100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 11 City spaces urban structure $3.84   Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdstuk 11 City spaces urban structure

2 reviews
 346 views  11 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 10 pagina's voor het vak Stadsgeografie aan de Fontys

Preview 3 out of 10  pages

  • January 21, 2015
  • 10
  • 2012/2013
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: timjager97 • 8 year ago

review-writer-avatar

By: sanneke463 • 6 year ago

avatar-seller
Chapter 11 City spaces urban structure

Samenvatting
Human Geography: Places and regions in global context.
Knox and Marston, 6th edition.
Cursus Stad en Platteland (AAR1/FLOS)


Landgebruik en ruimtelijke organisatie (p.386)
De interne organisatie van steden laten de manier zien van steden hoe zij functioneren. Oftewel, hoe
mensen en activiteiten bij elkaar gebracht worden en deze zijn verdeeld over de stad in functionele
deelgebieden en wijken. De interne stedelijke dynamiek die vorm geeft aan de stad kan op
verschillende manieren bekeken worden, namelijk processen op korte en lange termijn. Als eerste
gaan we in op twee aspecten die de ruimtelijke organisatie en het landgebruik bepalen. Namelijk de
behoefte van mensen aan bereikbaarheid, dan wel centraliteit, en het gevoel voor landgebieden. Het
begrenzen van gebieden, zichtbaar of onzichtbaar, die invloed hebben op intermenselijke
gedragspatronen in de stad.

Bereikbaarheid en landgebruik
De meeste stedelijke landgebruikers willen het nut van de locatie waar ze zitten zo veel mogelijk
optimaliseren. Het nut van een locatie hangt af van de grondgebruiker. De prijs die mensen bereid zijn
om te bepalen voor een bepaalde locatie heet de bidrent. Dit vertaalt zich naar een concentrisch
model, waarin iedere ring een bepaalde functie heeft. Oftewel het heeft nut voor een bepaalde groep
mensen of bedrijven. Volgens het model is de volgende regel uit op te merken: hoe verder van het
stadscentrum, hoe goedkoper de grond. Dat betekent dat er bij het centrum alleen mensen wonen die
genoeg geld hebben en er alleen bedrijven zitten die een zodanige omzet draaien dat ze grondprijzen
kunnen betalen.


Trade-off model
Het is een aangepast stedelijk grondgebruikmodel dat beschrijft hoe
armere huishoudens niet in staat zijn om het dagelijkse vervoer
tussen woonlocatie en werkplek te betalen. Deze gezinnen ruilen
leefruimte in voor de toegankelijkheid tot baantjes, oftewel ze komen
terecht in dichtbevolkte gebieden in de buurt van hun laagbetaalde
werk.



Landgebieden, congregatie en segregatie
Congregatie
Congregatie is de clustering van specifieke groepen of subgroepen mensen in gebieden en
woonwijken. Hierdoor ontstaat er een stevige groepsidentiteit die wordt herkent door “outsiders”. Dit
proces is een place-making activity, oftwel het vormt een belangrijke basis voor de stedelijke structuur
en het grondgebruik. Het is met name belangrijk in situaties waarin een of meerdere minderheids-
groepen in voorkomen.

Minderheidsgroepen
Minderheidsgroepen zijn bevolkingsgroepen die afwijken van de dominante bevolking. Over normale
bevolking wil ik niet spreken, aangezien dit een discussieerbaar begrip is. Want wat verstaan men
onder ‘normaal’? Ieder heeft een eigen visie op “normaal”. Eigenlijk heeft niemand het recht om te
zeggen of iets wel of niet normaal is. Waar komt die arrogantie toch vandaan? Als er nu eens een
wederzijdse erkenning is van elkaars opvattingen over het begrip “normaal”, zou er een prettigere
sfeer zijn. Een sfeer zonder discriminatie. Wie heeft het recht om te bepalen wie meer of minder is?
Maar goed, toch heeft deze maatschappelijke discussie een grote invloed op de ruimtelijke inrichting
en de stedelijke ecologie. Minderheidsgroepen zijn dus bevolkingsgroepen die afwijken van de massa
op basis van ras, taal, religie, nationaliteit, klasse, geslacht, seksuele voorkeur en leefstijl.

