455743773
Class notes BIO413 Medical Physiology
Class notes BIO413 (bio5413) Medical Physiology med phys notes
All for this textbook (10)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Geneeskunde
Vorm En Functie (GNBA101315)
All documents for this subject (19)
Seller
Follow
pieterjohankerkhoven
Content preview
Samenvatting fysiologie V&F Week 2
Hoofdstuk 1
Homeostase, is het controlemechanisme van een vitale parameter. Dit vindt plaats in het
lichaam als geheel maar ook in individuele cellen.
Negatieve-feedback mechanisme, is een van de vaakst voorkomende termen in fysiologie.
Dit mechanisme is eigenlijk verantwoordelijk voor homeostase. Het heeft 4 elementen
nodig:
1. Het systeem moet een vitaal parameter kunnen registreren en “voelen”. Glucose
overschot
2. Het systeem moet de waardes die hij registreert kunnen vergelijken met
referentiewaardes (set-points). Normale glucosewaardes in het bloed
3. Het systeem moet de waardes die hij registreert kunnen vermenigvuldigen
(versterken) met een bepaalde factor om zo een output signaal te kunnen creëren.
Insuline afgifte
4. Het output signaal moet een effector mechanisme kunnen activeren, dat het input
signaal kan tegenwerken en daarmee de vitale parameter weer dichter bij de set
point brengt. Glucosewaardes weer terug naar normaal
Andere termen van homeostase zijn:
- Competitie, sommige feedback loops werken mekaar tegen
- Hiërarchie, de kettingreactie van feedbackloops, de hypothalamus zet anterieure
pituitary gland aan, die dan weer de bijnier aan zet die op zijn beurt cortisol uitgeeft.
- Redundancy, hoe belangrijker een parameter is hoe meer systemen het lichaam
heeft om het te kunnen reguleren.
- Equilibrium, oftewel evenwicht, dit is als de rust staat van een parameter geen
energie kost.
- Steady state, dit is als een parameter heel erg goed/vaak wordt gereguleerd, wat dus
wel veel energie kost. Doordat deze goed wordt gereguleerd blijft de parameter in
een steady state.
- Prioriteit, dit betekend dat sommige parameters belangrijker zijn dan andere
- Adaptability, hoe goed een orgaan of organisme zich kan aanpassen, en dus hoe snel
en goed zijn feedback loops lopen. Op korte termijn
- Acclimatisatie, is het in het geheel aanpassen aan een ander milieu, dus op de lange
termijn. Dit duurt vaak wat langer.
,Hoofdstuk 14 Het autonome zenuwstelsel
Pagina’s 334-339
Autonome processen stoppen nooit met het in de gaten houden van de vele viscerale
benodigdheden van het lichaam. Het gaat door als we wakker zijn, bezig zijn met andere
activiteiten of aan het slapen zijn.
Vaak hebben we niet eens door dat viscerale processen plaatsvinden in ons lichaam, en we
kunnen ze ook niet tot nauwelijks beïnvloeden met ons gedachten.
Veel mensen zien geheugen en denkvermogen als belangrijkste functies van het menselijke
zenuwstelsel, maar het is het viscerale controlesysteem met daarin het autonome
zenuwstelsel (AZS) dat het leven mogelijk maakt.
Organisatie van het viscerale controlesysteem:
Het AZS is verdeeld in sympathisch, parasympatisch en enteric
Het centrale zenuwstelsel heeft 2 anatomische en functionele paden:
- Somatische motor neuron, deze innerveren skeletspier
- Autonomische motor neuron, deze innerveren gladspier, hartspier, ‘secretory
epithelia’, en klieren.
Alle organen zijn rijk omringt met efferent axonen van het AZS die orgaan functie moduleren
en controleren.
In het AZS bevinden zich alleen efferent(naar het perifere toe) en enteric neuronen.
Het AZS in onderverdeeld in 3 delen:
- Sympathisch,
- Parasympatisch
- Enteric
Para en sympathische
delen zijn 2 grote efferent
paden die allesbehalve
skeletspier controlen. Beide
innerveren hun weefsel door
een ‘two-synapse pathway’.
De cellichamen van de
eerste neuronen liggen in
het CNS, dit zijn
preganglionic neurons, en
deze zijn te vinden in de Figuur 1 Organisatie van de sympathische en parasympatische delen van het AZS
hersenstam en ruggenmerg en sturen axonen vanuit het CNS naar postganglionic neurons in
het perifere zenuwstelsel. Deze postganglionic neurons sturen dan hun axon naar de
targetcel.
Het sympathische en parasympatische ZS kunnen afzonderlijk van elkaar werken alleen over
het algemeen werken ze samen om zo viscerale activiteit goed te kunnen reguleren. De ene
geeft af en toe gas en de ander remt.
