Psychiatrie
1. Wat is de definiëring van een schizofreniespectrum
stoornis? Leg uit.
= schizofrenie, andere psychotische stoornissen en schizoptypische stoornissen
shizofrenie = een eenheid in verscheidenheid.
Het wordt gekenmerkt door afwijkingen in één of meer van de volgende vijf
symptoomdomeinen:
Wanen
Hallucinaties
Gedesorganiseerd denken(spreken)
Ernstig gedesorganiseerde of abnormale psychomotoriek. (waaronder katatonie)
Negatieve symptomen
niet één oorzaak maar uit een wisselend samenspel van factoren.
De diagnose adhv symptomen die in wisselende combinaties voorkomen.
2. A. Wat zijn wanen? Leg uit.
- Vaststaande overtuigingen die niet vatbaar zijn voor feiten die ermee in
tegenspraak zijn.
- foutieve denkbeeldige gedachten die niet overeenstemmen met de werkelijkheid.
- De patiënt heeft een niet door de realiteit te corrigeren overtuiging met
zekerheidskarakter.
o De waan wordt opgebouwd uit conclusies die hij langzaam trekt als gevolg
van een veranderd beleven van de werkelijkheid om hem heen.
o Voor hen s een waan een werkelijkheid.
B. geef de verschillende soorten wanen, inclusief de
bizarre waan en leg uit.
Achtervolgingswaan: iemand de overtuiging heeft dat hem kwaad zal berokkend
worden, of dat zij zal aangevallen worden door een persoon, organisatie of andere groep
mensen.
Betrekkingswanen: de overtuiging heerst dat bepaalde gebaren, opmerkingen,
signalen uit de omgeving aan de betrokkene zelf gericht zijn.
Grootheidswanen: iemand is ervan overtuigd dat hij of zij uitzonderlijke kwaliteiten,
rijkdom of roem bezit.
Erotomane wanen: iemand is er onterecht van overtuigd dat iemand Andes verliefd is
op hem of haar.
Wereldondergangswanen: overtuiging dat er een grote ramp zal gaan gebeuren.
Somatische wanen: Gaan over de eigen gezondheid en het functioneren van de
organen.
Bizarre waan:
- De inhoud ervan is duidelijk onaannemelijk, kan onmogelijk waar zijn en
onbegrijpelijk is voor mensen met dezelfde culturele achtergrond,
- waandenkbeelden niet stoelen op ervaringen uit het dagelijkse leven.
- Wanen over het verlies van de controle over lichaam of geest
3. Wat zijn hallucinaties? Leg uit.
= zintuigelijke ervaringen die plaatsvinden zonder externe stimulus. Ze zijn levendig en
helder en maken net zo veel indruk als normale waarnemingen.
Zijn gebaseerd op de 5 zintuigelijke modaliteiten:
- Auditieve
o Meest voorkomend: onder de vorm van stemmen die losstaan van de
gedachten
4. Wat betekent gedesorganiseerd denken(spreken) bij
schizofrenie? Leg uit.
Wordt meestal afgeleid uit de manier van praten van de betrokkene. Niet correct denken
of spreken bij een schizofrenie. Verschillende vormen zijn aanwezig:
- Hij of zij kan vaak van onderwerp veranderen (ontsporing).
- Antwoorden op vragen kunnen slechts zijdelings of helemaal niet met de vraag te
maken hebben (tangentialiteit).
- soms kan het spreken dermate gedesorganiseerd zijn dat het bijna onbegrijpelijk
is. = ‘Wortsalat’.
- Er is sprake van een woordenbrij zonder dat er een logisch verband aanwezig is.
- Associatiezwakte : een verwarde manier van denken en spreken. De patiënt
springt van de hak op de tak en is sterk associatief. De ene gedachte roept een
totaal andere gedachte op die inhoudelijk niets met elkaar te maken hebben.
o De patiënt heeft het bijvoorbeeld over een boom, een boom heeft een
wortel, een wortel kun je eten, en vervolgens over een boterham met
choco, die je ook kunt eten
- Onsamenhangende spraak : iemand met schizofrenie kan moeite hebben
gedachten te ordenen. Kenmerkend is het van de hak op de tak springen.
- Neologismen : de patiënt bedenkt nieuwe woorden die voor anderen geen
betekenis hebben maar voor hem een symbolische waarde hebben.
5. Wat betekent ernstig gedesorganiseerde of abnormale
psychomotoriek bij schizofrenie? Leg uit.
Kan allerlei vormen aannemen. De problemen kunnen optreden binnen elke vorm van
doelgericht gedrag en tot moeilijkheden leiden met het uitvoeren van dagelijkse
bezigheden.
