Zelfstudieles 1
Er zijn verschillende manieren om te kijken naar steden en de veiligheid daarvan
- Topdown: vogelvluchtperspectief
- Bottom-up: ‘in de straten en wijken zelf’, meer ingezoomd.
Steden zijn afhankelijk van een bepaalde economische basis voor het succes en de veiligheid van die
stad.
Kenmerken grootstedelijke problematiek:
- Een sterke en ingewikkelde samenhang tussen enerzijds economie, cultuur en sociale
structuur in een ruimtelijke context en anderzijds bestuur, politiek en planning.
- Moderne stadsplanning (vooral tweede helft 20 e eeuw): met ruimtelijke inbegrepen
proberen het leven van mensen in de stad te veranderen.
- Veiligheid ontstaat van ‘onderop’ volgens Jane Jacobs.
Zelfstudieles 2
Aan stedelijkheid zijn drie criteria verbonden:
1. Grote aantallen mensen (Kritische massa, er zijn zoveel mensen dat er genoeg mensen zijn
die hele specialistische vaardigheden of hobby’s hebben. Moeilijke bestuurbaarheid).
2. Hoge dichtheid (Concentratie van productiviteit. Leefbaarheid, anonimiteit en verstopping).
3. Grote diversiteit (Specialisatie en culturele diversiteit. Mogelijke spanningen tussen opvatting
en gedrag, onzekerheid door onbekendheid).
In het westen woont 78% van de mensen in steden; wereldwijd zo’n 50%. De stad blijft mensen
trekken: rond 2030 woont gemiddeld 70% van de gehele wereldbevolking in steden, in het Westen
loopt de stedelijke bevolking terug. De groei is hier uit en vindt vooral plaats in Azie. Desalniettemin
zijn steden heel belangrijk voor onze sociale, culturele en politieke ontwikkeling. Veiligheid in steden
is daarmee een ontzettend belangrijke issue. Verstedelijking staat nog altijd symbool voor
vooruitgang en modernisering.
De stad staat voor symbool voor vooruitgang, maar waarom?
1. De stad is de plek ‘waar het gebeurt’. Hier zijn de nieuwste snufjes te vinden, de bijzondere
concerten of tentoonstellingen. Hier zijn de voorzieningen die je leven gemakkelijker kunnen
maken. Hier worden revoluties geboren en uiten burgers massaal hun ongenoegen.
2. In de stad kun je vooruitkomen. Er is kans op werk, innovaties vinden er plaats, er zijn
opleidingsmogelijkheden, er is een geconcentreerde vraag naar bepaalde producten of
bijzondere diensten. Kortom: mogelijkheden om vooruit te komen in het leven c.q. sec te
overleven. Steden zijn wereldwijd aanjagers van economische groei.
Naast economie is ook ‘ruimte’ een belangrijke factor voor de ontwikkeling van de stad en veiligheid
in de stad. Het gaat dan zowel om de ligging van de stad als de wijze waarop de stad is ontworpen en
ingericht. Door ruimtelijke interventies kan de stedelijke ontwikkeling worden beïnvloed (bijv. door
wegen aan te leggen, kantoorruimte te bouwen of juist woningen, de openbare ruimte te verbeteren
etc.). Met ingrepen in de ruimte kun je voorwaarden scheppen om de stad weer te laten bloeien.
Maar pas op voor ruimtelijke determinisme: veiligheid wordt niet veroorzaakt door een bepaalde
ruimtelijke setting: er is geen causale relatie. Heel veel andere aspecten dragen aan die oorzaak bij.
Net zo goed als de samenleving niet crimineel gedrag veroorzaakt. Het gaat om een samenspel van
individuele factoren en collectieve- en maatschappelijke factoren.
, GROOTSTEDELIJKE PROBLEMATIEK
Voorbeelden ruimtelijke ontwerpen in combinatie met een geografische factor:
Van de eerste steden (Mesopotamië) via de middeleeuwse stad naar de moderne, westerse stad. De
geografische factor is van groot belang geweest!