Het enteric deel van het AZS is een grote groep afferent neuronen, interneuronen en
motor neuronen die netwerken vormen (plexus) deze liggen rondom de GI-tract. Het kan
functioneren als onafhankelijk zenuwstelsel, maar wordt over het algemeen gereguleerd
door het sympathische en parasympatische ZS.
, Sympathische preganglionic neuronen komen voor uit spinale zenuwen T1 tot L3 en
synapse met postganglionic neuronen in paravertebral of prevertebral ganglia
Pregranglionic neuronen
De cellichamen van de
preganglionic
sympathische motor
neuronen liggen in de
thoracale en lumbale
tussen wervels T1 en L3.
Op deze plekken liggen
autonome neuronen in de
intermediolaterale
celkolom oftewel laterale
horn, tussen de dorsale en
ventrale horns. Axons van
de preganglionic
sympathische neuronen
verlaten het ruggenmerg
via ‘ventral roots’ samen
met de axonen van de
somatische motor
neuronen.
Na het samenvoegen met
de spinale zenuwen Figuur 2 Anatomie van het sympathische deel van het AZS
scheiden de sympathische efferents van de somatische motor axons om zo het witte rami
communicantes in te gaan. Deze zijn wit omdat ze gemyeliniseerd zijn.
Paravertebrale ganglia
Axonen van de preganglionic neuronen gaan de dichtstbijzijnde sympathische
paravertebrale ganglion in via de witte ramus. Deze ganglia liggen naast de wervelkolom.
Terwijl de preganglionic sympathische neuronen alleen uit T1 tot L3 komen, loopt de ketting
van sympathische ganglia helemaal door naar de nek van de coccyx. Hier komen de linker en
rechter ganglia samen en vormen zo de coccygeal ganglion.
Over het algemeen is er 1 ganglion per spinale root, maar soms zijn de ganglia gefuseerd.
- De meest rostrale ganglion, superieure cervicale ganglion, is een fusie van C1 tot C4
en voorziet het hoofd en de nek.
- De mid cervicale ganglion, is een fusie van C5 en C6,
- De inferieure cervicale ganglion, is een fusie van C7 en C8 en is ook soms gefuseerd
met de eerste thoracale ganglion deze wordt dan de stellate ganglion genoemd.
De mid cervicale, stallate en upper thoracale ganglion innerveren het hart, de longen en de
bronchi.
Na het binnenkomen in de paravertebrale ganglion, wordt een preganglionic sympathische
axon 1 of meer van deze 3 dingen:
, - Het kan een synaps vormen in een segmentale paravertebrale ganglion
- Het kan naar boven of beneden bewegen om zo een synaps te vormen met een
andere paravertebrale ganglion
- Het kan een synaps vormen meet een splanchnic zenuw om zo een prevertebral
plexus te vormen.
Prevertebral ganglia
De prevertebrale plexus ligt voor de aorta en z’n grote
bloedvaten, en bevat de prevertebral ganglia en
verbindingsvezels. De grote prevertebral ganglia zijn
vernoemd naar de slagaders waar ze dicht langs heen
liggen.
Delen van de prevertebrale plexus lopen naar
beneden en bevatten meer plexussus en glanglia die
samen een netwerk maken.
Elke preganglionic sympathische vezel verbind met
veel post ganglionic sympathische neuronen die liggen
in 1 of meerdere para of prevertebrale ganglia.
Postganglionic neurons
De cellichamen van de postganglionic sympathische
neuronen die zich in de paravertebrale ganglia
bevinden, sturen hun axonen naar de dichtstbijzijnde
gray rami communicates (ongmyelinieerd) welke
weer verbindt met de spinale zenuw.
Omdat preganglionic sympathische neuronen alleen
uit wervels T1 en L3 komen, zijn er alleen in die regio’s
witte rami te vinden. Dit is niet het geval bij
postganglionic sympatische neuronen, deze komen
namelijk voor in C2 of C3 tot aan de coccyx, en
hierdoor is gray rami hier ook te vinden.
Want de paravertebrale ganglia lopen omhoog en
naar beneden.
Postganglionic sympatische axonen lopen via de
bijbehorende bloedvaten naar de ‘target organen’
Deze axonen zijn vaak lang
Figuur 3 Anatomie van de sympathische prevertebrale plexus
Parasympatische preganglionic neuronen
komen uit de hersenstam en het sacrale ruggenmerg en vormen een synaps met
postganglionic neuronen in ganglia die vlak bij de ‘target organen’ liggen.
De cellichamen van deze preganglionic neuronen liggen in de medulla, pons en midbrain en
in het ruggenmerg van wervels S2 tot S4. De sympathische zijn throacolumbaal en de
parasympatische zijn craniosacraal.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pieterjohankerkhoven. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.