Definitie: radiologie is een medisch specialisme waarin de geneesheer-radioloog, bijgestaan
door radiologisch verpleegkundigen, op een niet-of weinig invasieve manier beelden maakt
van het menselijk lichaam en deze beelden gebruikt om enerzijds afwijkingen in anatomie en
in functie op te sporen, te omschrijven en in de mate van het mogelijke te diagnosticeren en
anderzijds om meer invasieve diagnostische en therapeutische ingrepen uit te voeren.
Functionele beelfvorming: bv van een hart een dynamisch beeld maken
o Bv op MR: hart zien bewegen, metingen op doen, bloedsnelheden te bepalen
Wordt semi-invasief
o Bv angiografie waarvoor puncties moeten gebeuren
Gaan de beelden gebruiken om operaties te plannen, radiotherapie te plannen (voor
verdere therapeutische doeleinden)
Het kunnen zien van bepaalde organen of structuren binnen het lichaam hangt af van een
aantal factoren
Grootte van een orgaan/ afwijking
o Kleine structuren zullen op RX moeilijker te zien zijn dan CT
Bv longen screenen: kleine letsels met een RX niet te zien (met CT wel
detecteerbaar)
Samenstelling
o Bv hele dense structuren gaan we duidelijk kunnen zien met
beeldvormingstechnieken die gebruik maken van rontgenstralen en moeilijker
met echografie
o Hangt ook weer af van de beeldvormingstechniek die we gebruiken
gebruikte radiologische techniek is ook bepalend voor het zien van structuren
o Modaliteit die we gebruiken: rontgenstralen, magnetische resonantie en
ultrageluidsgolfen
o Gebruik van de modaliteiten: rontgenstralen kunnen gebruikt worden om het
creeeren van projectiebeelden of doorsnedebeelden
Het gebruik van de modaliteiten heeft ook weer een invloed op het
zien van bepaalde structuren of niet
Radioloog kan gebruik maken van 3 modaliteiten die op een andere manier beelden kunnen
maken
1. Röntgenstralen
2. Ultrageluidsgolven of ultratonen
3. Radiogolven en magnetische velden (magnetische resonantie)
,1.2 Beeldvormingsmodaliteiten
1.2.1 Beeldvorming door middel van röntgenstralen
1.2.1.1 Natuur en ontstaan van röntgenstralen
Röntgenstralen
zijn elektromagnetische trillingen met een bepaalde golflengte die zich naar alle
richtingen verspreiden
De röntgenstralen bevinden zich aan het uiteinde van het spectrum van de
elektromagnetische trillingen
o Golflengte is 1/10 000 van de golflengte van zichtbaar licht
Ze worden niet afgebogen door elektromagnetische krachten
Planten zich voort met de snelheid van het licht
o 300 000 km/s in lucht
,1.2.1.2 Eigenschappen van rontgenstralen
Penetratievermogen
Röntgenstralen kunnen penetreren in voorwerpen waarop ze invallen
Tijdens de penetratie worden de stralen afgezwakt
o Graad van afzwakking wordt bepaald door de absorptie en door strooiing
(strooiing: als rontgenstralen op weefsels invallen kunnen ze afbuigen en zo
verstrooiing van de straling geven)
Absorptie is een volledige energie-afgave van de stralingsquanten
(fotonen) aan de atomen van de te doorstralen stof
De stralingsquanten houden op met bestaan
Door de energie-afgave worden de atomen geexciteerd en
zodra de energie een bepaalde waarde bereikt, kunnen deze
atomen een eigen karakteristieke straling uitzenden
De graad van absorptie wordt bepaald door
Aard van de te doordringen stof (atoomnummer)
o Hoe hoger het atoomnummer, hoe groter de
afzwakking (hoe minder translucentie en dus witte
beelden bv calcium en metaal (bv prothese)
De dichtheid van de te doordringen stof
o Hoe groter het aantal atomen per volume-eenheid, hoe
groter de absorptie
Dit volgens een lineair verband
o Dit komt in het lichaam onder andere tot uiting als een
veel grotere doorlaatbaarheid van de luchthoudende
organen zoals longen tov de weke delen
Hardheid van de straling: hoe groter het spanningsveld in de
buis, hoe korter de golflengte van de rontgenstralen (hardere
stralen) en dus hoe gemakkelijker ze door stoffen doordringen
o De doorlaatbaarheid is omgekeerd evenredig mer de 3e
macht van de golflengte of anders gezegd: de
absorptiecoefficient van een stof is rechst evenredig
met de derde macht van de golflengte
Dikte van de te doordringen stof
o Hoe dikker de laag is waardoor de rontgenstralen
moeten , hoe groter de absorptie van de stralen in deze
laag
De strooistraling bestaat uit 2 types
Sommige straling gaat ergens anders op de detector komen:
geeft een fout beeld en sommige gaan buiten de detector
komen (gevaarlijk voor dokters enz die er naast staan)
De Comptonverstrooiing:
o is weker dan de primaire straling
De klassieke strooistraling die dezelfde golflengte heeft als de
primaire stralenbundel
, Vermogen om lumniscentie op te wekken
Als een bundel rontgenstralen op bepaalde stoffen invalt, lichten deze op
Dit oplichten = fluorescentie
Meestal gaan deze stoffen ook nog nalichten: fosforescentie
Het licht van fluorescentie en fosforescentie kan door ons oog worden waargenomen terwijl
rontgenstralen zelf niet zichtbaar zijn
Hoe meer rontgenstralen invallen, hoe streker de fluorescentie en fosforescentie
Fotografische werking
Rontgenstralen kunnen op een fotografsiche emulsie* een werking uitoefenen dat deze na
ontwikkeling en fixatie een zwarting vertoont, wat fotografie mogelijk maakt
De zwarting die door het rechsttreeks invallen van de rontgenstralen op de film
wordt bekomen is zeer gering
o Hierdoor worden voor medische diagnose hulpmiddelen gebruikt om dit
fotografisch te vergroten
*Fotografische emulsie is een lichtgevoelig colloïd dat wordt gebruikt in filmgebaseerde
fotografie.
Vermogen ionisatie op te wekken
In de rontgenologie wordt gebruik gemaakt van het vermogen van rontgenstralen om gassen
te ioniseren om de kwaliteit en kwantiteit van de rontgenstralen te meten en de definitie
van rontgenstralenenergie te bepalen
Biologische effecten
Door continue verbetering van de rontgentoestellen is de dosis die nodig is om beelden te
maken steeds kleiner geworden zodat het niet meer zo schadelijk is en biologische effecten
kan veroorzaken
Pneumothorax: dichtvallen van de long door lucht tussen long en thorax
-op de rontgen; zuivere lucht in de thoraxruimte
-krijgen een heel translucent gegeven
-witte bol (geel) : linker long die volledig samengevallen is: bijna geen lucht
meer dus al het longweefsel op elkaar dus meer absorptie en een wit beeld
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller silkedesaeger. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.