Katatoon gedrag = en opvallende afname van reactiviteit op de omgeving
Voorbeelden van ernstig gedesorganiseerde of abnormale psychomotoriek:
Motorisch negativisme: verzet tegen instructies
Katalepsie: rigide, ongepaste , bizarre lichaamshouding
Mutisme en stupor: volledig gebrek aan verbale en motorische responsen
Katatone opwinding: doelloze, buitensporige motorische activiteit
Herhaalde stereotiepe bewegingen
Staren
Grimasseren
Mutisme
Echoën van wat andere zeggen
6. Welke negatieve symptomen komen voor bij
schizofrenie? Leg uit.
= de afwezigheid of vervlakking van emotie, spraak, gedachten.
• Affectieve vervlakking:
- = vermindering in de expressie van de emoties in het gezicht, het oogcontact, de
intonatie bij het spreken (prosodie), en in de bewegingen van de handen, hoofd en
gezicht, die normaal gesproken emotionele kracht bijzetten aan de spraak
• Initiatiefverlies:
- = Een afname in de hoeveelheid gemotiveerde en door de betrokkene zelf
geïnitieerde doelgerichte activiteiten. De betrokkene kan lange tijd stilzitten en
weinig belangstelling tonen voor deelname aan werk of sociale activiteiten.
, 3
• Alogie
- = een vermindering van de spraakproductie
• Anhedonie
- = verminderd vermogen om te genieten van positieve stimuli of een negatieve
verschuiving in de beoordeling van een positieve herinnering aan genot en plezier
uit het verleden.
- = niet meer kunnen ervaren van vreugde
• Sociaal terugtrekgedrag
- gebrek aan belangstelling voor sociale interacties , door initiatiefverlies of
beperkte mogelijkheden tot sociale interacties.
7. Welke zijn de bijkomende kenmerken die de
classificatie schizofrenie ondersteunen? Leg uit.
- inadequaat affect laten zien
o bijvoorbeeld lachen in de afwezigheid van een bijpassende stimulus
- een verstoorde stemming hebben in de vorm van depressiviteit, angst of
boosheid,
- een verstoord slaappatroon, gebrek aan belangstelling hebben voor
voedsel, of voedsel weigeren.
- Depersonalisatie, derealisatie en lichamelijke symptomen kunnen optreden
en soms het karakter van een waan krijgen.
- Angst en fobieën komen vaak voor.
- cognitieve deficiënties en beperkingen in het functioneren in studie en
werk.
o achteruitgang van het declaratieve geheugen, het werkgeheugen, de taal
en executieve functies, en een langzamer verwerkingstempo.
- afwijkingen gezien in de zintuiglijke verwerking en het vermogen tot inhibitie,
evenals afgenomen aandacht.
- tekorten in de sociaal-cognitieve functie,
o bijvoorbeeld in het vermogen om de intenties van andere mensen te lezen
‘theory of mind’, en kunnen aandacht schenken aan irrelevante
gebeurtenissen en stimuli. En deze vervolgens interpreteren als
betekenisvol, wat op zijn beurt weeral kan leiden tot het genereren van
verklarende wanen.
- geen besef van of inzicht in hun stoornis. = ze zich niet bewust zijn van de
symptomen van schizofrenie. leidt meestal tot een gebrek aan medewerking aan
de behandeling en voorspelt hogere terugvalpercentages, slechter psychosociaal
functioneren, agressie en een ongunstiger ziektebeloop.
- Vijandigheid en agressie kunnen voorkomen bij schizofrenie, hoewel spontaan
of willekeurig geweld zeldzaam is.
8. Geef de classificatiecriteria van een schizoaffectieve
stoornis.
• Een depressieve of manische stemmingsperiode is gelijktijdig met wanen,
hallucinaties, gedesorganiseerd spreken, gedesorganiseerd gedrag en /of
negatieve symptomen.
• Gedurende 2 of meer weken moet sprake zijn van wanen of hallucinaties in
afwezigheid van een depressieve of manische stemmingsepisode.
9. Welke is de behandeling bij schizofrenie? Leg uit.
- Medicamenteus
o door antipsychotica (=neuroleptica) met een langdurige
onderhoudsbehandeling om terugval te voorkomen.
o Sommige neuroleptica worden in vorm van een depot worden drie wekelijks
ingespoten. De stof komt langzaam vrij in het lichaam. Ongeveer de helft
van de mensen met schizofrenie weigeren of verzuimen verdere inname
van medicijnen in het jaar volgend op het ontslag van het ziekenhuis.
- Psycho-educatie zowel aan de patiënten als aan familieleden zijn belangrijk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jagnello. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.