1. Rome: Rome is pakweg vanaf de 10e eeuw voor Christus ontstaan doordat mensen in de
heuvels in het betreffende gebied kleine nederzettingen begonnen. Dit proces nam enkele
eeuwen in beslag. Om de zeven heuvels is in de 4 e eeuw v. Chr. een muur gebouwd om de
bewoners beter te kunnen beschermen tegen invallen van buiten. De nieuwgeboren stad ligt
aan de rivier, wat niet alleen om strategische redenen (bescherming) belangrijk is, maar ook
voor de economische ontwikkeling.
2. Parijs: halverwege de 19e eeuw was openbaar bestuurder Georges-Eugène Hausmann
verantwoordelijk voor de aanlag van de grote boulevards en avenues in Parijs. Dit deed hij in
opdracht van Napoleon omdat hij zijn grootsheid vorm wilde geven, ten koste van hele
wijken in het centrum van Parijs. (Uiting van macht en welvarendheid).
‘Vruchtbare halve maan’
De eerste verstedelijking vond plaats in wat als de ‘vruchtbare halve maan’ wordt aangeduid: het
gebied tussen Middellandse Zee en Perzische Golf dat wordt doorsneden door de rivieren Tigris en
Eufraat. Rond 10.000 voor Chr. vindt daar de overgang plaats van een samenleving van jagers en
verzamelaars naar een landbouwsamenleving. Planten van zaden (akkerbouw) en houden van
tamme dieren (veeteelt). Rivieren maakte door hun overstromingen irrigatielandbouw mogelijk. Op
deze plekken vestigden zich steeds meer mensen, dorpen ontstonden. Hierdoor ontstond een
agrarische samenleving.
‘Stadslucht maakt vrij’
In de Middeleeuwen zien we een vergelijkbaar fenomeen, al is het hier niet het rivierslib, maar de
mest van dieren die in combinatie met nieuwe werktuigen de landbouwproductie opschroeft. Die
overproductie wordt door rondreizende handelaren opgekocht die het vervolgens op markten
aanbieden. Het was economisch gezien voordelig om zich dicht bij die marktplaatsen te vestigen,
waardoor dorpen uitgroeiden tot steden. Sommige horigen worden ambachtslieden. In de steden
wonen geen horigen meer, maar vrije ‘burghers’ die in de loop van de tijd de landheer als baas van
de stad vragen om stadsrechten: het recht om zelf regels op te stellen voor de handel, zelf te
besturen, zelf recht te spreken, zelf huizen te bouwen en zelf hun stad te verdedigen door
verdedigingswerken (stadsmuren) te bouwen etc. De ‘burghers’ van de stad waren letterlijk bevrijd
van hun positie als 'horige', vandaar de uitdrukking ‘stadslucht maakt vrij’.
De stad groeit natuurlijk niet alleen omdat mensen naar de stad migreren. De bevolking kan ook om
demografische redenen toenemen (zie H17 sociologieboek): er worden meer kinderen geboren, er
gaan minder kinderen dood en/of mensen gaan op latere leeftijd dood. Met het stijgen van het
welvaartspeil neemt de gezondheid van mensen toe: de zuigelingen- en kindersterfte neemt af,
mensen worden ouder.
Het welvaartspeil in Nederland steeg in de vroeg-moderne periode als gevolg van ontwikkelingen die
zich in de belangrijke steden afspelen: de Gouden Eeuw en de opkomende handelsbetrekkingen en
kolonisering die daar deel van uitmaakten.
