100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting sociale psychologie (14/20) $6.06   Add to cart

Summary

Samenvatting sociale psychologie (14/20)

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting heb ik alle behandelde onderwerpen samengevat die zijn aan bod gekomen in het academiejaar voor het opleidingsonderdeel sociale psychologie. Voor deze samenvatting heb ik de cursustekst, de powerpoint en mijn eigen notities gebruikt. In deze samenvatting heb ik een goede struc...

[Show more]

Preview 4 out of 47  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1, hoofdstuk 2, hoofdstuk 3, hoofdstuk 4, hoofdstuk 6, hoofdstuk 7, hoofdstuk 8
  • September 23, 2021
  • 47
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting: sociale psychologie 2020-2021



1. Sociale cognities
× Processen waarbij we informatie:
o Verwerven/ opslaan
o Integreren/ organiseren
o Interpreteren
× Over mensen
o Anderen = sociale perceptie
o Zichzelf = zelfperceptie

1. SCHEMA’S
× Schema: cognitieve structuur waarin eerder verworven kennis over een stimulus of concept
is gerepresenteerd = gestructureerd functioneringspatroon
= we kunnen info structureren
= kunnen dingen met elkaar verbinden
× Sociale schema’s:
o Wat we denken over onszelf
= invloed op ons zelfbeeld
o Wat we denken dat anderen over ons denken (imaginair publiek)
= invloed op ons handelen

OMSCHRIJVING

× Zelfschema: hoe je jezelf beschrijft
× Prototype: soort gemiddelde van een specifieke groep mensen
Vb. prototype van een typische student: een schema van hoe een gemiddelde student eruit
ziet
× Script: geeft info over het verloop van opeenvolgende acties, voorspelt een opeenvolgende
actie
 gedrag NIET conform aan het script = meest interessant: geeft meer info
Vb. iedereen heeft een script van hoe een onlineles verloopt: zonder camera en micro
= we zwijgen tot er een vraag wordt gesteld

KENMERKEN

× Gestalt: het geheel is meer dan de som van de delen
= een totaalbeeld, een geheel
= niet zomaar alle delen apart vormen een geheel
 we maken zelf een soort geheel van alles die we zien

× Top-down of theory-driven processing:
o Top-down: vanuit de hersenen, van boven naar beneden
= vanuit ons schema wat we meemaken mee vormen of kaderen
= ons schema bepaald wat we zien
o Theory-driven: de theorie
= wat we zien wordt beïnvloed van wat we weten uit de theorie

,Samenvatting: sociale psychologie 2020-2021


= de theorie die we binnen krijgen wordt al beïnvloed door ons schema
 hierdoor ga je meer zien wat je verwacht te zien
vb. je denkt dat studenten goede mensen zijn: je ziet goede meewerkende studenten
vb. je denkt dat studenten niet opletten: je gaat meer studenten zien die niet opletten


× Bottom-up of data-driven processing: worden achteraf gestuurd door de schema’s
= zonder schema, invloed kijken naar de wereld, zonder vooroordelen dingen opnemen en
daarmee een schema maken
 zou ideaal zijn, maar is meestal niet het geval

× Sturen persoonsperceptie:
= bepalen hoe we kijken naar de mensen

× Schema’s beïnvloeden de herinnering:
= wat we ons kunnen herinneren wordt beïnvloed over hoe we denken over sociale
informatie
o Experiment:
 Aan 2 groepen werd hetzelfde verhaal verteld over een vrouw met
karaktereigenschappen: zowel introvert én extravert
 Twee dagen later werd gevraagd aan de groepen:
1) is ze geschikt voor bibliothecaris? (= introvert)
2) is ze geschikt voor makelaar? (= extravert)
 Ze moesten dus elk verschillende informatie ophalen uit hun herinneringen
 Bij het ophalen van de herinneringen, werd de opgehaalde informatie sterk
bepaald door het geactiveerde schema
1) bibliothecaris = introvert  halen introverte kenmerken op
2) makelaar = extravert  halen extraverte kenmerken op

× Prescriptief: voorschrift
= bieden een beeld van hoe iets zou moeten zijn (positief: niet nadenken over hoe…)
 kan ook zorgen voor vooroordelen
= onze attributies zorgen ervoor dat een schema blijft bestaan
o Need for cognition: nood om na te denken
= gaan op zoek naar info die niet past binnen het schema, meer reflecteren en
nadenken
o Need for certainy: nood aan houvast, zekerheid
= gaan meer op zoek naar info die hun schema bevestigen