,Voordelen congregatie:
 Behoud van cultuur. Religieuze en culturele gebruiken kunnen onbelemmerd worden
voortgezet.
 Kans op conflictsituaties is klein. Beschermen zich samen tegen de “outsiders”.
 Machtsbasis van deze bepaalde minderheid in het gastland. Kans op aanzuigende werking.

Segregatie
“Sociale segregatie kan tot ruimtelijke segregatie leiden!”
Door een wisselwerking tussen discriminatie en congregatie vindt er segregatie plaats. Segregatie
betekent letterlijk scheiding. Het is de ruimtelijke scheiding tussen groepen in een grotere bevolking.

1] Enclave
Dit zijn lang bestaande gebieden die gedomineerd wordt door een interne cohesie en identiteit.
Denk hierbij aan Chinatown.
2] Ghettos
Dit zijn lang bestaande gebieden ontstaan door discriminatie. Denk hierbij aan de Afrikaanse
Amerikanen en Hispanics in Amerikaanse steden. De straten worden vaak gedomineerd door
straatbendes en vormen vaak het criminele circuit rondom drugs en prostitutie. Een kansarm
gebied.
3] Kolonies
Toen de Europese imperialisten gebieden in andere werelddelen ging bezetten en exploiteren,
kwamen er vaak bevolkingsgroepen uit het moederland naar de kolonie toe. Zij vormden een
minderheid, maar hadden vaak veel macht (toentertijd). Denk bijvoorbeeld aan de Hollandse
gouverneursgezinnetjes die naar Nederlands-Indië verhuisden en daar de lokale bevolking
bezette en exploiteerde. Dit is tevens een samenspel van discriminatie en congregatie.


Ruimtelijke patronen en processen in (No.-Amer.) steden (p.387)

①Concentrisch ruimtelijk geledingsmodel van Burgess
1] Central Business District (CBD)
“Zone I is het ‘Central Business District’, een klein gebied in het midden van de stad, waar de
grondwaarden het hoogst zijn en waar dientengevolge de financieel hoogwaardige aktiviteiten
geconcentreerd zijn, zoals warenhuizen, banken, kantoren, dure hotels en restaurants, kortom
allerlei economische aktiviteiten die voldoende winst maken om de hoge grondprijzen in het
centrum te kunnen betalen” [bron: p.163, Stad en ruimte, Buursink]

2] ‘Zone in transition’
“Zone II, de ‘zone in transition’, is een gebied dat vroeger de rand van de stad was, waar
destijds veel gegoede stedelingen woonden. Naarmate de stad zich uitbreidde raakte dit
gebied in verval en werd het bewoond door armere bevolkingsgroepen, o.a. immigranten. De
eigenaren onderhielden hun bezit niet meer, in afwachting van het moment waarop het CBD
zich zou uitbreiden over deze overgangzone en dus meer profijtelijke bebouwing mogelijk zou
worden. Intussen werd de ‘zone in transition’ de verzamelhoop voor die bevolkingsgroepen, die
in feite geen andere keus hadden dan daar te wonen. Zij riepen hun eigen voorzieningen op,
zoals goedkope bars, pandhuizen, uitdragerijen enz. en maakten het gebied tot een haard van
allerlei maatschappelijke misstanden als alcoholisme, criminaliteit e.d.” [bron: p.163, Stad en
ruimte, Buursink]

3] ‘Zone of workingmen’s homes’
“Zone III, de ‘zone of workingmen’s homes’, is het gebied van de goedkope arbeierswoningen,
waar veelal de immigranten (nakomelingen) die zich wat omhoog hadden weten te werken
woonachtig waren.” [bron: p.163, Stad en ruimte, Buursink]

4] ‘Residential zone’
“Zone IV, de ‘residential zone’, een woongebied met goede flats en eengezinswoningen voor
de middenklasse van de Amerikaanse samenleving, zoals kantoorpersoneel en beoefenaren
van vrije beroepen. In dit gebied liggen een tal van lokale ‘business districts’ voor de verzorging
van deze bevolkingsgroepen.” [bron: p.163, Stad en ruimte, Buursink]

, 5] ‘Commuter’s zone’
“Zone V tenslotte is de ‘commuter’s zone’, een ring van dorpen en kleine steden rondom de
eigenlijke stad, waar de forensen woonden, die dagelijks naar hun werk in het hart van de stad
reisden. Het betreft vooral de meer welgestelde stedelingen, die zich een ruime
eengezinswoning èn de kosten van een dagelijkse reis naar het werk in de stad konden
permitteren.” [bron: p.163, Stad en ruimte, Buursink]


Immigratie en de wijkveranderingen
Invasion and succession
“Als gevolg van de aanhoudende bevolkingsgroei van de stad van binnenuit, door de vestiging van
steeds weer nieuwe Europese immigranten en gekleurde Amerikanen (invasie), groeide niet alleen de
stad in buitenwaartse richting, maar trad parallel daarmee een opschuiving in grondgebruik(ers) op,
het zgn. successieproces.”