, GROOTSTEDELIJKE PROBLEMATIEK
Industrialisering en urbanisatie: op weg naar de moderne grote stad
Industrialisering leidde in de 18e en 19e eeuw tot versnelde economische groei. De Industriële
Revolutie (revolutie: ingrijpend, onomkeerbaar) vormde de belangrijkste oorzaak voor de moderne
verstedelijking, omdat zowel de economie als de bevolkingsdichtheid enorm snel toenamen. In de
18e eeuw werd in Engeland in de textielnijverheid een aantal uitvindingen gedaan waardoor veel
sneller geweven kon worden. Het weefproces werd gemechaniseerd op weefmachines die met
menskracht of waterkracht werden aangedreven. Er was behoefte aan een apparaat dat de
weefmachine kon aandrijven en er was behoefte aan mensen die met de nieuwe machines konden
werken. De apparaten (door James Watt verbeterde stoommachines) die aan de basis lagen van de
textielwerkplaatsen (fabrieken) en die oorspronkelijk uit de mijnbouw afkomstig waren, vervingen de
waterraden waarmee de machines eerst werden aangedreven en die alleen daar konden draaien
waar snelstromend water beschikbaar was: bij rivieren. Steeds meer mensen trokken naar de
fabrieken waar de nieuwe machines werden gebruikt.
In de landbouw ontstond door mechanisatie een overschot aan zowel voedsel als arbeiders die
vervolgens in de nieuwe (textiel)industrie aan de slag konden. De groeiende bevolking leidde tot een
groeiende vraag naar producten uit deze textielindustrie. Hierdoor versnelde de economische groei
en de groei van steden. Die gingen hand in hand. De groei werkt vervolgens verder toenemende
vraag in de hand. De mechanisatie van de textielnijverheid slaat vervolgens op andere bedrijfstakken
over. Gevolgen voor de economie: huisnijverheid verplaatst zich naar grootschalige fabrieken: lees
steden. Grootschalige productie leidt tot dalende prijzen, waardoor de kwaliteit van leven toe kon
nemen.
- 18e & 19e eeuw: de (Westerse) stad groeit uit haar voegen.
- 19e eeuw: stedelijke problemen; vuil, ziektes, achterbuurten. Groot verschil tussen arm en
rijk.
- Interventies nodig zoals de aanleg van riolering, vakbonden, infrastructuur e.d.
Sociale gevolgen: snelle groei van de steden waar de groeiende beroepsbevolking werk hoopte te
vinden (urbanisatie). Die groei nam zulke grote vorm aan dat er grote woningnood ontstond. De
leefbaarheid in de krappe, verouderde buurten nam steeds verder af. Wel nam het geboortecijfer
geleidelijk aan af: mensen waren voor hun oude dag steeds minder afhankelijk geworden van het
aantal kinderen dat zij voortbrachten. Die waren eerder een last omdat er meer monden gevoed
moesten worden. Maar de verloedering die in deze arbeidersbuurten ontstond legde basis voor het
denken over moderne, grootschalige woningcomplexen.
Vanaf de 20e eeuw komt er een groei van steden en ontstaat er stedelijke planning/ ruimtelijke
ordening.
Groeikernen & randgemeenten
Na de tweede wereldoorlog was er een snelle groei van welvaart. Dit zorgde wederom voor extreme
woningnood. Er werd aan de rand van de stad veel hoogbouw gebouwd om op een snelle manier
veel mensen te kunnen huisvesten. Deze goedkope flatwijken zouden later uitgroeien tot de nieuwe
probleemwijken. Nog verder de stad uit werden complete nieuwe woongebieden gerealiseerd
genaamd groeikernen.
Het leven in de stad werd door veel mensen uit de gegroeide middenklasse niet gezien als ideaal. De
stad was vies en druk, vooral in de jaren ’70 en ’80. Het leven was er ongezond; er was een verlangen
naar een meer ‘natuurlijke’ manier van leven. Diegenen die het zich konden veroorloven trokken
naar de mooie gebieden aan de randen van steden. In de tweede helft van de jaren ‘90 ontstonden
de eerste Vinex wijken. Grote suburbaan gelegen gebieden met een eigen voorzieningenstructuur
bedoeld om te voldoen aan de groeiende vraag naar woningen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ayliciapascual. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.14. You're not tied to anything after your purchase.