× Toegangkelijker naarmate 2 factoren:
1 Hoe vaker opgeroepen
2 Hoe recenter opgeroepen
vb. net les gevolgd: zien iemand van 20jaar: denken we direct dat hij ook student is
× Door schema’s vlugger info verwerken:
= schema: middel om informatie te structureren en te verwerken

,Samenvatting: sociale psychologie 2020-2021


o Experiment:
 Mensen kregen informatie over Indonesië
 Achteraf toets over Indonesië én tegelijk een persoon beoordelen
= 2 testen tegelijk: moeilijk
 Er waren 2 groepen:
1) kregen geen schema, enkel info over Indonesië en de persoon
2) er werd gezegd dat de persoon een skinhead (extreem rechts, stereotype
beeld) was: het prototype/ schema wordt geactiveerd
 De resultaten:
1) scoorden veel slechter op de test op Indonesië
= kregen alle informatie tegelijk en konden niet alles onthouden/ verwerken
2) konden alles beter onthouden
= alle informatie werd sneller verwerkt door het schema die was geactiveerd
= konden zich beter focussen op de info van Indonesië= beter focussen
hierop
 schema’s helpen om informatie sneller te verwerken

× Label (niet altijd de werkelijkheid)
= doordat we informatie sneller zouden verwerken geven we er labels aan (kloppen niet altijd)

 Schema’s kunnen opgeroepen worden door een stimulus uit de omgeving
= bepaalde informatie uit de omgeving kan een schema volledig of gedeeltelijk activeren

EVOLUTIONAIR

× Door herhaalde blootstelling aan specifieke problemen hebben we daarvoor in onze
hersenen speciale reactiepatronen ontwikkeld.

2. CONFIGUREREN (schema opbouwen met losse elementen)
× Welk schema gebruiken we wanneer?
Hoe komt het dat we op bepaalde manieren denken?
o Verschillende effecten
o Effecten zorgen soms voor vertekening (= we denken dat het klopt, maar komt niet
overeen met de werkelijkheid)

OPVALLENDE KENMERKEN

× Hoe meer een kenmerk opvalt  hoe sneller het aansluitende schema wordt geactiveerd
× Opvallende kenmerken: wat je als eerste ziet
o Naam
o Geslacht
o Huidskleur
× Opvallendheid wordt bepaald door de contextfactoren!
Vb. 1 iemand met ros haar valt op tussen mensen met andere haarkleuren
Vb. evenement met imitators van Ed Sheeran: mensen met ros haar vallen minder op

PRIMACY-EFFECT

, Samenvatting: sociale psychologie 2020-2021


× Primacy-effect:
= informatie die wij eerst over iemand krijgen beïnvloedt het globale oordeel meer dan later
verworven informatie
= de volgorde van prikkels spelen een rol bij het beland die we eraan geven
 wat we eerst horen activeert als eerste een schema
o Je kan maar 1 keer een goede eerste indruk maken
= vooral door non-verbale signalen (lichaamstaal)
= binnen de 30 seconden hebben we al een oordeel
Vb. kunstenaars of muzikanten worden beoordeeld door hun eerste werk. Een muziekgroep
die verandert van stijl: publiek is moeilijker te veranderen door het primacy effect

× 3 verklaringen voor het primacy-effect: (werking KTG)
o Aan later verkregen informatie wordt minder aandacht besteed
o Latere informatie wordt geïnterpreteerd in het licht van de vroegere informatie
= we ‘vervormen’ de later info door degene die we al weten
o Behoefte aan afsluiten, zodra men een beeld heeft

CONFIGURATIEMODEL (Asch)

× Asch: als we een persoon leren kennen maken we er een gestalt van (geheel beeld)
× Van een persoon vormt men zich een gestalt:
o Een intern consistent beeld
o Betekenis van een element wordt meebepaald door de betekenis die men aan de
andere elementen geeft en omgekeerd
o Dominante informatie kan het beeld gaan vervormen
= volledige beeld kan soms worden bepaald door 1 dominante eigenschap

× Experiment:
o Personen kregen een identieke lijst van karaktereigenschappen te zien
o 2 groepen: 1 verschil: een andere eerste karaktereigenschap
- groep 1: warme karaktereigenschap (koud + fier = zelfrespect)
- groep 2: koude karaktereigenschap (koud + fier = dikke nek, verwaand)
o Door het ene woord krijg je een heel ander beeld doordat we een geheel willen
maken (gestalt)
 1 element zal het geheel beïnvloeden als het dominant is (koud/ warm)
 Geen dominante eigenschap: beleefd – bot = bepaald niet het volledige schema




IMPLICIETE PERSOONLIJKHEID

× Impliciete persoonlijkheid:
= veronderstelling dat bepaalde persoonstrekken samen voorkomen en andere niet

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Joske20. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.06
  • (0)
  Add to cart