Les 1 - ziekten
Redzaam gedrag: iemand kan zichzelf passend en adequaat gedragen in allerlei situaties, die
dagelijks of frequent voorkomen en die passen bij de ontwikkeling van die persoon.
Er zijn 4 factoren die gezondheid beïnvloeden:
1. Biologische factoren
2. Fysieke en sociale omgeving -> de context waarin het kind leeft
3. Gezondheidszorg
4. Leefstijl -> gaat om aangeleerd gedrag
Om gezond en redzaam gedrag te bevorderen, moet jij als leerkracht eerst voorwaarden scheppen
t.a.v. de fysieke en sociale omgeving. Je zorgt voor een gezond en veilig leefklimaat in je klas.
Fysiek
Je zorgt voor goede hygiëne en frisse lucht in je klas, stof-arm en met een niet te hoge
luchtvochtigheid
Je merkt gezondheidsproblemen bij je leerlingen op en weet er adequaat op te reageren
Je faciliteert een ongestoorde lichamelijke en motorische ontwikkeling door te zorgen voor
passend meubilair en materialen en opdrachten, waarmee het kind zowel zijn fijne als grove
motoriek goed kan ontwikkelen
Psychisch
Je signaleert of elk kind lekker wel in zijn vel zit, probeert te achterhalen waaróm eventueel
niet en je doet daar wat aan, voor zover dat in je vermogen ligt als leerkracht.
Je steunt een kind, dat het moeilijk heeft, ook al kun je zijn problemen en/of
omstandigheden niet veranderen.
Sociaal
Je zorgt dat de sfeer in je klas goed is, open, duidelijk en vertrouwd, dan nemen kinderen je
ook sneller in vertrouwen. Je forceert dit niet.
Je laat zien dat je elk kind ziet, dat elk kind welkom is en er mag zijn zoals hij is. Toon dat je
betrokken bent bij hun wel en wee en geef elk kind positieve aandacht.
Je leert ze respect te hebben voor elkaar, ook als een ander andere opvattingen heeft of uit
een andere sociale, maatschappelijke of culturele achtergrond komt. Je leert je leerlingen
samenwerken en met elkaar meeleven.
Je bent alert op pestgedrag, reageert er meteen op en weet dat het niet alleen om dader(s)
en slachtoffer(s) gaat, maar vooral ook om de meelopers.
Het ASE-model (verklaringsmodel)
Jantje is 10 jaar en komt uit een achterstandswijk. Ouders hebben korte lontjes en jantje zwerft
vooral buiten. Hij heeft de drift van zijn ouders geërfd (achtergrondkenmerken).
Attitude -> hij neemt de houding aan van zijn ouders.
Sociale invloed -> vaak chillen met mensen van 18. Hij heeft al gerookt, gedronken, coke gesnoven.
Eigen effectiviteit ->
, A + S + E = gedragsintentie (voorgenomen gedrag).
Aanleren en bevorderen van gezond en redzaam gedrag: vakdidactiek.
Geplande aanpak -> Je geeft lessen, al dan niet uit een methode, zoals je dat gewend bent bij
andere vakken. Voordelen hiervan zijn: het is concreet en direct. Leerlingen krijgen inzicht,
doen kennis op, oefenen vaardigheden en worden zich bewust van hun houding. Ze weten
wat het doel is en ze kunnen op hun kennis, vaardigheden en houding aangesproken worden.
Bovendien is er een tijd voor ingeruimd in de basislessentabel.
Incidentele aanpak -> Dit is altijd naar aanleiding van een actuele gebeurtenis. Voordeel: je
hebt meteen de aandacht van de kinderen want ze zijn er concreet bij betrokken, het gaat
om iets binnen hun belevingswereld. Nadeel: het komt meestal onverwachts, dus je hebt het
niet kunnen voorbereiden en je moet er tijd in je klas voor vinden. Als je alleen maar ad hoc
met een incidentele aanpak gezondheidskunde behandelt, zit er voor de kinderen geen lijn
in, geen opbouw. Bekend is dat eens per jaar aandacht besteden aan een onderwerp heel
weinig blijvende gedragsverandering bij kinderen teweeg brengt.
Indirecte of impliciete aanpak -> dit is veruit de meest gebruikte en ook de meest effectieve
aanpak bij gezondheidskunde: door zelf het goede voorbeeld te geven, door ze voor te leven
en voor te doen welk gedrag gezond en redzaam is. Deze aanpak is de meest effectieve
omdat de gedragsbeïnvloeding niet nadrukkelijk maar wel gedurende de hele schooltijd
aanwezig is en doorwerkt. Om het goede voorbeeld te kúnnen geven, moet jij je bewust zijn
van eigen gedrag en eigen opvattingen. Dat is een belangrijk onderdeel in deze lessenserie.
Ziekten en doodsoorzaken in Nederland:
Rond 1970 à 1980 leden heel veel mensen aan hart- en vaatziekten en dat was toen ook de grootste
doodsoorzaak. Hart- en vaatziekten werden en worden vooral veroorzaakt door teveel eten, te
weinig bewegen, alcohol, roken en stress: dat zijn aangeleerde gewoonten. Daarom wilden de
politiek en de maatschappij dat in het onderwijs gezond gedrag zou worden aangeleerd, in de hoop
dat dan minder mensen aan hart- en vaatziekten gingen lijden en de kosten voor de gezondheidszorg
zouden dalen. Omdat gewoonten vooral onder de 10 jaar worden aangeleerd, legde de politiek die
taak vooral bij het basisonderwijs.
Tegenwoordig gaan er meer mensen dood aan kanker dan aan hart- en vaatziekten. De vier meest
voorkomende soorten kanker zijn: longkanker, darmkanker, borstkanker en prostaatkanker. Hoe
ouder mensen worden, hoe meer kans ze krijgen op kanker. Tegenwoordig geneest in Nederland iets
meer dan de helft van de mensen, die kanker hebben gekregen.
Doordat er meer ziekten te behandelen zijn met dure ingrepen en dure medicijnen, stijgen de kosten
van de gezondheidszorg nog steeds.
We leven in een wereld, die veel groter is dan Nederland en een wereld, waar geld en goederen erg
ongelijk verdeeld zijn. Dit zie je sterk terug in ziekten: in de 3e wereld gaan de meeste mensen dood
aan infectieziekten, die hier allang goed te behandelen zijn. Iets daarvan hoor je aan je leerlingen te
kunnen vertellen, ook vanuit het perspectief van duurzaamheid.
200 jaar geleden gingen de meeste mensen in Nederland ook dood aan infectieziekten. Door veel
betere hygiëne en vooral door sanitatie (= schoon drinkwater en riolering) is de sterfte aan infecties
steeds minder geworden. Ook wonen mensen steeds groter (minder besmettingsgevaar), eten ze
gevarieerder en beter
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nienkevanooyen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.