②Ruimtelijk geledingsmodel van Hoyt
“Model waarin de opbouw van de stad een ‘taartpuntenpatroon’ vertoont vanuit het centrum, op basis
van de kwaliteit van bebouwing en omgeving. Hoyts model richtte zich alleen op het spreidingspatroon
van de stedelijke bevolking. De geleding van de stad wordt volgens hem bepaald door
inkomensverschillen tussen de bewoners. Als de welgestelde bewoners van een stad op een gegeven
ogenblik in de ontwikkeling van die stad een plaats innemen, dan ontwikkelt zich volgens Hoyt bij
verdere groei van die plaats een sector met duurdere woningen en een bevolking met hoge status. In
dit model ontstaan ook concentrische ringen met steeds nieuwere bebouwing, waardoorheen
radiaalsgewijs sectoren lopen, met verschillende sociale status.” [bron: p.127, Prisma van de
geografie, Struijlaart]

③ Ruimtelijk geledingsmodel van Harris en Ullman
“Model waarin de opbouw van de stad een meerkernige structuur vertoont, waarbij zich om elke kern
een concentrisch en een radiaal patroon van wijken met verschillende status en functie ontwikkelen. In
dit model bezitten steden een celstructuur: verschillende vormen van grondgebruik hebben zich
ontwikkeld rond enkele groeikernen binnen het stadsgebied. Deze kernen ontstaan omdat bepaalde
stedelijke functies in de buurt van een bepaalde infrastructuur voorkomen (zoals scheepsbouw bij
havens), andere functies elkaars nabijheid opzoeken omdat zij daarvan kunnen profiteren (zoals
warenhuizen in de centra van grote steden), en weer andere activiteiten elkaar afstoten (zoals zware
industrie en woonwijken met hoge status).” [bron: p.121, Prisma van de geografie, Struijlaart]

In een stad komen er steeds weer nieuwe woonwijken bij. Soms groeit een stad helemaal vast aan
andere plaatsen in de buurt. Dan ontstaat er een agglomeratie: een centrale stad met daaraan
vastgegroeide voorsteden en dorpen. Een stadgewest is uitgebreider dan een agglomeratie. Een
stadsgewest bestaat uit alle dorpen en steden die voor werk en voorzieningen op een centrale stad
zijn gericht. Over de plaatsen van een stadsgewest ligt een netwerk van contacten. Vandaar dat je ook
wel spreekt van de netwerkstad.

Tussen stadsgewesten zit vaak weinig ruimte. Stads gewesten die (bijna) aan elkaar zijn vastgegroeid,
vormen een stedelijk gebied. Stedelijke gebieden kunnen met elkaar vergroeid raken tot een
megalopolis. Bijvoorbeeld de BosWash-megalopolis. Megalopolis lijkt op metropool. Maar er is een
verschil. Een enorm grote agglomeratie wordt een metropool genoemd. Een megalopolis bestaat uit
een aantal stedelijke gebieden bij elkaar.

Randsteden / Edge cities
Gedecentraliseerde clusters van detailhandel en kantorencomplexen dichtbij een grote luchthaven of
soms gekoppeld aan het hogesnelheidsspoorwegsysteem. Het is altijd gekoppeld aan het stedelijke
snelwegsysteem. Zo’n randstad kan dan fungeren als een knooppunt in het stedelijke infrastructurele
systeem. (Industriële functie, kantoorfunctie/backoffice functie, educatieve functie,
ontspanningsfunctie)

Metroburbia
Voorstedelijke en buitenstedelijke gebieden waar het grondgebruik erg afwisselend is, namelijk een
gezonde verdeling van woonwijken, kantoren en hoogwaardige detailhandel.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dhrkevens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.84. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.84  11x  sold
  • (2)
  Add to cart